Pedro Matthynssens
‘Australische hoogmoed is voelbaar tot in Duffel’
‘Een Vlaams bedrijf vecht op leven en dood wegens buitenlandse bluf, ambitie, hebzucht, macht, geld en schimmige financiële praktijken’, zegt Pedro Mathynssens, CEO van Vanbreda Risk & Benefits.
De grootste aluminiumwalserij van Europa staat in Duffel. Ooit heette het bedrijf Sidal, maar vandaag draagt het de naam Aluminium Duffel. Na een bitse strijd viel het bedrijf eind vorig jaar in handen van een nieuwe eigenaar met een meer ronkende naam, American Industrial Partners. De oorzaak? Een verzekeringsagent aan het andere eind van de wereld die zijn boekje te buiten ging.
Een agent van de Japanse verzekeraar Tokio Marine verkocht jarenlang kredietverzekeringen aan Greensill Capital, een bank van een Australische boerenzoon. Dankzij zijn commerciële ijver stond de Japanse verzekeraar na enige tijd garant voor een wereldwijd tegenpartijrisico van de bank van 10 miljard dollar. Een van de senior adviseurs van de bank was de voormalige Britse premier David Cameron. In 2018 bezocht hij het kantoor van de verzekeringsagent in Sydney om hem vriendelijk te bedanken voor zijn diensten. Twee jaar later werd hij door zijn werkgever minder vriendelijk bedankt voor zijn diensten.
Australische hoogmoed is voelbaar tot in Duffel.
Het Britse GFG Alliance, een imperium van staal-, aluminium- en energiebedrijven, was tot voor kort de eigenaar van Aluminium Duffel. Het was ook de grootste klant van Greensill Capital. De bank betaalde de leveranciers van GFG altijd op tijd en gaf GFG vervolgens meer tijd om hun het voorgeschoten geld terug te betalen tegen een extra vergoeding. De bank leende het bedrijf ook geld in ruil voor facturen die nog niet bestonden, maar er wel zaten aan te komen. Op z’n zachtst gezegd verdacht.
Die praktijken kwamen tot stand omdat de bank achter de schermen aan financiële alchemie deed. De Zwitserse bank Credit Suisse verkocht de kredietlijnen van GFG en talloze andere bedrijven, volledig verzekerd door de Australische agent van Tokio Marine, aan vermogende particulieren als risicoloze, Luxemburgse, vastrentende beleggingsfondsen. En zo werd aluminium uit Duffel getransformeerd tot Luxemburgs goud voor beleggers.
De financiële ketting strekte zich uit van Duffel, over Londen, Sydney, Tokio en Zürich tot Luxemburg. Maar het mooie liedje duurde niet lang. De overmoedige Australische verzekeringsagent deed het kaartenhuisje wankelen. Bij zijn ontslag in juni 2020 gingen de poppen aan het dansen. Omdat Tokio Marine de verzekering van de bank niet wilde hernieuwen, begon de klok steeds luider te tikken tot aan de vervaldag van de polis. De verzekeringsmakelaar van Greensill Capital ging op zoek naar een andere verzekeraar. Tevergeefs.
Enkele creatieve bankiers van Credit Suisse bedachten nog een laatste redmiddel. Zij kwamen met het idee Greensill Capital een lening van 140 miljoen dollar te geven. De bank zou daarmee een eigen verzekeraar kunnen oprichten om de riskante leningen te dekken. Het mocht niet baten. Greensill Capital ging bankroet in maart 2021. Meteen voelde GFG, de eigenaar van Aluminium Duffel, de hete adem in de nek. Het bedrijf beschikte niet over voldoende kapitaal om zijn leningen bij de bank af te lossen en riskeerde ook een faillissement.
Na een lang en bikkelhard gevecht in Engelse en Belgische rechtszalen nam American Industrial Partners bezit van de aandelen van Duffel Aluminium in ruil voor een kwijtschelding van de schulden van GFG. De advocaten van Credit Suisse, Tokio Marine en GFG staan met getrokken messen tegenover elkaar.
Of hoe een verzekeringsagent in Sydney een financiële bom doet ontploffen met splinters tot in Duffel. Een Vlaams industrieel bedrijf met 1.000 medewerkers en ruim 500 miljoen euro omzet vecht in de huidige energiecrisis op leven en dood wegens buitenlandse bluf, ambitie, hebzucht, macht, geld en schimmige financiële praktijken. Bestaat dan werkelijk geen enkele andere manier om die Europese koploper in aluminium te redden?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier