Belgacom gaat massaal gebouwen sluiten
Belgacom snijdt 35 miljoen euro aan operationele kosten weg door zijn netwerk te vereenvoudigen. Het management wil dat bedrag vanaf 2017 nog meer dan verdubbelen.
Belgacom heeft al 4 technische gebouwen overbodig gemaakt door een drastische hervorming van zijn netwerkinfrastructuur. Tegen 2020 moeten nog eens 20 gebouwen volgen. Het gaat om de grootste technische gebouwen van Belgacom. Ze zijn samen goed voor 240.000 vierkante meter of een kwart van de technische oppervlakte. Een tiental gebouwen is al verkocht voor een opbrengst van meer dan 100 miljoen. In een aantal gevallen gaat het om sale & leaseback operaties omdat Belgacom de immobiliën nog voor een beperkte tijd wil gebruiken, zegt directeur Johan Luystermans, verantwoordelijk voor Network Engineering & Operations. Hij sprak in de marge van het Broadband World Forum in Amsterdam. In totaal heeft Belgacom ongeveer 1000 technische gebouwen, waarvan een honderdtal echt groot is, zoals het onlangs verkochte Stro-complex in hartje Brussel.
Anderhalf jaar geleden startte Belgacom een project onder de naam ‘Mantra’ om oudere technologieën buiten gebruik te stellen en zo aanzienlijke besparingen te realiseren. De eerste faze loopt tot 2018 en vergt een investering van 400.000 manuren, volgens Luystermans.
Tegen eind dit jaar zal Belgacom de 250.000 verbindingen van het oude ‘ATM’-datanetwerk hebben overgezet naar een internet protocol (IP) infrastructuur. Op dit moment zijn er daarvan nog 5000 te gaan, volgens Luystermans. “Over een jaar kunnen we die knop omdraaien en is die technologie uitgefaseerd”.
Alleman VoIP
Veel meer terreinwinst verwacht hij van het overschakelen van de 3,8 miljoen lijnen van het klassieke telefoonnetwerk naar internettelefonie (voice over IP of VoIP). Daarvan zijn er nog 2,8 miljoen lijnen te gaan. Die moeten omgezet zijn tegen 2018, al hoopt Luystermans op een budget om dat proces nog te versnellen.
Klanten merken niets van de overschakeling. Belgacom installeert in zijn 30.000 straatkabinetten een “voice access gateway” van Huawei, die een klassieke telefoonlijn simuleert. De eindapparatuur bij de gebruikers kan zo in dienst blijven. In de straatkast zet Huawei de telefoonverbinding om in een VoIP verbinding, die over de internet-schakelaars van Belgacom loopt. De 600 plaats- en energievretende klassieke telefooncentrales van Alcatel of Siemens, die soms 40 jaar oud zijn, worden daardoor overbodig. Belgacom kan zijn onderhoudscontracten voor de centrales opzeggen en bespaart “vele miljoenen euro’s” aan elektriciteit, volgens Luystermans. Een klassieke centrale vergt een verdeelkast, waarop de telefoonlijnen fysiek toekomen. Verder er is de eigenlijke schakelaar en bovendien een dieselgenerator voor het geval de stroom uitvalt. Luystermans: “Samen is dat 50 procent van een doorsnee technisch gebouw”. In de praktijk kan de overblijvende apparatuur, zoals transmissie en aggregatie, in een container worden gestopt, in plaats van in een gebouw. Batterijen kunnen stroomuitval opvangen, tot een mobiel stroomaggregaat ter plaatse is.
Een andere kost die wegvalt is “jumpering”, het manueel, fysiek verbinden van de koperdraadjes. In klassieke telefonie gebeurt dat in het straatkabinet én op de verdeelkast in het technische gebouw waar de koperdraden toekomen. Als de lokale centrale wegvalt, zijn er enkel nog manuele ingrepen in het straatkabinet.
Belgacom is zo bezig met een gigantische operatie om zijn netwerk te decentraliseren naar de straatkasten toe. Voor het VDSL-netwerk zijn in de jongste tien jaar 24.000 extra kasten geplaatst naast de bestaande straatkasten. Dat zijn de zogenaamde ‘remote optical platforms’ of ROP’s, waarop de glasvezels toekomen die VDSL mogelijk maken. Personeelsbesparend is dat niet. “Er zal minder personeel nodig zijn bij de schakelaars, maar meer bij de straatkabinetten”, geeft Luystermans toe. Zijn team onderzoekt of bijkomende hardware ook daar de manuele ingrepen kan automatiseren. “Dat zou een wereldprimeur zijn”, zegt Luystermans.
Tegenwind
De nood aan vereenvoudiging is vanzelfsprekend, maar er zitten ook nadelen aan. “Je moet je klant vertellen dat je hem naar een andere technologie migreert, terwijl hij tevreden is over je dienst. Je loopt de kans om hem te verliezen. Je marketing en verkoopsafdelingen lopen daar niet warm voor. Zij zouden dat moeten zien als een kans om extra diensten aan die klant te verkopen, maar dat doen ze niet altijd. Vaak krijg je tegenwind”, zegt Johan Luystermans. Bij Belgacom heeft de netwerkdivisie echter de autonomie gekregen om door te zetten.
Sommige hindernissen blijven. Belgacom moet de telecomwaakhond BIPT 5 jaar op voorhand verwittigen als er een centrale wordt gesloten. Dat moet de investeringen van de alternatieve operatoren beschermen. Lastiger nog zijn ‘ambetante’ klanten, die niet willen omschakelen omdat ze specifieke eisen hebben, waarvoor de ‘voice access gateway’ van Huawei geen 100 percent substituut is. Luystermans: “Op het einde van de rit zit je met x gevallen die zorgen dat je de technologie moet blijven aanbieden. Dat is een algemeen probleem bij consolidatie. Telex bestaat nog altijd, weliswaar geëmuleerd, omdat sommige klanten die dienst willen”.
De eerste faze van het Mantra-project zal tegen 2018 jaarlijks 35 miljoen euro aan operationele kosten besparen, volgens Luystermans.
Nog meer winst met Mantra II
Vanaf 2017-2018 wil Belgacom ook beginnen met de tweede faze: de afkoppeling van de 45.000 kilometer koperen kabel die nu nog naar de straatkabinetten gaan. Belgacom zou dan nog enkel koperdraad hebben in zijn lokale distributienetwerk. Behalve de lokale distributie zou alle verkeer dan over glasvezel lopen, waardoor Belgacom nog slechts één technologie moet onderhouden. Dat zal onder meer de kost van straatwerken, waarbij nu de glasvezel- én de koperkabel moeten worden verplaatst, fel verminderen.
Nog eens 400 kleinere gebouwen zullen verkocht kunnen worden. Dat is een derde van de technische oppervlakte. Zij zullen worden vervangen door nieuw ontworpen, nog compactere containers. “Denk niet dat de verkoop van die gebouwen meer gaan opbrengen dan wat we nu al hebben verkocht”, waarschuwt Luystermans, die wel toegeeft dat de commerciële waarde van de gebouwen een criterium is bij de volgorde van buitengebruikstelling. De opbrengst zal echter eerder zitten in de besparing op onderhoud. Luystermans denkt dat Belgacom uiteindelijk nog een kleine 100 technische gebouwen overhoudt.
“De operationele besparingen van die tweede faze van Mantra zullen substantieel hoger zijn dan van de eerste, nog los van de opbrengst van de verkoop van de gebouwen”, belooft Luystermans.
Dat moet Belgacom ruimte geven om te investeren in nieuwe diensten om zijn tanende omzet op te krikken, zegt hij.
Het netwerk van kabeldistributeurs als Telenet en VOO is veel minder complex en dus intrinsiek goedkoper te beheren dan dat van Belgacom. De huidige complexiteit bij Belgacom is ook een hinderpaal voor de snelle lancering van nieuwe diensten. “Juist om de competitie met de kabel aan te kunnen is deze consolidatie belangrijk”, zegt Luystermans.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier