AB InBev verrast met volumegroei, maar schrapt interim-dividend
De brouwer pakt uit met een verrassende volumegroei van bijna 2 procent in het tweede kwartaal. Door de hoge schuldenlast keert AB InBev geen interim-dividend uit, waardoor analisten vrezen voor het dividend over het volledige boekjaar.
De voorbije jaren waren al niet de beste voor de grootste bierbrouwer ter wereld. Het werd duidelijk dat de overname van SABMiller uit 2016 niet het verwachte schot in de roos is geworden. Daar komt nu de coronacrisis bovenop. De haast wereldwijde lockdown deed de biergigant averij oplopen in het tweede kwartaal door de forse daling van de consumptie buitenshuis. Er zijn al maanden geen grote muziekfestivals en van sportmanifestaties met massaal veel supporters meer. Op die plaatsen vloeit het bier klassiek rijkelijk. Daarnaast ging de horeca in het voorjaar op slot, en nu opnieuw.
Organisch (zonder rekening te houden met overnames en desinvesteringen) zakten de volumes in het eerste halfjaar met 13,4 procent (-14% voor de eigen bieren) door een achteruitgang met 17,1 procent in het tweede kwartaal. Dat was beter dan de -23,2 procent die analisten hadden vooropgesteld dankzij een verrassend goede maand juni. Toen gingen de horecazaken opnieuw open. Die positieve lijn werd doorgetrokken tijdens de zomermaanden. De analisten hadden zich schrap gezet, maar AB InBev pakte uit met een verrassende volumegroei van 1,9 procent (+2,6 procent voor de eigen bieren) in het derde kwartaal. Daardoor wordt de coronaschade in volumetermen teruggebracht tot -8,2 procent na negen maanden. De organische omzetgroei lag met 4 procent (-12% in eerste jaarhelft) nog wat hoger dan de volumegroei, maar dat zijn we intussen gewoon bij de bierreus. Vooral Brazilië deed het verrassend goed in het derde kwartaal.
Opluchtingsrally
Analisten en beleggers putten vooral moed uit de organische volume- en omzetgroei. Dat leidde tot een bescheiden opluchtingsrally. Dat is ook het meest florissante deel van het resultatenrapport. Waar AB InBev ervoor bekend stond te mikken op zo hoog mogelijke marges, veeleer dan volume- of omzetgroei, heeft het bedrijf de voorbije maanden toch meer gefocust op omzetherstel. Ondanks de organische volume- en omzetgroei was er toch een winstdaling, al blijft AB InBev in de sector een indrukwekkend hoge winstmarge scoren. De onderliggende winst per aandeel zakte van 0,94 naar 0,80 dollar per aandeel in het derde kwartaal (analistenconsensus 0,77 dollar). Na negen maanden staat de onderliggende winst per aandeel op 1,71 dollar per aandeel. Dat is 37,5 procent minder dan in de periode januari-september 2019.
De overname van SABMiller zadelt AB InBev al jaren op met een hoge schuldenlast. Vandaar de beslissing om geen interim-dividend uit te keren. Vorig jaar was dat nog 80 eurocent per aandeel en analisten hadden op een halvering tot 40 eurocent gerekend. De obligatiehouder zal het graag lezen, de aandeelhouder iets minder graag. Sommige analisten achten het mogelijk dat er weleens geen dividend over het volledige boekjaar wordt betaald. Halfweg het jaar was de schuldgraad (verhouding netto financiële schuld ten opzichte van de bedrijfskasstroom) weer opgelopen tot bijna 5.
De vooruitzichten voor het vierde kwartaal worden alvast in Europa weer erg vertroebeld door een zware tweede coronagolf die haast overal de horeca weer op slot zet.