Zolang de klant betaalt: doorrekenen
Wij kunnen er ook niets aan doen dat die lokale operator ons zoveel geld vraagt.” Dat is de uitleg van een gsm-operator over de hoge internationale roamingtarieven die bezoekers aan de Olympische Spelen binnenkort op hun factuur zullen kunnen zien.
In de mobilofonie, waar de gebruiker per definitie niet aan een plaats gebonden is, blijven de operatoren superheffingen eisen van wie van elders komt. Dat valt natuurlijk het meest op bij twee abonnees van dezelfde internationale operator, pakweg Vodafone, maar met een verschillend thuisland. Een Griekse klant van Vodafone /Panafon betaalt 51 eurocent per minuut (tariefformule Vodafone 180) voor een belletje naar Londen. Een Britse klant van Vodafone betaalt vanuit Griekenland voor dezelfde verbinding via de zusteroperator in een vergelijkbare formule 111 eurocent per minuut. Een verschil van meer dan 100 %.
Nochtans betaalt de Brit in Athene Griekse prijzen voor zijn meze, geen Britse. Waarom dan niet voor zijn gsm-gesprekken?
Het eenvoudige antwoord is: omdat de klant betaalt. En wat de klant betaalt, is niet te duur. Internationale roaming blijft fors toenemen, geeft ook de Europese Commissie toe. En gsm-penetratie gaat richting 100 %. Zelfs de internationale gebruikersorganisatie Intug wijst erop dat de klant het slachtoffer is van zijn eigen laksheid en onwetendheid. Met als verzachtende omstandigheid dat het hem (en Intug zelf) bijzonder moeilijk wordt gemaakt om de tarieven te kennen.
De lidstaten zelf zijn niet gemotiveerd om op te treden. De mobiele operatoren behoren tot hun topbelastingbetalers – eens ze winstgevend zijn. Door het aanrekenen van hoge licentievergoedingen hebben de lidstaten trouwens het morele gezag verloren om strikt te zijn. Je kan niet honderden miljoenen euro’s innen van een operator en hem daarna vertellen dat hij ze niet mag terugverdienen. Ook daar bestaat een stilzwijgende verstandhouding over. En er is natuurlijk ook de belegger, die moet worden gespaard.
Het toezichthoudende BIPT liet afgelopen maand de gsm-gateways toe – wat de winsten van de gsm-operatoren kan verlagen – maar stelde tegelijk de voor 1 juli geplande verlaging van de afwikkeltarieven van Proximus uit. Dat levert die operator (en zijn collega’s, want waarom zou de ene zijn tarieven moeten verlagen als de andere dat niet moet doen) onverwacht miljoenen aan extra inkomsten op. Telkens wordt dan naar het buitenland verwezen, waar die tarieven minstens zo hoog zijn en er nog lakser wordt opgetreden. Het hemd is altijd nader dan de rok.
De Europese Commissie nam in juli na zes jaar dan eindelijk toch twee operatoren ( O2 en Vodafone) voor hun internationale roamingtarieven op de korrel, maar Intug verwacht daar geen grootse gevolgen van. De oplossing zit voor Intug eerder in een grotere discipline van de gebruikers. Bedrijven moeten hun kosten inventariseren, globale contracten met hun operator bedingen en een onverbiddelijke en duidelijke politiek ontwikkelen om hun roamingzondaars te bekeren.
Bruno Leijnse
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier