100 jaar Roche in België: ‘Dit land geeft genoeg uit aan gezondheidszorg, maar moet die middelen efficiënter besteden’
Roche viert honderd jaar aanwezigheid in België. Marie-José Borst en Isabelle Decker, de hoogsten in rang bij de Belgische vestigingen, laten hun licht schijnen op wat goed is in ons land – “er is veel innovatie” – en wat minder goed is – “het duurt te lang voor die innovatie bij de patiënt geraakt”.
Het Zwitserse farmabedrijf heeft twee grote vestigingen in ons land: Roche Pharmaceuticals in Anderlecht en Roche Diagnostics in Diegem. Trends sprak met de general managers van die vestigingen. Marie-José Borst komt uit Nederland, maar woont en werkt al ruim twintig jaar buiten Nederland. Ze is sinds mei 2022 de algemeen directeur van Roche Pharmaceuticals in België en Luxemburg. Isabelle Decker begon in juli 2022 als algemeen directeur van Roche Diagnostics Belgium. Ze groeide op in Duitsland, maar werd tweetalig opgevoed door haar Franse moeder en Duitse vader. Ze spreekt dus twee van onze drie landstalen perfect.
Beide dames werken al vele jaren bij Roche, respectievelijk 25 en 11 jaar, en voelen zich helemaal thuis in België. “Ik kwam oorspronkelijk bij Roche met het idee er een paar jaar te werken, maar het is zo’n fantastisch bedrijf met zoveel doorgroeimogelijkheden dat ik gewoon ben gebleven”, zegt Isabelle Decker. Ook Marie-José Borst is vol lof over haar werkgever en de kansen die ze bij Roche kreeg om zich persoonlijk te ontwikkelen.
Wat spreekt u zo aan in het bedrijf?
ISABELLE DECKER. “Het is een heel internationaal bedrijf, maar je kan ook heel lokaal werken. Je hebt een netwerk van mensen in dezelfde functies over heel de wereld en er heerst een heel collaboratieve cultuur binnen Roche. Je kunt dus leren van je collega’s in het buitenland. Dat maakt het leven gemakkelijker. Je staat er nooit alleen voor. Je kunt altijd verbanden leggen met ervaringen in het buitenland. Dat is niet enkel voor individuen heel interessant, maar ook voor het collectief van het bedrijf, voor het gezondheidssysteem of zelfs daarbuiten.”
‘België geeft genoeg geld uit aan gezondheidszorg. Het is zeker niet nodig de budgetten te verhogen, maar de middelen kunnen wel veel efficiënter besteed worden’
Isabelle Decker
algemeen directeur
MARIE-JOSE BORST. “Het is ook waardevol dat Roche alle oplossingen onder één dak heeft om de patiënt van begin tot einde te volgen. Hoewel Isabelle en ik de leiding hebben over twee verschillende entiteiten, op twee locaties in België, werken we nauw samen. We kunnen de hele weg van de patiënt volgen: van preventie, diagnose, behandeling tot de opvolging van de patiënten achteraf.”
We kennen de diagnostische toolkit van Roche vooral van de covid-testen. Roche was het eerste farmabedrijf dat een test had om het coronavirus op te sporen. Wat moeten we verder onder diagnostiek verstaan?
DECKER. “Onze testen komen op twee manieren van pas. Tijdens de pandemie ging het vooral om het screenen van populaties om potentiële cases op te sporen en de pandemie te kunnen managen. Plots wist iedereen wat een PCR-test of een snelle antigen-test was.
“Veel vaker gaat het om testen, bijvoorbeeld op basis van stalen van bloed, speeksel of weefsel van de patiënt, die de dokters kunnen vertellen welke ziekte of welke aandoening de patiënt heeft, zodat een gerichte en gepersonaliseerde behandeling kan worden opgestart. Ongeveer 70 procent van de klinische beslissingen van de dokters wordt beïnvloed door testen.
“Daar kruisen de paden van Roche Pharmaceuticals met die van Roche Diagnostics: hoe beter de diagnose, hoe beter de behandeling. We moeten niet de ziekte behandelen, maar de patiënt. Vandaag gaat slechts 2 procent van het gezondheidsbudget wereldwijd naar diagnose. Dat vind ik waanzinnig weinig. België geeft genoeg geld uit aan gezondheidszorg. Het is zeker niet nodig de budgetten te verhogen, maar de middelen kunnen wel veel efficiënter besteed worden. Kanker kan je bijvoorbeeld veel gerichter behandelen, als je weet over welke kanker en welke mutatie het gaat.”
BORST. “Er is ook geen enkele discussie over dat een gerichte therapie voor longkanker bijvoorbeeld veel beter uitkomsten biedt voor de patiënt. Daarvoor zijn dus testen nodig, die ons helpen het type kanker te identificeren. Voor sommige types van borstkanker kan al op voorhand opgespoord worden of vrouwen een grote kans hebben borstkanker te ontwikkelen. Zo kunnen we de overlevingskansen verhogen. Die testen zijn belangrijk voor de opvolging van de patiënten en de behandelingsopties.”
Zijn er veel diagnostische testen die niet terugbetaald worden in België?
BORST. “Het duurt lang vooraleer nieuwe geneesmiddelen of behandelingen beschikbaar zijn voor de patiënt, en nog langer vooraleer ze terugbetaald worden door de ziekenfondsen. Het duurt gemiddeld meer dan 546 dagen voor we de terugbetaling voor een innovatie goedgekeurd krijgen.”
DECKER. “Het duurt in België minstens dubbel zolang als in de ons omringende landen. Voor sommige diagnostische testen heeft het 40 maanden geduurd om een terugbetalingsakkoord te krijgen. De meest recente test was voor zwangerschapsvergiftiging of zwangerschapshypertensie. We hebben de terugbetaling uiteindelijk rond gekregen, maar het leek eeuwig te duren. België investeert veel geld in innovatie, maar het systeem is nog niet efficiënt. Een levensveranderende innovatie is maar iets waard, als we het tot bij de patiënt kunnen krijgen die het nodig heeft.
‘Slechts 2 procent van het gezondheidsbudget wereldwijd naar diagnose. Dat vind ik waanzinnig weinig’
Isabelle Decker
algemeen directeur
“België is ook het enige land in heel Europa, waarvoor er nog geen terugbetaling is voor NT-proBNP, een van de belangrijkste testen voor het opsporen van mogelijk hartfalen. Daar zit nog veel potentieel. Je kunt hartafwijkingen heel vroeg opsporen en de patiënten aanpakken voor de problemen opduiken. Cardiovasculaire aandoeningen, kanker en hartfalen zijn grote ziektedomeinen, waar meer testen een impact kunnen hebben. Maar liefst 24 OESO-landen hebben een lagere vermijdbare sterftegraad dan België, terwijl slechts zeven landen meer investeren in gezondheidszorg per capita dan België. We vragen België dus niet meer financiële middelen te investeren in gezondheidszorg, maar wel die middelen efficiënter te besteden. Wij willen een partner zijn, die kan interageren met alle andere spelers om de gezondheidszorg voor Belgische families te verbeteren.”
Grote farmabedrijven krijgen weleens de kritiek dat ze exorbitante prijzen vragen voor geneesmiddelen. Elke lidstaat van de Europese Unie onderhandelt apart met de farmabedrijven over terugbetalingen. Zou het niet beter zijn als één blok te onderhandelen?
DECKER. “Elk land heeft zijn eigen instelling voor terugbetaling. Of we nu willen of niet: we moeten de lokale spelregels respecteren. In België zijn de prijzen bij de laagste in Europa. Vergeleken met de Verenigde Staten is België maar een kleine markt, maar in Europa is dit land geen kleine markt. België is een belangrijke markt, naast Duitsland, Frankrijk en Nederland, en dit land is sterk in onderhandelen.
“Er is geen prijszettingssysteem voor heel Europa. De prijsstrategie van farmabedrijven in Europa is gebaseerd op waarde. Wat is de meerwaarde voor de patiënt, voor de maatschappij? Op basis van de evaluatie van die meerwaarde zullen wij een prijs zetten.”
De farmabedrijven kunnen voor medicijnen of behandelingen zoveel vragen als de patiënten bereid zijn te betalen. De vrije markt kan spelen.
BORST. “Ik weet niet of het correct is te zeggen dat de vrije markt speelt. Als er al medicatie op de markt is, dan is de prijs voor die medicatie onze referentie. We kunnen in theorie vragen wat we willen, maar we willen natuurlijk ook de terugbetaling van medicijnen krijgen. Om terug te komen op mijn punt van eerder: het is maar zinvol een innovatieve portfolio te hebben, als je die innovaties tot bij de patiënt kunt krijgen. Medicijnen zijn maar toegankelijk voor zover ze terugbetaald worden.”
Van het federale budget van ruim 35 miljard euro voor gezondheidszorg was in 2023 bijna 6 miljard euro voorzien voor geneesmiddelen. Als minder middelen naar medicijnen gaan, is er meer ruimte voor budget voor diagnose en preventie.
BORST. “De farmasector heeft de perceptie tegen. Er wordt veel gesproken over het geld dat aan medicijnen wordt gespendeerd. Ik wil even terugkomen op wat we eerder hebben gezegd. Het gaat er niet echt om hoeveel België uitgeeft. We kunnen natuurlijk kijken naar kostenbesparingen, maar het gaat vooral om de vraag of we die middelen wel effectief inzetten. Er is enorm potentieel voor dit prachtige land om een nog efficiënter systeem op te zetten. Iedereen die in dit land woont, heeft er baat bij dat meer wordt ingezet op preventie. België loopt daar echt achter op de rest van Europa, met slechts 1,6 procent van het algemene budget voor gezondheidszorg dat in preventie wordt geïnvesteerd. Het gemiddelde in de Europese Unie is 2,2 procent, maar ook dat is niet genoeg. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vraagt 5 procent in preventie te stoppen. Als België het budget voor preventie al kan verhogen naar 3 procent, zal dat al een enorme impact hebben. We kunnen met data aantonen dat een verschuiving van de budgetten – geen verhoging, een verschuiving – de kosten voor de gezondheidszorg op de lange termijn gigantisch kan verlagen.”
‘Het duurt gemiddeld meer dan 546 dagen voor we de terugbetaling voor een nieuwe behandeling goedgekeurd krijgen’
Marie-José Borst
algemeen directeur
DECKER. “Voor de vier grote ziektebeelden – cardiovasculaire aandoeningen, chronische respiratoire ziektes, type 2 diabetes en kanker – loopt het kostenplaatje op tot 11 miljard euro, omdat we niet in preventie investeren. Je zou een rendement van 80 procent op je investering in preventie kunnen halen door het aantal hartaanvallen terug te dringen en diabetes type 2 en kanker te verminderen met 40 procent door een gezondere levensstijl. Voor alle duidelijkheid: een gezonde levensstijl is zowel voor type 1 als type 2 diabetes belangrijk, maar type 1 is een auto-immuunziekte waarmee je wordt geboren en type 2 niet. Slechts 5 tot 10 procent van de diabetespatiënten heeft type 1, 90 procent heeft type 2.”
Nog even over de prijszetting. De Belgische ziekenfondsen pleiten ervoor de prijs van medicijnen te bepalen aan de hand van de kostprijs om een medicijn te ontwikkelen en te produceren, met voldoende winstmarge voor de bedrijven. Wat vindt u daarvan?
BORST. “Dat is niet onze filosofie. Ik denk dat het heel moeilijk zou zijn de kostprijs van één medicijn te isoleren. Het is een lange weg van de ontwikkeling van een medicijn tot het finale product dat op de markt komt. Onze pijplijn is enorm, maar niet elk product komt op de markt. Slechts een minderheid haalt de eindmeet. Het geld dat wij verdienen met een medicijn keert terug in het ontwikkelingssysteem, om voortdurend met innovaties naar de markt te kunnen komen. Onze filosofie is dat de prijs van een medicijn afhangt van de waarde voor de patiënt en de maatschappij. Welke kosten worden bespaard, welke verbetering van levenskwaliteit of productiviteit realiseren we voor patiënten? Roche investeert wereldwijd 13,7 miljard euro in onderzoek en ontwikkeling.”
In welke domeinen maakt Roche het verschil?
DEKKER. “In diagnostiek gaan we heel breed: van infectieziekten tot oncologie, cardiovasculaire ziekten en diabetes. Diabetes is typisch een aandoening waarvoor constant getest moet worden of de bloedwaarden van de patiënten goed zitten. We zijn de marktleider in de bekende testen met de vingerprik. Daar hebben we veel expertise in. Roche was een van de eerste om te investeren in insulinepompen die bij patiënten kunnen worden ingepland.”
BORST. “Roche Pharmaceuticals staat vooral sterk in oncologie, neurologie, meer bepaald in multiple sclerose, hematologie en oogheelkunde. We gaan nu ook meer onderzoek doen naar het metabolisme. De beslissing al dan niet te investeren in onderzoek is gebaseerd op wetenschap. Wij gaan waar de wetenschap ons brengt. Als er onbeantwoorde noden zijn en er is wetenschappelijke data die de these ondersteunt dat innovatie mogelijk is, dan zullen we erin duiken.”
Meer vrouwen dan mannen in leidinggevende posities
MARIE-JOSÉ BORST. “Roche heeft lang geleden beslist dat een bepaald percentage vrouwen nodig is in leidinggevende posities in alle lagen van het bedrijf. Vandaag zijn die quota niet meer nodig, want die diversiteit is geïnternaliseerd en deel van onze bedrijfscultuur, maar ze hebben in het begin wel een duw gegeven en de discussie aangezwengeld.”
ISABELLE DECKER. “Hier zitten twee mensen aan tafel, die van buiten België naar dit land zijn gekomen en met hun ervaring en achtergrond naar de zaken kijken. Die verschillende manieren van kijken zijn superinteressant. Diversiteit is tegelijk ook complex. Je moet als leidinggevende al die verschillende visies zien te verzoenen, wat veel tijd kan opslorpen. Ik ben ervan overtuigd dat een bedrijf maar kan floreren als de medewerkers zich er gelukkig en veilig voelen. Zo’n klimaat zal er nooit vanzelf zijn. Daar moet je aan werken.”
DECKER. “Er zijn ook initiatieven bij Roche rond vrouwelijk leiderschap, die ons toelaten kennis en ervaringen uit te wisselen met andere vrouwen over de hele wereld.”
BORST. “Het komt erop aan de gewoonten te doorbreken, maar ik denk dat we bij Roche dat stadium voorbij zijn. Vrouwen in leidinggevende posities zijn niet enkel aanvaard, er zijn zelfs meer vrouwen dan mannen die leiding geven in België.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier