Agetechsector is wereldwijd 17 biljoen dollar waard

OUDERENZORG "Vlaanderen heeft alle troeven om de agetechvallei van Europa te worden." © Getty Images
Melanie De Vrieze Freelance

Door de vergrijzing is agetech een boomende sector. Toch is innoveren in de ouderenzorg niet altijd makkelijk, onder meer door de regelgeving en de verschillende snelheden bij zorginstellingen en start-ups. Daar weten de voortrekkers Nobi, Jane en Cubigo alles van.

De coronapandemie heeft het debat over kwalitatieve ouderenzorg op de agenda gezet. De Dag en Week Van De Zorg op 15 mei en de driedaagse zorgbeurs Inspire Health & Care, die eerder deze week in Gent plaatsvond, zetten het thema nog wat meer in de schijnwerpers. De vergrijzing gaat in ijltempo door. Vijftigplussers maken al 35 procent van de populatie uit.

Die bevolkingsgroep spendeert ook stevig. Wereldwijd vertegenwoordigt ze een markt van meer dan 17 biljoen dollar. Dat is minstens zoveel als de hele Duitse economie. “Agetech staat nu waar fintech in 2007 stond. De sector zal de komende tien jaar mainstream worden”, zegt Dirk Schyvinck van Birdhouse, dat een acceleratorprogramma uitwerkte voor de langerleveneconomie. In het programma zitten agetechexperts uit Frankrijk, Italië, Spanje en Portugal. “We geven start-ups en scale-ups een overzicht van de spelers, de markten, de ecosystemen en de investeerders.”

Toch wordt ouderenzorg vaak als problematisch gezien. “Het is een vooroordeel dat ouderen niet vertrouwd zouden zijn met technologie. De pandemie heeft het tegendeel bewezen. Hoe groter de vergrijzing in een land, hoe groter de inzet van technologie. Kijk maar naar Japan.”

Sterke transitie

In ons land hielden start-ups zich al langer bezig met toepassingen voor ouderen, maar niet altijd onder het label van agetech. “Denk maar aan de zorgrobot Zora, die samen met de ouderen revalidatie-oefeningen doet”, aldus Schyvinck.

Intussen storten tal van Belgische start-ups zich op de ouderenzorg. De data-inzichten van Watcherr, een gezondheidsmonitor voor onder meer bejaardentehuizen, geven een volledig beeld van de gezondheid van de bewoners. “Hoplr is sinds kort met een conciërgeservice voor oudere mensen begonnen. Zipster is een digitaal doorverwijzingsplatform voor zorgverleners, terwijl Memoride aan bewoners van woon-zorgcentra beelden uit hun vroegere buurt toont, terwijl ze op de fiets zitten”, zegt Dirk Schyvinck. “Er is ook Nestor, een uitzendbureau voor vijftigplussers, dat ook een filiaal in Nederland heeft.”

In de zorgsector is er een sterke transitie aan de gang, zegt ook Sarah Perneel van Arseus Medical, een verdeler van medisch materiaal en apparatuur in de Benelux. “Belangrijk is dat de technologie een probleem oplost op een minimaal ingrijpende manier, interactief is en vooral gemakkelijk te gebruiken.”

Artificiële intelligentie

Voortrekkers van de agetech zijn Jane, Nobi en Cubigo. Jane, gefinancierd en in de markt gezet door Belfius Insurance en Boston Consulting Group Digital Ventures, brengt de dagelijkse routine van senioren in kaart. “Via sensoren detecteren we patronen en bewegingen”, zegt Christophe Moortgat, de CEO van Jane. “De artificiële intelligentie herkent afwijkingen, zodat de familie of de thuisverpleging kan ingrijpen. Wordt er minder of geen beweging geregistreerd, dan kan een zorgverlener bijvoorbeeld vermoeden dat de senior gevallen is en hulp nodig heeft. Zowel mensen thuis als in woon-zorgcentra gebruiken onze oplossing.”

Jane beschikt al over miljoenen uren data. In België werkt het nauw samen met de ziekenfondsen, internationaal met verzekeraars en de telecomsector. De start-up is actief in Portugal, Spanje, Nederland, Duitsland en Oostenrijk.

