Zeg niet te gauw onredelijk
De fiscus heeft het moeilijk met de fiscale aftrek van dure en exclusieve wagens. Maar de belastingadministratie moet stevig in haar schoenen staan om kosten die ze onredelijk vindt te kunnen verwerpen. Hoe kunt u zich verweren tegen een kritische belastingcontroleur?
Als u uw wagen gebruikt voor uw beroep, mag u de uitgaven die u daarvoor doet fiscaal inbrengen als werkelijke beroepskosten. Zo mag u de wagen voor het beroepsdeel afschrijven en de kosten van het onderhoud en de herstellingen fiscaal aftrekken. Hoe duurder de wagen is, hoe hoger de aftrekbare kosten oplopen. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de fiscus strenger toeziet op belastingplichtigen die de kosten van dure en exclusieve wagens willen aftrekken. Nogal wat controleurs durven een deel van de aftrekbare autokosten te verwerpen, omdat ze die overdreven vinden. De discussie draait dan niet om de aftrekbaarheid van die uitgaven, maar om de hoogte van de aftrek.
Onredelijke kosten
Niemand kan u verhinderen een Jaguar of een Porsche te kopen als u de aankoopsom eerlijk hebt verdiend — ook de fiscus niet. Maar als u eigenaar van een dure luxewagen bent en het beroepsdeel van uw autokosten fiscaal aftrekt, grijpen de controleurs weleens terug op een principe uit het fiscale wetboek, dat bepaalt dat kosten niet aftrekbaar zijn als ze “de beroepsbehoeften op onredelijke wijze overtreffen”. Met andere woorden: kosten die onredelijk zijn, zijn niet aftrekbaar. Wil dat dan zeggen dat de fiscus beweert dat u de kosten van een dure wagen niet mag aftrekken? En dat de belastingadministratie mag bepalen dat u geen Porsche nodig hebt om uw beroep uit te uitoefenen, maar dat bijvoorbeeld een Volkswagen of een Skoda volstaat?
Kwantitatieve en kwalitatieve criteria
Om te bepalen of autokosten al dan niet onredelijk zijn, baseert de fiscus zich op de kilometervergoeding die fiscale ambtenaren krijgen als ze hun privévoertuig gebruiken in opdracht van hun werkgever, de Belgische overheid. Die kilometervergoeding wordt elk jaar geïndexeerd en bedraagt sinds 1 juli 0,3461 euro per kilometer. De fiscus vermenigvuldigt die kilometervergoeding met 1,5. Liggen uw autokosten hoger dan 1,5 keer de kilometervergoeding, dan loopt u het risico dat minstens een deel van uw autokosten wordt afgewezen als onredelijk.
Een voorbeeld: stel dat u elk jaar voor uw beroep 20.000 kilometer aflegt. Uw autokosten zijn dan volgens de fiscus redelijk zolang ze niet meer bedragen dan 10.383 euro (20.000 x 0,3461 x 1,50). Komen uw aftrekbare kosten bijvoorbeeld uit op 12.000 euro, dan is 1617 euro van dat bedrag niet meer aftrekbaar. Daarop betaalt u een extra belasting van ongeveer 810 euro, of de helft van dat bedrag.
Maar de fiscus houdt daarnaast ook rekening met kwalitatieve criteria. Een van de aandachtspunten is de beroepsactiviteit van de belastingplichtige, en de mogelijkheid die de sector biedt om belastbare inkomsten voort te brengen. De fiscus geeft in zijn instructies aan zijn controleurs zelf het voorbeeld dat “het onredelijk is voor een advocaat-stagiair een Mercedes 320 SL als beroepswagen te gebruiken en dat het onredelijk is voor een kleine aannemer met een Jaguar XJS te rijden.”
Het verweer van de belastingplichtige
Als een controleur een deel van uw autokosten verwerpt, kunt u zich daartegen verzetten. Daarvoor kunt u een hele reeks argumenten aanvoeren. Een overzicht.
De fiscus moet het bewijs leveren
Als uw fiscaal controleur bepaalde kosten te hoog vindt, kan hij het betwiste deel verwerpen, ook al staat het beroepskarakter ervan niet ter discussie. Maar hij moet wel bewijzen aanvoeren om zijn standpunt te staven, uitgaand van de aard van uw beroep. Dat houdt een subjectieve interpretatie in, waardoor die bewijsvoering niet zo eenvoudig is. De fiscus krijgt vaak ongelijk voor de rechtbank (zie kader De rechter oordeelt).
Er bestaat geen wettelijke regel
Dat de fiscus het maximum van de redelijke autokosten berekent aan de hand van de kilometervergoeding van ambtenaren, is geen wettelijke regel, maar een interpretatie van de wet. Bovendien wordt die regel volgens de fiscus niet toegepast “als de belastingplichtige uitzonderlijke omstandigheden kan inroepen die hogere kosten zouden rechtvaardigen, bijvoorbeeld grote herstellingen of abnormaal brandstof- en olieverbruik ingevolge de ouderdom van het voertuig”.
Een vast criterium om uit te maken wat onredelijke kosten zijn, is er dus niet. Niet alle controleurs houden er dezelfde interpretatie op na. Vooral exclusieve auto’s zijn een doorn in het oog van fiscaal controleurs. Een Porsche geeft sneller aanleiding tot discussies dan bijvoorbeeld een Lexus, hoewel die misschien evenveel heeft gekost.
De concrete situatie telt
Enkel de concrete situatie telt om te bepalen of autokosten al dan niet overdreven zijn. Zo hebt u voor uw beroep misschien een dure wagen nodig. Van een succesvolle bedrijfsleider wordt nu eenmaal verwacht dat hij met een standingvolle auto rijdt. Als veel van zijn klanten met een dure wagen rijden, kan hij moeilijk met een kleine wagen voor de dag komen. En als u veel beroepsverplaatsingen doet, is het ook begrijpelijk dat u behoefte hebt aan een degelijke auto. Betrouwbaarheid heeft zijn prijs.
Geen beoordeling van de opportuniteit
Een fiscaal controleur mag de zogenoemde opportuniteit van kosten niet beoordelen. Dat wil zeggen dat de fiscus niet in uw plaats mag beslissen dat u een minder dure auto had moeten kopen. Eventueel zou u een degelijke, dure wagen kunnen afschrijven over een langere periode dan de gebruikelijke vijf jaar. Daardoor vermindert u een belangrijke aftrekpost, namelijk de afschrijvingen.
Belastbaar inkomen is belangrijk
Dat bepaalde van uw uitgaven relatief hoog zijn in vergelijking met uw inkomsten, is op zich geen reden voor de fiscus om de kosten als onredelijk te beschouwen. Toch zal een belastingplichtige met een belastbaar jaarinkomen van 25.000 euro het moeilijker hebben om een dure wagen te verantwoorden dan iemand die een belastbaar inkomen van 100.000 euro per jaar heeft. De verhouding tussen de kosten en het jaarinkomen (omzet) moet dus geloofwaardig zijn.
JOHAN STEENACKERS
De fiscus mag niet in uw plaats beslissen dat u een minder dure auto had moeten kopen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier