Zes grote strategen
99 jaar is hij ondertussen, maar dat belet de voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger niet om nog regelmatig in zijn pen te kruipen. Internationale politiek blijft bij hem de meeste interesse wegdragen. De geboren Duitser mengt zich nog altijd in het geopolitieke debat. Getuige daarvan Kissingers recente stelling dat het Westen zich in het verleden wat pragmatischer had moeten opstellen tegenover Rusland. Als aanhanger van het internationaal realisme vindt Kissinger dat Oekraïne het best een soort van bufferstaat wordt tussen de Europese Unie en Rusland.
Dat realisme sijpelt ook door in zijn recente boek Leiderschap. Kissinger buigt zich over de leiderschapsstijl van zes invloedrijke wereldleiders uit de moderne geschiedenis: Charles de Gaulle, Konrad Adenauer, Margaret Thatcher, Richard Nixon, Lee Kuan Yew, de man die van Singapore een economisch succes maakte, en Anwar Sadat. In een tijdperk waarin wereldwijd instituties en dynastieën omvielen, creëerden zij een nieuwe wereldorde. Daarbij analyseert Kissinger zowel de successen als de controverses en kijkt hij naar de context van hun regeerperiodes – van hun opkomst tot hun belangrijkste beslissingen op het wereldtoneel.
Het zal niemand verbazen dat hij positief is over zijn ex-baas Richard Nixon, die toenadering zocht tot China om de Sovjet-Unie te verzwakken. Strategisch goed gezien en pure machtspolitiek. Over de dramatische exit uit Vietnam en het bombarderen van Cambodja, wat leidde tot een machtsovername door de bloedige Rode Khmer, is Kissinger discreter. Goede punten zijn er ook voor Margaret Thatcher (“een vriendin”), al focust Kissinger niet op haar economische beleid, maar op de Falkland-oorlog en haar strijd tegen de Noord-Ierse terreurorganisatie IRA.
Vol bewondering is hij voor de Franse president Charles de Gaulle die erin slaagde als vrij onbekende figuur uit te groeien tot hét gezicht van het Franse verzet tegen de nazibezetting. Slimme strategen moeten volgens Kissinger ook de perceptieoorlog winnen. De Gaulle slaagde er in 1945 in de indruk te wekken dat alle Fransen harde verzetsstrijders waren. De collaboratieregering in Vichy, die lange tijd op vrij veel steun van de bevolking kon rekenen, werd doodgezwegen. De Gaulle had volgens Kissinger ook snel door dat de naoorlogse vrede enkel kon worden gegarandeerd door een Frans-Duitse verzoening.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier