Artificiële intelligentie verandert de werkvloer razendsnel. Routinetaken verdwijnen, juniorfuncties schuiven op en organisaties moeten hun interne taakverdeling herdenken. Banen verdwijnen niet massaal, maar het werk verandert wel, blijkt uit het onderzoek van Laura Nurski.
Laura Nurski nuanceert de doemscenario’s rond massaal banenverlies en legt de nadruk op de keuzes die organisaties nu maken: “Het gaat niet om machines die ons werk overnemen, maar om mensen die beslissen hoe artificiële intelligentie (AI) wordt ingezet.” Ze is assistant professor van de Acerta Chair AI at Work (KU Leuven) en head of programme Future of Work bij het Centre for European Policy Studies (CEPS). Nurski was onlangs te gast bij Vocap (Vereniging voor organisatie-, consumenten- en arbeidspsychologie) om te spreken over de invloed van AI op het werk. Vocap verenigt professionals gespecialiseerd in de organisatorische en menselijke kant van organisaties. Het organiseert op 27 november in Antwerpen een congres over de psychologie van het conflict.
Aan het begin van de jaren 2010 voorspelden studies dat bijna de helft van alle banen zou verdwijnen door slimme software en robots. Administratie, boekhouding en productiearbeid, alles leek vogelvrij. “De voorspellingen waren somber”, zegt Laura Nurski. “Vandaag blijkt vooral dat de taken verschuiven. Banen verdwijnen niet, ze krijgen een andere inhoud.”
‘Leidinggeven, onderhandelen, complexe analyses maken, samenwerken, ethisch beladen beslissingen nemen en mentorschap blijven mensenwerk’
AI kan op drie manieren werk beïnvloeden: het maakt werknemers productiever, automatiseert taken en creëert nieuwe opdrachten. Vooral repetitieve, voorspelbare taken staan onder druk, zegt Nurski: “Eenvoudige schrijfopdrachten op freelanceplatforms, standaardrapporten, mails, notulen en spreadsheets – dat zijn allemaal zaken die AI nu sneller en goedkoper kan uitvoeren. Ook eenvoudige administratieve opdrachten, standaardvragen bij klantenservice of basisprogrammering behoren daartoe.”
Instapbanen
Wat AI niet kan, zijn taken die creativiteit, strategisch inzicht of menselijk oordeelsvermogen vergen. “Leidinggeven, onderhandelen, complexe analyses maken, samenwerken, ethisch beladen beslissingen nemen en mentorschap blijven mensenwerk. Ook het interpreteren van een context, het maken van inschattingen en sociale interacties zijn domeinen waarin AI beperkt blijft”, legt Laura Nurski uit. Kortom, repetitief en voorspelbaar werk verdwijnt sneller, terwijl complex, creatief en relationeel werk bij de mens blijft. “We zien een duidelijke taakverschuiving, geen massale banenvernietiging”, benadrukt Nurski.
In een eerste golf van optimisme leek generatieve AI een grote gelijkmaker te worden. Juniorprofielen konden sneller meedraaien op seniorniveau. Medewerkers van klantendiensten losten sneller klachten op, consultants maakten betere aanbevelingen en programmeurs codeerden vlotter. “Het idee was dat AI expertise kon democratiseren en middengeschoolde functies meer kansen zou geven.”
Maar dat narratief kantelt, merkt Nurski op. Generatieve AI – die een stap verder gaat dan traditionele AI en zelf data kan creëren op basis van patronen – blinkt vooral uit in eenvoudige taken, precies de taken die aan juniors worden toevertrouwd. Daarmee dreigt de eerste sport van de carrièreladder weg te vallen. “Wat ik vroeger aan een junior vroeg, een eenvoudige data-analyse of het scannen van papers bijvoorbeeld, laat ik nu vaak door AI doen”, zegt Nurski. “Dat zet de leer- en groeicurve van juniors onder druk.”
‘Stop je met juniors op te leiden, dan ondermijn je je eigen toekomst. Instapbanen zijn de fundamenten voor de seniors en managers van morgen’
Het schrappen van instapfuncties is geen technologische noodzaak, maar een strategische keuze, legt Laura Nurski uit: “Organisaties beslissen zelf of ze AI gebruiken om juniors te ondersteunen of om hun functies te schrappen. Wie kiest voor het tweede, riskeert uitholling. Zonder instapbanen droogt de talentenpijplijn op.” Instapfuncties zijn geen wegwerpbanen, maar leerscholen. Ze bieden situatiebewustzijn, sociale vaardigheden en kennis die geen enkel algoritme kan vervangen. “Stop je met juniors op te leiden, dan ondermijn je je eigen toekomst”, waarschuwt Nurski. “Instapbanen zijn de fundamenten voor de seniors en managers van morgen.”
AI biedt kansen om werk opnieuw vorm te geven. “Bedrijven kunnen nadenken welke taken AI overneemt – zoals eenvoudige analyses, administratieve opvolging of data-extractie – en welke taken starters juist leerkansen geven. Zo worden instapbanen opnieuw gedefinieerd als fundament voor de toekomstige seniorprofielen.”
Evenwicht zoeken
AI kan ook veiliger werk opleveren. Wearables en sensoren detecteren sneller risico’s, digitale tweelingen en virtuele realiteit maken het mogelijk machines op afstand te inspecteren, en autonome productieprocessen houden mensen weg van gevaarlijke installaties. “AI maakt het werk niet alleen efficiënter, maar ook mensvriendelijker.” Tegelijk ontstaan nieuwe risico’s, zoals technostress en cognitieve onderbelasting. “Werknemers die taken te makkelijk aan AI overdragen, worden minder alert en betrokken. Het vinden van een evenwicht tussen productiviteit en welzijn wordt een cruciaal aandachtspunt.”
Niet overal werkt AI hetzelfde door. In de Verenigde Staten voelen pas afgestudeerden en freelancers de impact het eerst. Juniors verliezen instapklussen, freelancers zien eenvoudige opdrachten wegvallen. In Europa gebeurt dat voorlopig minder. Laura Nurski: “Sterkere arbeidsmarktinstituties, regelgeving rond werktijden en andere beschermingen zorgen voor een buffer. In Europa gaat het momenteel eerder om upgrading. Dat is een verschuiving van middengeschoolde naar hooggeschoolde banen, in plaats van polarisering zoals in de Verenigde Staten.”
Sector, gender en geografie spelen ook een rol. Hooggeschoolde administratieve functies zijn gevoeliger voor AI, manuele beroepen zijn dat vooral voor robotisering. Vrouwen werken vaker in AI-blootgestelde dienstverlenende functies, mannen in technische functies: “In steden is de impact groter dan in landelijke gebieden, omdat de dienstensector daar sterker vertegenwoordigd is.”
Uit het onderzoek van Nurski blijkt dat de toekomst van werk met AI niet vastligt. Technologie dicteert niets; dat doen organisaties, beleidsmakers en werknemers. “We staan voor een kantelpunt”, zegt ze. “AI kan de carrièreladder afbreken, of die opnieuw opbouwen. De keuzes van vandaag bepalen de werkvloer van morgen. Het is een kans om taken slimmer te verdelen, juniors te laten groeien en organisaties veerkrachtiger te maken.”