Zakenman en andersglobalist
Als achttienjarige, na studies Thomistische filosofie, trok Jean-Marie Delwart in 1959 in zijn eentje naar India, gefascineerd door boeddhisme, hindoedenkstromingen en taoïsme. Hij geraakte in de ban van de compromisloze leraar Krishnamurti, die bij geen enkele religieuze stroming kan worden ondergebracht. Non-conformisme tekent Delwart tot op vandaag. ‘Professor Zonnebloem’ wordt deze telg uit oer-Belgische klei (want verwant met de familie Solvay) wel eens genoemd door vrienden en zakenrelaties uit hoge financiële en industriële kringen. Daartoe behoren de Lippens, Boëls, Janssen, Ullens, Emsens, de Gerlache, Jacobs – kortom: de Knokse beau monde, waar hij zich nochtans zelden laat zien. Het Indiase intermezzo vond hij “sympathiek, maar moeilijk te verzoenen met kapitalisme of bedrijfsmanagement”. Maar daarvan is hij op zijn 64ste niet meer zo overtuigd, nu hij de leiding van de beursgenoteerde groep Floridienne (145 miljoen euro omzet en een duizendtal werknemers) overdraagt aan Philippe Bodson (ex- Glaverbel, Tractebel, Lernout & Hauspie).
“Ik neig steeds meer naar Chinese wu wei,” zegt Delwart. Dat is de filosofie van ‘het niet handelen’. Wat niet letterlijk op te vatten is, maar veeleer als ‘de dingen niet forceren, wel spontaan laten gebeuren‘. Hij neemt zich voor om dat vanaf deze week te gaan doen.
Delwart blijft één jaar bestuurder bij Floridienne en raadgever van Bodson om lopende onderzoeksprogramma’s in goede banen te leiden. Zoals het opdrijven van celluloseaanmaak in populieren, waardoor deze bomen driemaal sneller groeien. Een techniek waarvan hij revolutionaire toepassingen verwacht, zoals plastics maken uit cellulose. Of zoals hij het omschrijft: “De hele chemie vanuit olie omturnen tot biomassa als basismateriaal voor nieuwe processen en producten.”
Wat Jean-Marie Delwart vooral fascineert, is “de biochemie van de neus” en het speuren naar “de chemie van het leven” of naar wat hij ook omschrijft als “de chemie van de communicatie”: waarom mensen en dieren of planten reageren op bepaalde geuren en daardoor goed of verkeerd handelen. Voor Delwart is het allesbehalve Spielerei, wel big business. In 1989 richtte hij daarvoor de Stichting Jean-Marie Delwart op, die om de achttien maanden in Brussel een dertigtal wetenschappers uit de hele wereld bijeenbrengt om bevindingen te delen, waarna de origineelste onderzoeker huiswaarts keert met een prijs van 10.000 euro.
Dat strategische inzicht verklaart hoe de meer dan honderdjarige Floridienne-groep onder zijn leiding evolueerde van een meststoffenproducent begin de jaren zeventig tot een gediversifieerde groep, van chemie over agrovoeding tot biotechnologie en private equity. “95 % van de omzet bestaat uit nieuwe activiteiten die niet bestonden in 1980,” zegt Delwart. Gastronomische escargots, het wereldleiderschap in bismuth, recyclage van pvc en het ontwikkelen van neutraceuticals (genezende voedingsproducten, zoals gezondheidschocolade), het lijkt onsamenhangend, maar niet voor Delwart. “Er zit coherentie en wetenschappelijke logica in Floridienne, al zijn de marktbenaderingen erg uiteenlopend.” Delwart was de motor achter de metamorfose, “omdat mensen bij ons vergissingen mogen begaan, en dat kost soms veel geld”. Floridienne groeide door de overname van een honderdtal bedrijven, niet als een klassieke holding maar gedreven door de ambitie om wereldleider of hooguit de nummer twee te zijn in kleine, beloftevolle niches met grote commerciële toepassingen. Doorgaans via minderheidsparticipaties van Florinvest, het durfkapitaalfonds dat hij in 1987 oprichtte.
Om de wu wei in goede banen te leiden, keert Jean-Marie Delwart terug naar het onderzoekslab van Euroscreen ( Erasmus-ziekenhuis) in Brussel waar hij zich de komende jaren zal toespitsen op de studie van pherormonen, moleculen die chemische communicatie kunnen verklaren. “En wie weet ook het menselijke gedrag bij financiële speculatie,” lacht hij. Na India studeerde hij Chemie en Fysica, werkte hij een poos in de Verenigde Staten voor Citigroup en als onderzoek in het Pasteur Instituut in Parijs.
In 2001 ontving hij de Insead-prijs voor innovatie. “Door innovatie konden we zaken als meststoffen en thomasslag, waarvan we in Gent 5500 ton produceerden uit fosfaathoudend staal, vaarwel zeggen. Zonder research zou Floridienne niet meer bestaan. Via het durfkapitaalfonds Sheipaula in Hongkong zijn we betrokken bij nieuwe ontwikkelingen in een dertigtal Aziatische bedrijven.” Volgens Delwart moet de Europese industrie vernieuwen door Onderzoek & Ontwikkeling, “want we rooien het niet met overwegend een diensteneconomie. We hebben nood aan onderzoekers in de bedrijven, innovatiecentra en universiteiten om onze groeiende achterstand op de VS, Japan en China in te halen.” Hij vindt dat België stilaan genoeg durfkapitaal heeft, maar te weinig seed money voor starters. “Wallonië is op dat vlak de jongste tijd alerter dan Vlaanderen, dat op zijn lauweren rust.”
“De oosterse filosofieën die me in mijn jeugd boeiden, lijken 46 jaar later toch niet zo ver verwijderd van kapitalisme en modern management,” klinkt het verrassend. “In de Stichting Delwart discussiëren wij bijvoorbeeld veel over kapitalistisch gedrag bij dieren: hoe ze sparen en reserves opbouwen en zich organiseren. Bij bijen en mieren is dat bekend; eekhoorntjes gaan boven op hun nootjes zitten, de Vlaamse gaai verstopt eikels van bomen binnen een straal van honderd meter.”
Floridienne verkoopt in 138 landen over de hele wereld. Wegens de geweldige diversiteit in de natuur, bekent Delwart zich tot het andersglobalisme. “Misschien niet door mijn gedrag, maar wel van overtuiging,” heet het. Zoals altijd is Delwart gehaast om in de komende jaren het mysterie van de biodiversiteit te helpen doorgronden. Hij vindt kritische geluiden van andersglobalisten noodzakelijk. “Als tegengewicht. Want alleen door diversiteit ontstaat creativiteit en dus een betere wereld.”
Erik Bruyland
“Vlaanderen rust op zijn lauweren, Wallonië schiet wakker.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier