“Zonder winst is er geen innovatie”

Roeland Byl redacteur bij Trends

De geneesmiddelenproducenten staakten vorige week hun rechtszaak in verband met aidsremmers tegen Zuid-Afrika. Ethische vragen en de vlucht van biotechnologie zetten de farmabedrijven onder druk. Dat beseft ook de Belg Pol Bamelis, jarenlang verantwoordelijk voor het researchbeleid van het chemie- en farmaconcern Bayer.

Deze week zet Pol Bamelis een punt achter een lange carrière bij chemie- en farmagigant Bayer. Zoals de Bayer-traditie het wil, gaat de 62-jarige West-Vlaming dan met pensioen. De jongste tien jaar zetelde Bamelis in de Vorstand van het Duitse concern (120.000 werknemers) en behoort zo tot de Europese zwaargewichten in de chemie. De voorbije vijf jaar had de Belg een droomjob: hij kreeg de leiding over alle onderzoeksafdelingen van het concern. Zijn koninkrijk telde 15.000 onderzoekers, verspreid over Europa, Azië en Amerika. Het researchbudget dat hij beheerde, bedroeg vorig jaar 2,4 miljard euro (97 miljard frank).

Bamelis is dan ook de aangewezen man om het proces in Zuid-Afrika tegen het licht te houden van de recente ontwikkelingen in de farma- en biotechsector. Centraal stond een Zuid-Afrikaanse wet die het land moest toelaten om generische versies van gepatenteerde geneesmiddelen tegen aids te importeren of te produceren. Hoewel er nu een compromis met de Zuid-Afrikaanse regering werd gesloten, blijft de discussie over intellectuele eigendom immers een heet hangijzer.

TRENDS. Het proces in Zuid-Afrika stelt de vraag of winst en gezondheid wel met elkaar te combineren zijn. Wat is uw mening?

POL BAMELIS (BAYER). “Dat proces is voor de farma-industrie van belang, maar is vooral voor de gemeenschap spannend. Het is een feit dat de industrie over steeds betere middelen beschikt om een ziekte te bestrijden. Maar het onderzoek ernaar en de productie worden er niet goedkoper op. Uiteindelijk gaat ook de prijs die de gemeenschap betaalt omhoog. De maatschappij moet daarop een antwoord vinden.

“Maar dat niet iedereen in Zuid-Afrika zich medicijnen kan veroorloven, is niet de schuld van de ondernemingen. De farma-industrie moet producten op de markt brengen die nodig zijn, en ze moet voor werkgelegenheid zorgen. Dat kan ze alleen als ze de ruimte krijgt om als gezond bedrijf te functioneren. Dat zijn nu eenmaal de regels van het spel. Daarnaast klopt het natuurlijk dat ook de optimale return voor de aandeelhouders telt, maar het geld dat naar de staat vloeit via belastingen, maakt van de overheid de facto veruit de grootste aandeelhouder. Wij kunnen als ondernemingen de rol van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) toch niet gaan overnemen? De landen moeten bereid zijn om bijvoorbeeld via de WHO meer geld uit te geven aan ontwikkelingssamenwerking.”

De opschorting van het aidsproces stelt impliciet patenten in vraag. Moeten die dan worden afgeschaft?

BAMELIS. “Al eeuwen is winstbejag de grootste drijvende kracht voor innovatie. Winst maken kan alleen dankzij patenten. Critici van de farmaceutische sector reageren daartegen, maar het alternatief is voorspelbaar: als de mogelijkheid tot winst wordt weggesneden, stokt ook de innovatie. Iedereen vergeet blijkbaar dat ook concurrentie regulatief werkt. Onbillijke winsten worden in principe onmogelijk door competitie. Zo zorgen generische geneesmiddelen voor prijsdalingen. En monopolies duren nooit lang. Kijk maar naar de statines ( nvdr – cholesterolverlager). Vandaag brengen al zes concurrerende firma’s die op de markt.”