Slimme lamp

Nobi wil ouderen zo lang mogelijk onafhankelijk, waardig en gelukkig helpen leven, waar ze dat willen. De scale-up ontwikkelde een slimme lamp die inzet op valdetectie en -preventie. “We wilden geen invasieve technologie, maar mikten op een dagelijks voorwerp, dat er niet uitziet als een medisch of monitoringtoestel”, zegt medeoprichter Roeland Pelgrims. De komende jaren wil Nobi evolueren naar een techbedrijf met een gamma producten en diensten. Naast valpreventie en -detectie zal de lamp van Nobi ook gedragspatronen, de slaapkwaliteit, de bloeddruk, de zuurstofsaturatie en andere medische en welzijnsparameters monitoren. “Dat is cruciaal voor een gezondheidszorg die de switch maakt van curatief naar preventief.”

Agetech staat nu waar fintech in 2007 stond. De sector zal de komende tien jaar mainstream worden’

Dirk Schyvinck, Birdhouse

Vlaanderen heeft alle troeven om de agetechvallei van Europa te worden, met goede universiteiten, een matuur zorgnetwerk en innovatie, voegt Pelgrims eraan toe. “De succesvolste zorginnovatiehubs zijn Scandinavië, Nederland, Vlaanderen, Israël en Zwitserland. Die vrij kleine omgevingen zijn dankbare proeftuinen. De fout die start-ups zeker niet mogen maken, is Vlaanderen te veel als thuismarkt te bekijken en de regio als maatstaf voor hun ontwikkeltraject te nemen. Als eindmarkt is Vlaanderen voor bijna elk type innovatie te klein.”

Ook Birdhouse merkt dat start-ups nog te regionaal denken. Voor zijn acceleratorprogramma trok het daarom internationale agetechstart-ups aan, zoals Virtuleap en Kuvu. “De internationalisatie in Europa staat hoog op hun agenda. Het is de bedoeling dat ze de Belgische start-ups meetrekken”, zegt Dirk Schyvinck.

Noord-Amerika

Cubigo richt zich vooral op de Noord-Amerikaanse, Canadese en Engelse markt, waar 65-plussers in residenties wonen die aanvoelen als hotelresorts. Het softwareplatform brengt niet-medische diensten en applicaties voor senioren bij elkaar. Via Cubigo bestellen ze hun eten en hebben ze toegang tot de onderhouds- en de klusjesdienst, en vervoer. Ze gebruiken die diensten via een iPad, smartphone of tv-toestel. Op die manier kunnen de 65-plussers zo lang mogelijk zelfstandig wonen. “We weten wanneer iemand bezoek krijgt, naar de eetruimte gaat, wat en wanneer hij eet, welke activiteiten hij doet, hoeveel stappen hij zet enzovoort”, legt oprichter en CEO Geert Houben uit. “Die data gebruiken we niet alleen om de diensten te personaliseren, maar ook om bijvoorbeeld vereenzaming te voorspellen.”

De voorbije jaren haalde Cubigo 10 miljoen euro kapitaal op, voornamelijk via de familie Van Deurzen en de Limburgse Reconversiemaatschappij. “Volgend jaar willen we een nieuwe investeringsronde doen in de Verenigde Staten om daar nog sneller op te schalen.”

Hij ziet twee belangrijke strategieën om te groeien. Enerzijds wil Cubigo evolueren van een digitaal naar een intelligent platform. “Artificiële intelligentie en machinelearning leggen verbanden en doen voorspellingen die mensen niet meer zien.” Anderzijds wil Cubigo ook mensen helpen die in een straal van 15 kilometer wonen rond de 600 sites waarin ze opereren. “Zij kunnen thuis blijven wonen door de diensten die onze klanten via Cubigo aanbieden, zoals de thuisverplegingsploeg, het onderhoudsteam, de keuken en transportmiddelen.”

Andere prioriteiten

Innoveren in agetech is niet vanzelfsprekend. Toch zag Nico De fauw, directeur van In4care, een organisatie die de innovatie in de zorg volgt, de voorbije vijf jaar een mooie evolutie, onder meer door de pandemie. “De grote uitdaging is de snelheid van de start-ups te verzoenen met die van de welzijnssector, die soms andere prioriteiten heeft. De focus ligt op de handen aan het bed en de zorg voor de bewoners. De sector komt er niet altijd toe ver genoeg vooruit te kijken of nieuwe zaken te verkennen. Die rol willen wij spelen. We willen de welzijnssector laten kennismaken met innovatieve oplossingen die ervoor zorgen dat de medewerkers minder tijd hoeven te besteden aan administratie.”

ROELAND PELGRIMS
ROELAND PELGRIMS “De enige manier om de kloof tussen zorgbehoevenden en zorgverstrekkers te overbruggen, is met technologie.”

Innovatie betekent niet alleen betere zorg voor de bewoners en de mantelzorgers, maar moet ook de medewerkers proberen te behouden en nieuwe aantrekken. “Mensen zijn het gewoon razendsnel online boodschappen te doen, te communiceren en reizen te plannen. Als een jongere vandaag in een zorgorganisatie aan de slag gaat, lijkt het soms alsof hij twintig jaar terug in de tijd gekatapulteerd wordt. Dat leidt ertoe dat mensen afhaken.”

Organisaties moeten durven in te zetten op innovatie en zorgprocessen aan te passen, ondersteund door nieuwe technologieën. Op die manier ervaren ze wat de meerwaarde ervan is. “Maar de verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij de zorg- en de welzijnssector”, zegt Nico De fauw. “Start-ups spreken soms een andere taal. Termen als ‘incubatoren’ en ‘vermarkten’ staan als een tang op een varken in de zorg. Daardoor krijg je de illusie dat het alleen maar om business gaat en minder over het verbeteren van de zorg, wat niet klopt.”

Cocreatie

Daarnaast merkt De fauw dat start-ups vaak te laat met een oplossing of een idee naar de zorgsector stappen. “Er worden soms oplossingen gemaakt voor problemen die niet bestaan. Daarom is het bij elkaar brengen van zorg en start-ups zo belangrijk, zodat ze samen een innovatietraject kunnen afleggen en samen groeien.”

De typische werkwijze van start-ups – een oplossing ontwikkelen, die drie of vier keer testen en ze verder aanpassen – werkt minder goed in een omgeving met vaste structuren, processen en een regelgevend karakter, vindt ook Roeland Pelgrims. “In de ouderenzorg ligt de druk hoog. Ze hebben weinig ruimte om mee te draaien in dat typische start-upproces. We zouden structureel meer ruimte en financiële vrijheid kunnen creëren, zodat de zorginstellingen worden beloond om deel te nemen aan innovatieprocessen die later resulteren in betere zorg en werkkwaliteit. Verwachten dat een start-up naar de markt komt met een oplossing die vanaf dag één alle problemen van een zorginstelling oplost en naadloos kan worden geïntegreerd in bestaande systemen, is niet realistisch. Dat type innovatie bestaat niet.”

Verwachten dat een start-up naar de markt komt met een oplossing die vanaf dag één alle problemen van een zorginstelling oplost, is niet realistisch’

Roeland Pelgrims, Nobi

Cubigo vindt het evenmin gemakkelijk om te innoveren in agetech. “De sector is het gewoon om veel menselijk contact te hebben en niet zozeer met technologie aan de slag te gaan”, zegt Geert Houben. “Het grootste obstakel in Europa is de financiering via de derdebetalersregeling. Dat betekent dat applicaties moeten worden goedgekeurd en een bepaalde certificering moeten halen om in het terugbetalingscircuit terecht te komen. In de Verenigde Staten gaat het vooral om private organisaties. Daar gaat de innovatie sneller. De markt is er ook groter. Dat kun je niet vergelijken met het versnipperde Europa.”

De afwezigheid van een terugbetaalsysteem mag geen blokkerende factor zijn, zegt Sarah Perneel. “We moeten bekijken hoe we dat in een financiële langetermijnstructuur kunnen inkapselen om tot een duurzaam model te komen. Daar zit de grote flessenhals. Veel startende bedrijven richten zich tot een accelerator of een incubator, maar evenveel starters verdwijnen.”

Roeland Pelgrims verwijst ten slotte ook naar het conservatieve kader. “In het parlementaire debat over de toekomst van ouderenzorg gaat het over meer handen aan het bed. Dat is een mooie doelstelling, maar ook een naïeve. Vandaag zijn er meer dan 6.000 openstaande vacatures voor zorgpersoneel. Natuurlijk moeten we het beroep aantrekkelijker maken, maar we hebben de demografie tegen. De volgende decennia zullen er almaar meer ouderen zijn en almaar minder verplegend en verzorgend personeel. Meer handen aan het bed is als ambitie niet voldoende. De enige manier om de groeiende kloof tussen zorgbehoevenden en zorgverstrekkers te overbruggen, is met technologie. Koude handen die bezig zijn met administratie worden door efficiënte technologie warme handen die focussen op zorg. Technologie moet mensen niet vervangen, maar bevrijden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content