De miljardenovername van mediabedrijf Time Warner door telecomgigant AT&T stuit op bezwaren bij het Amerikaanse openbaar ministerie. Dat meldt AT&T maandag. De deal ter waarde van 85 miljard dollar zou het telecombedrijf onder meer de televisiezenders CNN en HBO opleveren.
Ondertussen bevestigde het Amerikaanse ministerie van Justitie dat ze met het dossier naar de rechtbank stapt om de overname te blokkeren. ‘Deze fusie zou de Amerikaanse consumenten ernstig schaden’, zegt Makan Delrahim, hoofd van de antitrustdivisie. ‘Ze zou leiden tot hogere maandelijkse televisierekeningen en minder opkomende, innovatieve opties waar consumenten van kunnen genieten.’
AT&T reageert verbolgen op de demarche. ‘De rechtszaak is een radicale en onverklaarbare afwijking van decennia aan antitrust-precedent’, zegt het bedrijf, dat zegt dat het om een routinefusie gaat. ‘Wij zien geen legitieme reden om onze fusie anders te behandelen. We hebben er dan ook vertrouwen in dat de rechtbank de claims van de overheid zal afwijzen en deze fusie zal toestaan.’
De miljardenovername van Time Warner werd al meer dan een jaar geleden aangekondigd. Eerder werd ook al bekend dat de Amerikaanse toezichthouder wilde dat AT&T als voorwaarde bij een overname onder meer het Time Warner-onderdeel met nieuwszender CNN zou afstoten. AT&T liet toen al weten daar niet toe bereid te zijn en de overname desnoods via de rechter uit te zullen vechten.
De rechtszaak is de eerste keer dat de Amerikaanse overheid zich onder president Donald Trump – van wie geweten is dat hij niet opgezet is met nieuwszender CNN – tegen een grote fusie verzet. In Amerikaanse media werd de afgelopen weken gespeculeerd dat het ministerie van Justitie onder Trumps directie zou vragen om het afstoten van de tak waar CNN onder valt. Het Witte Huis heeft die aantijgingen ontkend, meldt de New York Times.
