Alexander De Croo (minister van Digitale Agenda): ‘De oplossing zal niet alleen van de jonge mensen komen’
Alexander De Croo heeft in het middelbaar nog leren programmeren in Turbo Pascal. Nu leert hij zijn zoontje software schrijven in Scratch. “Dat programmeren nog altijd niet in de eindtermen zit, is toch een beetje een aberratie.”
Maar niet alleen de jongeren moeten de digitale economie omarmen, “we moeten iedereen meekrijgen”, vindt de vicepremier, minister van Digitale Agenda, Telecommunicatie, Post en Ontwikkelingssamenwerking. Tenminste als we onze economische groeimotor willen laten aanslaan en ons begrotingsprobleem willen oplossen.
Proximus en Telenet verhogen knusjes opnieuw hun prijzen. Wat denkt u daarover?
De Croo: “Dat is geen typisch Belgisch fenomeen. In Europa onstaan meer en meer duopolies. Wat doen we daaraan? In de eerste plaats ervoor zorgen dat er meer aanbieders zijn. Daarom hebben we concurrenten toegang tot de Belgische kabelnetwerken gegeven. Orange België maakt daar nu gebruik van. De nieuwe CEO zegt dat hij wil investeren in eigen stukken netwerk en dat hij met prijsbrekers zal komen. Dat is een goede zaak. De Belgische vastenetwerkprijzen zijn aan de hoge kant. Wij onderzoeken ook hoe we tariefvergelijkingen nog gemakkelijker kunnen maken.
“In juli wordt het koninklijk besluit over de ‘Easy Switch’ van kracht. Net als op de mobiele markt, zal de nieuwe operator dan de volledige administratie van een verandering van operator op zich nemen. Als je van mobiele operator verandert, zit je een half uur zonder verbinding. Maar als je van vaste operator verandert, is de kans groot dat je enkele dagen of langer zonder internet of tv zit. Dat schrikt veel mensen af, maar daar komt dus verandering in. Als we die drie zaken rond hebben – voldoende aanbieders, gemakkelijker vergelijken en verandering van operator zonder verlies van dienstverlening – dan zal de markt een stuk dynamischer zijn dan vandaag.
“Voor investeringen zitten we goed. In geen ander land in Europa, op Malta na, heeft zo’n hoog percentage inwoners toegang tot meer dan 30 megabit per seconde. Proximus investeert miljarden in glasvezel tot aan de deur. Zo kunnen we die voorsprong behouden. Want tot nog toe was Telenet de enige die 1 gigabit per seconde in de huiskamer zou brengen.”
Hebt u een stok achter de deur als Telenet en Proximus niet met elkaar willen concurreren?
De Croo:“Toegang tot het netwerk is die stok. Op de mobiele markt loopt dat zeer goed. Daar heb je een heel aantal aanbieders die druk op de prijs zetten. Vandaag horen onze mobiele basisabonnementen bij de goedkoopste van Europa, juist omdat er zoveel aanbieders zijn. In vaste netwerken moeten we dezelfde richting uitgaan.”
Proximus blijft jaar na jaar met 70 procent dominant in de bedrijvenmarkt.
De Croo:“Daarom heeft Telenet toegang gekregen tot het Proximus-netwerk in de bedrijvenmarkt. Maar de concurrentie komt vandaag niet alleen van andere operatoren, maar ook van ‘over the top’-spelers zoals Microsoft, Google of Amazon. Klassieke operatoren nemen dat model over. Dat is volgens mij de juiste verdediging.”
Krijgen anderen toegang tot het nieuwe glasvezelnet van Proximus?
De Croo:“Concurrenten zullen toegang krijgen. De vraag is of dat gebeurt na commerciële onderhandelingen, of dat we de prijzen en de juridische basis reguleren. Die keuze kan het BIPT maken. Gemakkelijk wordt dat niet, want in België zitten we eigenlijk met vier regulatoren: het BIPT en die van de Vlaamse, Franse en Duitse gemeenschappen. De discussie over de openstelling van de kabel was al bijzonder moeilijk. Met de verdere convergentie tussen telecom (een federale bevoegdheid, nvdr) en media (een regionale materie), kun je je afvragen of we optimaal georganiseerd zijn.”
Wat wilt u zelf? Regulering of commerciële onderhandelingen?
De Croo:“Daar kan ik niet in tussenbeide komen. Europa heeft ons gevraagd een onafhankelijke regulator te installeren. Dat was een van mijn eerste acties als bevoegde minister. De regulator legt vandaag verantwoording af aan het parlement. De enige band die de regering formeel nog heeft, is de benoeming van de leden van de raad van het BIPT. En dat gebeurt na een voorstel van Selor.”
