Antwerpen en Gent gaan Barcelona en Amsterdam achterna

MERCADO Een succes, maar het is nog niet duidelijk of de overdekte markt een blijver is. © Hatim Kaghat
Sjoukje Smedts  medewerker van Trends

Overdekte markten lijken de ideale oplossing om leegstand aan te pakken, voedselproducenten een extra afzetmarkt te bieden én consumenten te voorzien van de nieuwste hypes. Zeker in combinatie met een horecaconcept worden de markten nieuwe trekpleisters. Wat niet betekent dat ze automatisch in elke stad een succes worden.

Even zag het ernaar uit dat markten samen met hun oudere bezoekers zouden uitsterven. Ondertussen wordt in het vtm-programma Mijn Pop-uprestaurant gesproken over Mercado in Antwerpen alsof het concept er altijd al was. Terwijl de overdekte horecamarkt pas vorig najaar de deuren opende. Bovendien is het nog niet duidelijk of Mercado ook na april nog open blijft. “Dat bekijken we heel binnenkort”, zegt Chris Tackaert van Flanders Investment Company. Dat bedrijf is eigenaar van het oude postgebouw in Antwerpen, waarin Mercado huist. “Tot we het gebouw onder handen nemen om er onder andere appartementen in onder te brengen, stond het toch maar leeg. Met Mercado kunnen wij bekendheid geven aan ons project. Dat lijkt bij deze gelukt.”

Leegstaande gebouwen blijken wel vaker de inspiratiebron voor de nieuwe markten die her en der opduiken. Ook de Holy Food Market in Gent zag eind vorige maand het levenslicht omdat werd gezocht naar een nieuwe invulling voor de Baudelo-abdij. Het idee van Ladislas Leys, om er een overdekte markt met uitsluitend eet- en drankkraampjes onder te brengen, won de wedstrijd die werd uitgeschreven om een nieuwe bestemming te vinden. Inspiratiebronnen? Onder andere La Boqueria in Barcelona en de Foodhallen in Amsterdam. Het zijn voorbeelden die ook andere steden inspireren. Brugge droomt al niet meer zo stilletjes van een eigen overdekte markt en ook in Mechelen gaan stemmen op om een gelijkaardig concept in de Oude Vleeshalle te starten. Een eendaagse poging mondde daar meteen uit in een overrompeling.

Al betekent dat niet meteen dat een overdekte markt ook een succes wordt. “Het is nog even af te wachten of deze markten een modeverschijnsel zijn of een fundamentele verandering in het retaillandschap teweegbrengen”, merkt Johan Vanhaverbeke op. “Het gedrag van consumenten gaat op dat vlak nog op en af. We kunnen dus nog niet echt zeggen dat de nieuwe markten echt ‘boomen’. Het zal ervan afhangen of ze voldoende opbrengen.” De docent consumentengedrag aan de KU Leuven haalt het voorbeeld van de overdekte markt in Maastricht aan. “Dat was een heel mooi concept, met meerdere aanbieders van lokale en verse producten die zich verenigden in een mooi gebouw. Toch kwam het niet van de grond.”

De juiste pistolets

Probleem is dat je een enorme stroom klanten nodig hebt om een overdekte markt te laten draaien, vermoedt Nederlander Laurens Sloot, bijzonder hoogleraar retailmarketing aan de Rijksuniversiteit van Groningen. “Het is niet voldoende dat buurtbewoners er regelmatig langsgaan. De markten moeten echt toeristische trekpleisters worden om voldoende trafiek te genereren. In Maastricht lukt dat in de zomer wel, maar niet het hele jaar door.” Sloot ziet het concept alleen slagen in grootsteden, en zelfs daar is het volgens hem belangrijk dat er voldoende verschil in aanbieders is.

La Boqueria in Barcelona draait al honderd jaar mee. Eten zullen mensen altijd moeten doen

“In Nederland wordt nogal nauw toegezien op wie ook een horecaconcept mag toevoegen aan zijn kraam. Dat betekent dat bijvoorbeeld in de Markthal in Rotterdam sommige handelaars grote winsten halen uit horeca-activiteiten en andere marktkramers het moeilijk hebben. Terwijl ook die andere marktkramers nodig zijn om een gevarieerd publiek te trekken”, aldus Sloot. “De bakkers zouden het misschien makkelijker hebben als ze ook een kop koffie mogen aanbieden. Daardoor zouden mensen sneller wat gewone boodschappen doen aan hun kraam.”

Als hij voorspellingen moet doen voor België, vermoedt Sloot dat een markthal vooral in Antwerpen en Brussel kan overleven. “Eenzelfde concept starten in Brugge of Gent lijkt me toch een brug te ver. Die steden zijn waarschijnlijk te klein.” Ladislas Leys van de Holy Food Market in Gent maakt zich toch niet te veel zorgen, zeker omdat zijn versie van een overdekte markt alleen horecakraampjes heeft. “La Boqueria in Barcelona draait al honderd jaar mee. Eten zullen mensen altijd moeten doen. Oké, Gent is niet gigantisch groot, maar mensen zijn hier wel dol op culinaire initiatieven. Net zoals in de rest van België trouwens.”

Niet alleen de uitgebreide catalogus tv-koks zorgt ervoor dat Belgen al jaren tuk zijn op nieuwe culinaire initiatieven. Veel consumenten zijn ook op zoek naar andere, meer duurzame manieren van eten en inkopen doen. Of ze willen hun tafelgasten gewoon graag het verhaal achter hun maaltijd kunnen voorschotelen. “We merken dat mensen hun alledaagse boodschappen meestal in een supermarkt doen, maar dat ze evengoed op bepaalde momenten een speciaalzaak binnenstappen. Die momenten zijn niet heel regelmatig, maar toch”, analyseert Luc Ardies, directeur van Unizo Winkelraad. “Dat is typisch voor een markt waarin het voedingsaanbod verzadigd is, zoals de Vlaamse. Als er vrienden komen, willen consumenten plots kaas uit die ene winkel en op zondag moeten de pistolets van de juiste bakker komen. Wat mij betreft, zijn ook de nieuwe markten dus toekomstbestendig.”

Speedboten

Het is dan misschien toch niet zo verwonderlijk dat er ook nieuwe markten opduiken in andere steden dan Brussel en Antwerpen. Denk bijvoorbeeld aan Boer Bas, de Winkel der Boeren in Brugge. Daar brengen boeren en lokale handelaars hun producten en het bijbehorende verhaal samen aan de man. Zo boren ze een extra verkoopkanaal aan en vermijden ze dat een deel van de winst in de zakken van supermarktketens verdwijnt.

Ardies: “Als speciaalzaken het moeilijk hebben, is dat vooral omdat consumenten alles onder één dak willen vinden. Door samen markten op te richten, bieden kleinhandelaars hun klanten nu hetzelfde.” Ook Laurens Sloot vindt dat de markten 2.0 soms een stapje voor hebben op grote supermarkten. “Ze zijn heel geschikt om snel in te spelen op consumentenhypes. Lukt iets niet aan het ene kraam? Dan wordt het gewoon vervangen door een ander concept.”

Bovendien kunnen boeren en kleinhandelaars de huurkosten delen. In de Holy Food Market kopen de verschillende handelaars bijvoorbeeld ook samen in. Al moet ook Ardies toegeven dat het samenwerken in overdekte markten niet voor iedereen zaligmakend zal zijn. “Het is bijvoorbeeld niet eenvoudig om het juiste pand te vinden.” Daarnaast kent ook de hang naar een verhaal en duurzame voeding grenzen. Bij Boer Bas merkten ze in de afgelopen eindejaarsperiode bijvoorbeeld dat klanten het toch lastig vonden dat er alleen seizoensproducten te vinden waren. Hun omzet ging in die weken niet bepaald de hoogte in, terwijl dat bij veel supermarkten anders was.

Het is niet voldoende dat buurtbewoners er regelmatig langsgaan. De markten moeten echt toeristische trekpleisters worden om voldoende trafiek te genereren.

Het is die supermarkten trouwens niet ontgaan dat consumenten opnieuw van het marktgevoel houden. In Nederland is er Marqt, in België is er Cru, dat deel uitmaakt van de Colruytgroep. “De pop-upcultuur zorgt voor een stroomversnelling”, vindt Thomas Wijnen van Mercado in Antwerpen. “Grote multinationals sturen nu ook speedboten uit om sneller projecten op te starten. Waarschijnlijk in een poging om de tanker ook een beetje te doen draaien.”

Bij Cru noemen ze hun marktconcept liever een labo. “Al mogen we na het openen van de derde vestiging wel zeggen dat er een markt voor is. Waar de voorbije jaren vooral prijs een belangrijke factor was voor veel klanten, merken we nu een groeiende zoektocht naar vakmanschap, smaak en beleving”, zegt Sandra Michiels, marketingverantwoordelijke bij Cru. De supermarkt richt zich dan ook duidelijk op consumenten die anders een speciaalzaak zouden opzoeken. Zo vermijdt ze ook de concurrentie met Colruyt-winkels. “Waspoeder of wc-papier vind je bij ons niet”, aldus Michiels. Hoeveel markten van Cru er uiteindelijk in het Belgische landschap zullen verschijnen, kan ze nog niet zeggen. Het blijkt bijvoorbeeld niet eenvoudig om de juiste vakmensen te vinden.

Colruyt is niet de enige die inspiratie opdoet bij de overdekte markten. Ook Albert Heijn lijkt de mosterd te hebben gehaald bij La Boqueria. In enkele Nederlandse vestigingen komt er binnenkort een Deli Kitchen en een Bakery Café bij de supermarkt. “Retailers proberen regelmatig nieuwe zaken uit en zien daarna wel of ze lukken”, merkt Johan Vanhaverbeke. “Zo is het goed, want vroeger wachtten ze vaak te lang voor ze mee op de trein sprongen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content