Mechelen schakelt als eerste openbaar bestuur Doccle in voor een aantal diensten. Doccle is een gratis onlinedienst waarop consumenten documenten van verschillende leveranciers kunnen laten toekomen, betalen en archiveren voor minstens zeven jaar.
Mechelen schakelt als eerste openbaar bestuur Doccle in voor een aantal diensten. Doccle is een gratis onlinedienst waarop consumenten documenten van verschillende leveranciers kunnen laten toekomen, betalen en archiveren voor minstens zeven jaar.
Dat precies de stad Mechelen als eerste de stap naar Doccle zet, hoeft niet te verwonderen. Telenet, met hoofdzetel in Mechelen, was drie jaar geleden een van de initiatiefnemers voor het project. Maar ook los daarvan kan de stad van burgemeester Bart Somers bogen op een digitale ‘e-government’-traditie, met verschillende bekroningen voor zijn website en onlangs nog een digitale ‘Visit Mechelen’-app voor bezoekers. De stad begint wel voorzichtig met Doccle. Vanaf september gaat het om documenten met betrekking tot de openbaarheid van bestuur, economische vergunningen en een aantal interne documenten voor het personeel. Later volgt uitbreiding. “We streven ernaar om in 2020 alle dienstverlening digitaal te kunnen aanbieden”, laat schepen van Financiën en ICT Walter Schroons weten.
Op Doccle kunnen consumenten gratis hun documenten van verschillende leveranciers veilig en gegroepeerd beheren en bewaren. Betaling kan via de Bancontact Mobile-app. Sinds kort is er ook een Doccle-app voor iOS en Android om de dienst te beheren.
Doccle legde vandaag zijn beloften vast in een charter. De dienst is gratis en belooft dat te blijven. De documenten worden minstens zeven jaar bewaard en langer indien wettelijk vereist. Marketing of promotie krijgen geen plaats. Het platform respecteert uiteraard de privacy- en e-commercewetgeving en de strengste beveiligingseisen. “We beloven de gebruikers dat er geen concessies op de kwaliteit zullen worden gedaan”, zegt Doccle-CEO Bram Lerouge, de voormalige directeur business development van Acerta. Ook minister Alexander De Croo, federaal verantwoordelijk voor de digitale agenda, ondertekent het charter.
Dienst maakt al winst
Doccle concurreert in hoge mate met het Zoomit-betalingsplatform van Isabel, met daarachter de Belgische banken. Desondanks claimt Doccle al 511.000 gebruikers. Zoals typisch voor dit soort clouddiensten dalen de kosten per deelnemer naargelang het aantal participanten groeit.
De coöperatieve Doccle cvba, de werkmaatschappij, draaide vorig jaar al een bedrijfswinst van 153.000 euro over een brutomarge van 644.000 euro. Behalve van de oorspronkelijke initiatiefnemers Acerta, Christelijke Mutualiteiten en Telenet kunnen geregistreerde gebruikers op Doccle nu ook documenten ontvangen van KBC, UZ Leuven (loondocumenten), de Antwerpse waterdistributiemaatschappij Water-Link, de drinkwatermaatschappij Farys (het voormalige TMVW), het Acerta-softwarefiliaal Shéhérazade, De Watergroep, AVEVE, Van Breda Risk & Benefits, OLV Aalst (patiëntenadministratie) en het ACV. In september komt daar dus de stad Mechelen bij.
De financiers van het systeem zijn uiteraard de verzenders, die hopen om zo snel mogelijk hun papierstroom te verminderen. “Met dit systeem moeten we een pak minder poststukken versturen. Een aanzienlijke besparing”, signaleert adviseur Alain Conrath van de Christelijke Mutualiteiten met zijn 4,5 miljoen leden. KBC ziet Doccle als de archiveringscomponent van zijn digitale transactieplatform Touch. Telenet onderstreept vooral dat Doccle eindelijk een plek biedt om alle digitale documenten op één plek te vinden. “De klant raakt tegenwoordig opgezadeld met een wildgroei aan plaatsen”, vindt communicatiedirecteur Ann Caluwaerts.
Doccle Up, de naamloze vennootschap die het Doccle-platform laat ontwikkelen, is in 2012 opgericht door Acerta, het Nationaal Hulpfonds (Christelijke Mutualiteiten) en Telenet. Zij investeerden ondertussen elk 635.000 euro voor een derde van de aandelen. De ontwikkeling is uitbesteed aan Atos Worldline. Doccle Up maakte vorig jaar nog een bedrijfsverlies van 210.000 euro. Omgerekend per maand was dat een kwart minder verlies dan in het opstartjaar.