Die BIPT-benoemingen zijn pas op 23 december beslist, meer dan tien maanden na de kandidatuurstellingen. Zaten die in de trommel van de topbenoemingen, samen met de NMBS en Infrabel?
De Croo:“Absoluut niet. Het heeft zolang geduurd omdat ik absoluut geen fout wou maken. De vorige benoemingen zijn in alle richtingen aangevochten voor de Raad van State. Daar had ik echt geen zin in.”
U hebt het mogelijk gemaakt dat de overheidsparticipatie in Proximus onder 50 procent zakt. Is dit niet het moment? De trage overgang naar glasvezel is een risico.
De Croo:“Eind 2015 heeft het parlement het licht op groen gezet voor een modernisering van de beursgenoteerde overheidsbedrijven. De overheidsinmenging in de bedrijfsvoering werd afgebouwd, de regeringscommissaris geschrapt. De grendels die verhinderden dat het overheidsbelang onder 50 procent zakte, zijn weg. Een vermindering van het overheidsaandeel is voor mij fetisj noch taboe. Dat heb ik altijd gezegd. Maar je mag zoiets niet alleen financieel bekijken. Het belang van het bedrijf, de werknemers en de dienstverlening moet je altijd in rekening nemen.”
Hoe ziet u de sector evolueren?
De Croo:“Uiteindelijk wordt alles streaming. Ook wat je rechtstreeks bekijkt. Vandaag is het al perfect mogelijk om een internetabonnement te nemen, met daarnaast een abonnement op Stevie voor tv en op Spotify of Deezer voor muziek. Daar gaat de markt naartoe. De consument koopt toegang tot het internet en kiest welke media hij daarop wil. We moeten zorgen dat er providers zijn die gewoon internet aanbieden, en niet zozeer ook tv en andere zaken.”
Uw visie gaat tegen de markt in. De trend is bundeling.
De Croo:“We zullen zien of dat zo blijft. Operatoren proberen natuurlijk zoveel mogelijk dienstverlening bij één klant te brengen. Dat begrijp ik.”
Ze bieden ook exclusieve inhoud aan. Dat betekent nog meer klantenbinding.
De Croo:“Dat mag. In de VS zie je de strijd tussen de spelers met bundels en degenen met ‘over the top’-producten (diensten buiten directe controle van de operatoren, zoals Netflix of WhatsApp, nvdr). Die laatste pakken zeer grote marktaandelen. Meer en meer mensen kopen gewoon internettoegang en zoeken dan wat ze willen horen of zien. Tien à vijftien jaar geleden zei men dat wie de inhoud kon leveren, de baas was. Dat wordt werkelijkheid. Maar de operatoren proberen zoveel mogelijk dingen te bundelen. Dat is normaal.”
Michiel Boersma, de voorzitter van PostNL, blameert u voor de mislukking van de overname door bpost. U zou te veel interviews hebben gegeven.
De Croo:“In Nederland heb je een niveau van politieke inmenging dat in België nooit zou worden aanvaard. Dat is na de verschillende reconstructies duidelijk. Een buitenlandse minister die mij belt om te zeggen dat ik in de raad van bestuur tussenbeide moet komen om iets stil te leggen? Zo werkt dat in België niet. Als aandeelhouder van bpost zijn bepaalde zaken voor ons belangrijk. Voor de rest bepaalt het bedrijf zelf zijn strategie.
“Soms kreeg je de indruk dat je niet in Nederland bezig was, maar in Rusland. En als je niet vooraf met de Nederlandse politici spreekt, dan zeggen die dat ze de wet gaan veranderen. Want dat zei minister Kamp eigenlijk: als PostNL door een Belgisch bedrijf wordt overgenomen, dan nemen we de universele postbedeling uit hun handen. Ik wist niet dat zoiets in Europa nog kon.”
Zes werkgeversorganisaties roepen op om dringend de vennootschapsbelasting te verlagen van 33,99 naar 22 procent. Dat dossier zit geblokkeerd?
De Croo:“De premier heeft het Planbureau, de Nationale Bank en de Hoge Raad voor Financiën gevraagd een aantal scenario’s op te stellen. Het is belangrijk dat we precies weten welke de effecten zijn van zulke maatregelen voor de verschillende types bedrijven. In mijn ogen moeten we naar een verlaging en niet enkel een vereenvoudiging van de vennootschapsbelasting. Maar met een stuk eerlijkheid in het systeem. De notionele-intrestaftrek is nuttig, ook kmo’s gebruiken die. Hij zorgt ervoor dat de kapitaalstructuur van onze bedrijven een stuk sterker is dan in andere landen. Maar hij was nooit bedoeld om bedrijven die veel winst maken jaar na jaar geen belastingen te doen betalen. Dat corrigeren lijkt me te verdedigen.”
Is het wat u betreft daarna dan even gedaan? Uw achterban hamert op fiscale stabiliteit.
De Croo:“Deze regering heeft veel jobs gecreëerd. Daar ben ik trots op, maar uiteindelijk is nog maar een derde van de verlaging van de personenbelasting en van de lasten op arbeid uitgevoerd. Fase 2 en 3 komen in 2018 en 2019. Daar moet je tijd voor laten. De grootste fout die we kunnen maken, is nu opnieuw allerlei steekvlamfiscaliteit door te voeren.”
Zoals een meerwaardebelasting?
De Croo:“Aan het begin van de legislatuur heb ik een taxshelter voor start-ups opgezet. Wie geld investeert in een startende onderneming, kan een belastingaftrek van 30 tot 45 procent van dat bedrag krijgen. Die maatregel werkt. Er is vorig jaar 20 tot 30 procent méér geïnvesteerd in start-ups. Schitterend. Als je zoveel mogelijk kapitaal in onze economie aan het werk wil zetten, moet je geen maatregelen nemen die daar regelrecht tegenin gaan.
“Er moet niet per se meer geld naar de overheid gaan. Aan overheidszijde moet je vooral de inkomsten naar beneden krijgen. Dat doen we ook. De belastingdruk is met 1,2 procentpunt gedaald. Dat is de eerste keer in vijftien jaar. De overheidsuitgaven zijn 1 procentpunt gedaald, maar wij hebben de inkomsten forser doen dalen.
“Dat is in mijn ogen de juiste aanpak: eerst de belastingen verlagen om meer economische activiteit te scheppen. Daarna kan je een ander essentieel probleem aanpakken: onze activiteitsgraad. Mochten we hetzelfde activiteitsniveau hebben als in Oostenrijk, dan zijn hier bijna een miljoen mensen meer aan de slag. Dat betekent minder uitgaven en meer inkomsten voor de overheid. Met de hervorming van de arbeidsmarkt – werkbaar werk, e-commerce, enzovoort – doen we een grote stap vooruit. Zo krijgen we de begroting structureel weer in orde. Deze regering zal 200.000 jobs creëren, maar eigenlijk is het dubbele nodig. Dan begin je een beetje in de juiste richting te gaan.”
Uw hervorming van de e-commerce toont hoe moeilijk het is om de Belgische economie te digitaliseren.
De Croo:“Onze zwakheden in de klassieke economie – arbeidskosten, te weinig flexibiliteit, protectionisme in een aantal domeinen – worden nog veel groter in de digitale economie. We gingen ervan uit dat de retailsector bijna fysiek beschermd was tegen buitenlandse concurrentie. Een mens ging wel eens shoppen in het buitenland, maar niet elke dag. Maar als een groeiend deel van de aankopen elektronisch kan, komt onze retail wél in concurrentie met het buitenland. Dat de prijzen in de supermarkten hier hoger zijn heeft te maken met arbeidskosten, maar vooral met te weinig flexibiliteit. In Nederland begint de nacht om middernacht, bij ons om 20 uur. Dat is een gigantisch verschil. Ik heb de nachtarbeid aan het begin van deze legislatuur op tafel gelegd. Het is bijzonder moeilijk geweest om daarin beweging te krijgen. De vakbonden hebben niet meegewerkt, maar de werkgevers ook veel te weinig. Als je de digitale ontwrichting ziet aankomen kun je twee dingen doen: wachten tot ze er is, of doen zoals bpost en zeggen: als die disruptie er toch komt, waarom doen we het dan niet zelf?”
Hoe wilt u uw ambtsperiode afsluiten?
De Croo:“Vandaag heb ik twee grote prioriteiten. De digitalisering van de overheid moet een stuk sneller gaan. Wij brengen daar nieuwe informatiseringmethodes (onder meer een overheidsclouddienst en een Digital Transformation Office, dat de federale informaticadienst Fedict vervangt, nvdr). Er komt een mobiele elektronische identiteitskaart, die via smartphones werkt. Ze is bijna klaar. Een tweede prioriteit is mensen te wapenen voor de digitale economie. Bij investeringen denken we nog altijd aan fysieke infrastructuur. In mijn ogen zijn opleiding en competenties de nieuwe infrastructuur. Daar zou een veel groter deel van de Juncker-fondsen (het Europees Fonds voor Strategische Investeringen, nvdr) naartoe moeten gaan. Kmo’ers zeggen me dat ze grote moeite hebben om de juiste vaardigheden te rekruteren voor hun overgang naar de digitale economie. Denken dat de oplossing alleen van de jonge mensen komt, is fout. Wij moeten iedereen meekrijgen. Daar moeten we heel wat tandjes bijsteken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier