Familyoffices, de investeringsvehikels van vermogende families, beheren in ons land gemiddeld 654 miljoen euro. Achter dat cijfer gaan grote verschillen schuil.
Familyoffices zijn een relatief jong fenomeen in de Benelux. Ze bezitten aanzienlijke vermogens, beheren die op een steeds professionelere manier en schuwen daarin de risicovolle beleggingen niet.
De private Bank Mercier-Van Lanschot en het onderzoeksbureau Campden Wealth publiceren vandaag een breed marktonderzoek. Ze ondervroegen 59 family offices in voornamelijk de Benelux. Vier op de vijf zijn zogenoemde singlefamilyoffices, die het vermogen van een enkele familie beheren.
De gemiddelde totale vermogenswaarde van de deelnemende familiekantoren bedraagt 1,4 miljard euro. Dat is rekening houdend met de operationele bedrijven, die voor veel vermogende families een groot deel van het familiefortuin uitmaakt. Wanneer de waarde van operationele familiebedrijven wordt uitgesloten, bedragen de gemiddelde activa onder beheer (AuM) – het geld dat daadwerkelijk wordt beheerd – gemiddeld 654 miljoen euro.

Al zit er heel wat diversiteit achter die gemiddeldes. Zo heeft 51 procent van de kantoren een totaal vermogen van meer dan 500 miljoen euro, 30 procent bezit tussen de 251 en 500 miljoen en 19 procent tussen 100 en 250 miljoen.
Ook het vermogen onder beheer varieert. Een derde (31%) beheert meer dan 500 miljoen, hetzelfde aandeel (31%) beheert 251 tot 500 miljoen en 38 procent heeft 100 tot 250 miljoen onder beheer.
Volle vertrouwen in private equity
De beheersportefeuilles worden gedomineerd door twee activaklassen: beursgenoteerde aandelen en private equity, zijnde investeringen in niet-beursgenoteerde bedrijven. De twee catgorieën zijn goed zijn voor elk 27 procent van het gemiddelde beheerde vermogen. Vastgoed volgt op de derde plaats met 18 met procent.
Historisch gezien heeft private equity de beste rendementen geleverd, schrijft het rapport, met een geschat jaarlijks rendement van 12 procent over de jongste 25 jaar, tegenover 9 procent voor Amerikaanse beursgenoteerde aandelen (S&P500).
Ondanks recente tegenvallers in private equity blijven de investeerdersfamilies erin geloven. Gevraagd naar hun plannen voor de komende 12 maanden, gaf een derde aan hun blootstelling aan private equity te willen verhogen. Voor geen enkele andere activaklasse was het enthousiasme zo groot.
Driekwart van de kantoren doet aan directe private-equity-investeringen, waarbij de familie zelf de bedrijfsstrategie mede bepaalt en haar ondernemerservaring inzet. Die aanpak is vooral onder oprichters van de eerste generatie populair, maar zis complex en vereist een professionele aanpak. Andere populaire private-equity-strategieën zijn groei en overnames.
Een derde van de families noemt zichzelf buy&hold-beleggers die de beleggingen voor de lange termijn aanhouden. Dat maakt dat hun beleggingsportefeuilles doorheen de jaren niet sterk veranderen.
Jong en behoefte aan professionalisering
Het rapport legt ook bloot hoe jong het concept van familyoffices is in onze contreien. Bijna een derde (29%) werd na 2020 opgericht en 60 procent na 2010. Die jeugdigheid noopt tot professionalisering die ze deels via externe dienstverleners aan boord halen.

Zo voeren externe professionals vaker uitvoerende functies uit. Meer dan de helft van de kantoren heeft bijvoorbeeld een CEO die geen familielid is. Functies zoals chief investment officer (CIO) en chief financial officer (CFO) worden voornamelijk door werknemers of externen vervuld, omdat hiervoor specifieke externe kwalificaties of ervaring vereist zijn, klinkt het. Bestuursfuncties worden dan weer vooral door familieleden ingevuld.
Het rapport geeft ook een inkijkje in het denken en de prioriteiten van de vermogende families. Bovenaan de doelstellingenlijst staat het behoud en de groei van het familievermogen. Voor 91 procent is dat het belangrijkste, gevolgd door de professionalisering van het beleggingsbeheer. Daarna volgen erfeniszaken en continuïteit.
