Zetel te huur

Voor 150 euro per maand huur je bij het nieuwe bedrijf Frentlife een complete inboedel voor een tweekamerappartement. Tafel, stoelen, kasten, zetels, bedden en zelfs decoratie. De ideale oplossing voor wie weinig tijd en kapitaal heeft? Of te duur voor wat je krijgt?

Zaterdagnamiddag is voor velen een gekoesterd relaxmoment. Maar wie net is verhuisd, moet die vrije uren vaak opofferen aan een middagje meubels kijken in een woonwinkel of Zweeds grootwarenhuis. Niet iedereen vindt dat een leuke uitstap.

Voor hen is er nu een oplossing: Frentlife, een Belgisch bedrijf dat meubels verhuurt. Inrichten doe je vanuit je luie stoel met hun online-app Frentbuilder. Eerst teken je een plattegrond van je appartement of je huis. Vervolgens sleep je daarin je favoriete Frentlife-meubels. Niet tevreden? Dan gooi je ze even eenvoudig weer uit. Een professionele stilist kan je helpen met de inrichting. Op de factuur ernaast telt de maandelijkse huur vanzelf op. Zodra het appartement is ingericht, kies je de huurtermijn: drie, zes of negen jaar. Hoe langer je huurt, hoe goedkoper de meubels per maand zijn.

“Comfort, service en snelheid zijn onze speerpunten”, zegt Isabelle Standaert, een van de oprichters. “Je kiest de meubels en binnen de vier weken komen onze vakmensen alles installeren. Diezelfde dag nog geniet je al van je nieuwe interieur. En als een meubel onverhoopt beschadigd raakt, wordt dat kosteloos hersteld. Bovendien vragen we geen waarborg. Kortom: Frentlife is heel toegankelijk.”

Huren is het nieuwe kopen

Een bescheiden tweekamerappartement kun je al inrichten vanaf 150 euro per maand. Dat is meteen het minimumbedrag dat je maandelijks bij Frentlife moet besteden. Enkel een bed of een zetel huren, kan niet. 150 euro per maand lijkt een democratisch bedrag. Maar wie dat negen jaar lang elke maand betaalt, besteedt meer dan 16.000 euro. Daar kun je toch al heel wat meubels mee aanschaffen.

“Klopt, maar veel mensen die net investeerden in een huis of een appartement hebben geen budget meer over voor de inrichting”, reageert Standaert. “Met Frentlife kun je de kosten spreiden. Bovendien nemen wij ook veel zorgen uit handen. Je moet niet naar de winkel om meubels te kiezen, je moet ze niet zelf in elkaar zetten en je moet ze niet zelf herstellen. Allemaal tijdswinst. En wie de meubels na de huurtermijn beu is, kiest gewoon voor een nieuw interieur. Maar huurders kunnen de meubels achteraf ook houden. We vragen daarvoor één maand extra huur. Dit kan enkel voor wie zes of negen jaar huurde. De afgedankte meubels schenken we aan sociale projecten.”

Een mooi initiatief, al is het nog toekomstmuziek. Frentlife bestaat nog maar een dik jaar, sinds februari 2012. “We presenteerden Frentlife aan het grote publiek op de Bis-Beurs in oktober 2012. Maar het idee om meubels te verhuren ontstond al drie jaar geleden”, vertelt Standaert. Mede-initiatiefnemer en financieel verantwoordelijke Ronald Everaert vult aan: “Tegenwoordig kun je bijna alles huren of leasen: auto’s, fietsen, digiboxen, muziek… Meubelverhuur lag eigenlijk voor de hand. In het buitenland zie je die trend al, maar in België zijn we voorlopig uniek. Alvorens we Frentlife lanceerden, bestudeerden we de markt en de andere aanbieders. Voor Ikea heb ik veel respect. De kwaliteit is niet top en je moet het zelf in elkaar zetten. Maar hun prijzen zijn zeer scherp en de presentatie is super.”

“Ikea speelt heel goed in op de markt. De klassieke meubelzaken daarentegen laten in mijn ogen veel kansen liggen. Hun presentatie is vaak pover, je kunt er amper op krediet kopen en ze hanteren erg hoge marges. Met Frentlife mikken we op het marktaandeel dat zij laten liggen. Bovendien is het een beproefd recept om de aankoopprijs op te delen in behapbare brokjes. Ik ken een autohandelaar die tijdens een achtdaagse beurs maar liefst 75 Fiat 500’s verkocht. Hoe? Door de maandelijkse afbetaling van pakweg 150 euro te afficheren. Zo wordt het product toegankelijk.”

Bijzonder verkoopmodel

Hoewel Frentlife vooral aantrekkelijk lijkt voor huurders, beperkt het zich voorlopig tot eigenaars. “Frentlife moet toegankelijk zijn voor iedereen. Daarom vragen we geen waarborg. Maar dat betekent een behoorlijk risico op wanbetaling. We kijken nu of we dat risico kunnen verzekeren. Zodra dat in orde is, zetten we de deur open voor huurders: een grote potentiële markt, net als studentenkamers. We hebben al verschillende aanvragen liggen, maar we zoeken nog naar meubels waarbij de verhouding prijs-kwaliteit iets scherper is.”

Everaert knikt: “Momenteel bieden we enkel massiefhouten meubels aan. Voor studenten mag het iets minder zijn. Steeds vaker krijgen we de vraag om te verkopen. Momenteel houden we vast aan verhuur, maar wellicht ontstaat er naast Frentlife een nieuwe organisatie die wél verkoopt. Hetzelfde geldt voor merkmeubels. Nu bieden we enkel onbekende labels aan. Maar ik sluit niet uit dat we in de toekomst bijvoorbeeld Hay of Vitra zullen verhuren. Op voorwaarde dat er voldoende vraag is en dat zij akkoord gaan met onze aankoopvoorwaarden.”

Frentlife heeft een bijzonder verkoopmodel. Het woonconcept is enkel te koop via vastgoedprofessionals. “We werken niet alleen met vastgoedmakelaars, maar ook met projectontwikkelaars”, vervolgt Standaert. “Intussen zijn er al meer dan vijftig vastgoedprofessionals die Frentlife verdelen, vooral in West- en Oost-Vlaanderen. Zij verkopen Frentlife aan hun klanten. Zeker voor opbrengsteigendommen is Frentlife een aantrekkelijke optie. Een gemiddeld appartement verhuur je voor zo’n 750 euro. Als je dat bemeubelt — maandelijkse kostprijs 150 euro — kun je daar gemakkelijk 1400 euro voor vragen.”

Winst tegen 2014

Frentlife is het initiatief van een handvol ondernemers. Voor velen is het voorlopig nog hun bijberoep. Enkel Isabelle Standaert is er voltijds mee bezig. Ronald Everaert, de voormalige CEO van Mercator Verzekeringen, is verantwoordelijk voor de financiële structuur. Virginie Vandecasteele adviseert als stilist. En Mike D’Hooghe, de eigenaar van Garbo Vastgoed, is verantwoordelijk voor de sales. De lancering van Frentlife financierden ze samen.

“We investeerden vooral in de website, de ontwikkeling van de Frentbuilder-applicatie en natuurlijk in de aanschaf van meubels”, vertelt Everaert. “Om ook kortere huurperioden aan te kunnen bieden, schrijven we onze meubels af op vijf jaar. De bank — of andere investeerders — hebben we pas nodig wanneer Frentlife echt flink begint te groeien: vanaf 300 à 400 projecten. Dat zal nog niet voor volgend jaar zijn. We zijn nu negen maanden bezig en hebben twintig realisaties. Een nieuw initiatief heeft nu eenmaal minstens drie jaar nodig om op dreef te raken. De grootste uitdagingen voor de toekomst? We zijn vastberaden om internationaal voet aan de grond te krijgen. Maar eerst moeten we ons concept bekend maken. Omdat we dat doen via vastgoedprofessionals kost dat meer tijd. We hoeven niet zo nodig explosief te groeien. Als we tegen eind 2014 winst zouden maken, ben ik heel tevreden.”

IRIS DE FEIJTER

“Veel mensen die net investeerden in een huis of appartement hebben geen budget meer over voor de inrichting. Met Frentlife kun je de kosten spreiden”