ZET CONGOLESE MIJNCONTRACTEN OP HET NET

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

De schaduw van de surrealistische schilder Magritte hing over het prestigieuze anticorruptiecongres in Brussel. Verwijzend naar wat in de Congolese mijnsector gebeurt, had Wereldbankvoorzitter Paul Wolfowitz kunnen proclameren: “This is not asset stripping” – naar analogie met het beroemde schilderij Ceci n’est pas une pipe. Wolfowitz sprak over behoefte aan transparantie en zei dat het moest gedaan zijn met asset stripping of diefstal van activa in zogenaamde fragiele staten. Het is pijnlijk te moeten vaststellen dat zijn Wereldbank sinds 2002 de herstructurering leidt van de Congolese mijnsector, met als enig resultaat dat de twee motors van de Congolese economie geen enkele bijdrage meer leveren aan de staatskas. Kopergigant Gécamines en het diamantbedrijf Miba werden, zonder enige wettelijke regeling, onder toezicht van de Wereldbank ontmanteld. De kans dat de betwiste mijncontracten ten gronde worden herzien, is zo goed als onbestaande (zie blz. 24).

Waarop wachten de Belgische regering, de Wereldbank en de Oeso, organisatoren van de hoogmis tegen corruptie in Brussel, om werk te maken van transparantie? Dat ze de mijncontracten op het internet zetten. De Congolezen hebben niet het minste besef van wat in die contracten werd bedisseld. Tijdens de conferentie tegen corruptie stelde Christophe Lutundula, ondervoorzitter van het Congolese parlement, dat bedrijven zich niet mogen verschuilen achter clausules van confidentialiteit: “Confidentialiteit kan alleen betrekking hebben op het commerciële gedeelte, niet op fiscale materies of de financiële weerslag voor de staatskas en de bevolking.”

De debatten waren van hoogstaande kwaliteit en de remedies om te komen tot ‘behoorlijk bestuur’ in Afrika waren glashelder. Onze minister van Buitenlandse Zaken, Karel De Gucht (Open VLD), kondigde zelfs aan dat België lid zal worden van EITI, het Extractive Industries Transparency Initiative. Dat betracht maximale openheid bij de uitbating van grondstoffen. Congo is al lid van EITI.

In zijn boek ‘Afrique, Pillage à huis clos’ (Afrika, plundering achter gesloten deuren) besluit Xavier Harel: “Initiatieven als EITI maken geen enkele kans op slagen in landen die er het meeste behoefte aan hebben.” Daarom zouden rijke landen fragiele staten op weg moeten helpen. Dit gebeurt in woorden, maar te weinig of niet in daden.

Wolfowitz was wel intellectueel eerlijk genoeg om te stellen dat rijke landen een grotere verantwoordelijkheid dragen voor de corruptie in ontwikkelingslanden. Anwar Ibrahim (een voormalige minister van Maleisië die ooit in de gevangenis belandde omdat hij te kritisch was voor sterke man Mohammad Mahatthir) kreeg als enige spreker applaus tijdens de plenaire sessie toen hij de surrealistische sfeer doorbrak. Hij waarschuwde voor naïviteit en maande zijn Belgische gastheer tot voorzichtigheid aan. Te veel lof voor een Congolese regering die nog niets bewezen heeft, acht hij niet raadzaam: “Dit is niet de goede manier om ze op het rechte pad te begeleiden.”

Zou Ibrahim weten wie de nieuwe speciale gezant van de Belgische regering wordt bij de VN-veiligheidsraad?

Erik Bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content