De recente fusies en overnames in de sector zijn toch gericht op het verwerven van monopolies? Niet echt bevorderlijk voor innovatie, dus?

BAMELIS. “De consolidatie in de sector moet tot grotere marktaandelen leiden. Maar waar hebben we het over? De grootste farmaspeler heeft amper een marktaandeel van 7%. Daarmee blijft de farmawereld voorlopig een groot en divers landschap. Het is wachten op de eerste groep die 10% van de wereldmarkt in handen heeft. En dan nog. Het zal nooit eenvoudig zijn, misschien zelfs onmogelijk, om een dergelijke grootte te kunnen managen.”

Sommige waarnemers voorspellen dat de kosten dermate zullen stijgen dat de bijkomende inkomsten van de biotech niet voor voldoende winst zullen zorgen.

BAMELIS. “U bedoelt of farma overschat wordt? Er is een enorme groei mogelijk door de veroudering van de bevolking, al zijn er nu aanwijzingen dat we nooit ouder zullen worden dan 120 jaar. Levenskwaliteit is echter een belangrijke factor die voor groei kan zorgen. Maar het is een misvatting dat de biotechnologie de geneeskunde goedkoper zal maken. Niet alleen is de research duurder, de productie is ook veeleisender dan die van de klassieke farma.”

Ondertussen blijkt dat de geneesmiddelen steeds duurder worden. Is het onvermijdelijk dat er een geneeskunde met twee snelheden komt?

BAMELIS. “Het enige maatschappelijke systeem dat overleeft, is dat van de sociaal gecorrigeerde markteconomie. Die correctie gebeurt onder meer in de gezondheidszorg. Door de vlucht van de geneeskunde dreigt die correctie uitgehold te worden. Een tweeklassengeneeskunde is eigenlijk vandaag al een feit. Wil men dat? Is dat niet onvermijdelijk? De politieke wereld zal hiervan snel de grenzen moeten bepalen. Maar het is duidelijk dat er problemen zijn wanneer bijvoorbeeld de voorwaarden om statines te krijgen in België strenger zijn dan in andere landen. Mensen die ze volgens de gangbare medische normen nodig hebben, krijgen ze dus niet terugbetaald.”

Vele jonge wetenschappers trekken naar biotechbedrijven. De aantrekkingskracht van de klassieke farmabedrijven lijkt te tanen. Terecht?

BAMELIS. “Topwetenschappers voelen zich niet per definitie beter in een klein biotechbedrijf. Creatieve research is trouwens niet de enige motivatie voor kleine biotechondernemingen. Ook geld kan een rol spelen. Er zijn nu eenmaal mensen die bevleugeld worden door de hoop op hun dertigste al miljonair te zijn.

“Bovendien wordt creativiteit soms overbenadrukt. Echt nieuwe ideeën zijn slechts in 10% van de gevallen afkomstig van inspiratie. De andere 90% komt door transpiratie en vlijt. We kunnen dat proberen te sturen en proberen het juiste milieu te scheppen. De omkadering van onderzoekers is belangrijk, maar ik zie niet in waarom dat in een grote groep niet zou kunnen.”

Daarbij is strategie belangrijk. Maar ondertussen zijn aandeelhouders gulzig geworden en verkleinen ze de bewegingsruimte.

BAMELIS. “Ook Onderzoek en Ontwikkeling moet een optimale return on research brengen. Bij Bayer is het onderzoeksbudget jaarlijks verhoogd. Toch hebben we oog voor kostenefficiëntie. Een eerste middel is de verhoging van het aandeel externe research. Bovendien is er een toenemende graad van automatisering, zodat er dag en nacht kan worden gewerkt. En ten slotte is het een kwestie van te stroomlijnen, selectiever te onderzoeken. Bepaalde researchprojecten worden daarom doorverkocht. Elk project moet in de strategie van de groep passen.”

Roeland Byl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content