Zaaien en vergaan: de Siruna-case
Het verhaal van Siruna illustreert wat er misloopt met onze technostarters. De spin-off van het IBBT vond het gat in de markt, maar zag op een cruciaal moment Apple en Google erin springen. En had te weinig middelen om een tweede kans te grijpen. Initiatiefnemer Frank Gielen geeft niet op. “Laat je nooit ontmoedigen door mensen die niet in je geloven. Je moet doorzetten”, adviseert Frank Gielen.
Toon Coppens van Netlog heeft bij hem nog zijn thesis gemaakt. “Hij had hier al een sociaal netwerk vóór hij afstudeerde”, zegt Frank Gielen (48). Het is het soort ondernemingsgeest dat hij kent uit de VS, waar veel vernieuwing van masterstudenten komt. Mislukking hoort daarbij, weet Gielen, zoals hij zelf ondervond met Siruna, dat in juni in vereffening is gegaan. Siruna had nochtans een goed product: software die maakte dat een website op eender welk type gsm even goed bekeken kon worden.
Gielen, een professor van de Vakgroep Informatietechnologie aan de Universiteit Gent, stond in de VS mee aan de start van Tellium, een ontwikkelaar van optische telecommunicatieapparatuur die in 2003 door Zhone werd overgenomen. Dat was het sein voor Gielen om terug naar het vaderland te komen.
Aan de UGent lanceerde hij de idee van een cursus Software Enterprise. Geen cursus over softwareontwikkeling, maar over de vraag wat je hoort te doen om een softwareonderneming op te zetten. Het was 2004. Microsoft was in de gsm-markt gestapt. Base lanceerde i-Mode. Gsm-operatoren zoals Orange openden eigen mobiele websites.
Mobiel surfen was de toekomst, maar wat geschreven was voor een pc liet zich niet goed bekijken op een gsm. Zou het niet fijn zijn als je websites één keer kon programmeren en dan laten gebruiken op alle toestellen?
Dat probleem pakte de klas van Gielen aan. “Op de Gentse Feesten wilden ze het programma-aanbod op elke gsm laten zien. En dat lukte ook.” Frank Gielen zette twee onderzoekers van het Instituut voor Breedband Technologie (IBBT) op het project. Eind 2007 startte hij formeel met Siruna onder de naam Mobixx.
Druppel op hete plaat
Van bij het begin wou Siruna niet alleen websites in reële tijd aanpassen aan het type gsm en browser (het ‘platform’). Siruna wou ook locatie- en persoonsgebonden informatie en reclame meesturen. Siruna had al snel mooie referentieklanten in België: de VRT, Gouden Gids/Truvo, Filebeeld.be, de Stad Gent… Eind april 2009 kreeg Siruna zijn eerste zaaikapitaal. Het Vlaams-Luxemburgse QAT bracht 500.000 euro in, in ruil voor 15 procent van de aandelen en een aantal warrants. Het Vinnof-fonds van de Vlaamse Participatiemaatschappij en het Baekelandfonds van de Universiteit Gent legden daar 250.000 euro bovenop.
Al bij al was die injectie een druppel op een hete plaat. Bij de instap had Siruna al een negatief eigen vermogen. Een deel van de 750.000 euro ging meteen naar de afbetaling van schulden. “Met zo’n beperkt budget kan je niet voluit gaan. De markt is enorm. Dan is financiering een van de belangrijkste componenten”, zegt een Vlaamse businessangel.
Apple en Google
Ondertussen veranderde de wereld. Op 10 juli 2008 lanceerde Apple zijn App Store voor iPhone-toepassingen. Ontwikkelaars vertrappelden elkaar om ‘apps’ voor de iPhone te bouwen. Zulke gespecialiseerde toepassingen kunnen de intelligentie van de iPhone helemaal benutten, in tegenstelling tot de Siruna-aanpak, die alleen websites omzette. Drie maanden later zwengelde Google het momentum nog aan met zijn Android Market. Tegen de tijd dat QAT investeerde, stonden er 35.000 toepassingen in de App Store.
De potentiële afnemers van Siruna hadden plots de keuze tussen de ontwikkeling van een eigen ‘app’ voor iPhone of Android, het ontwerp van een optimale mobiele site, of het hergebruiken van hun bestaande site met de meer generieke aanpak van Siruna.
“De web agencies begonnen massaal de iPhone en gelijkaardige smartphones te steunen. Al het andere lieten ze links liggen. Men wou gewoon niet meer betalen voor onze dienst. Hun klanten wilden trendy toepassingen en die zaten op de iPhone”, zegt Johan Thys, de operationeel directeur van Siruna.
De vraag verdampte. Inkomsten bleven achter. Het management ontwierp een plan B. Siruna zou zijn transcodingsoftware online aanbieden aan website-eigenaren, te beginnen met de ontwikkelaars van Drupal-sites. De investeerders wilden er niet van horen. De dienst was gratis tot een bepaald aantal bezoekers per dag. Wie meer wou, betaalde 45 dollar per maand. Met 1600 projecten in zes maanden was de dienst een succes, maar niet financieel. “Dit zou ons niet uit de zorgen halen”, zegt Thys. Integendeel, door het succes van de ‘apps’ begonnen contentmanagementsystemen zoals Drupal en Joomla! de optimalisaties voor de iPhone- en Android-toestellen rechtstreeks in hun systemen in te bouwen.
Grillige combinatie
QAT Investments maakte intussen zijn faam van ongeduldige lefgeldverschaffer waar. Siruna eindigde 2009 met een bedrijfsverlies van 1,25 miljoen. De spanning tussen de aandeelhouders en het management steeg, net als de spanning tussen de aandeelhouders zelf. In februari vertelde IBBT-CEO Wim De Waele – zonder te verwijzen naar Siruna – dat Vinnof te weinig deed voor starters die zaaikapitaal nodig hadden. Op een raad van bestuur in mei kwam het tot een confrontatie. De oprichters willen niets kwijt over de gebeurtenissen, maar elders valt te horen dat het management een verkoop aan een industriepartner voorstelde.
Volgens webconsulent Jo Caudron van Dear Media is Siruna het slachtoffer van een grillige combinatie van timing en technologie. “Siruna was een heel goed idee vijf jaar geleden en binnen drie of vier jaar zal het opnieuw belangrijk zijn”, verwacht hij. “Niemand kon voorspellen dat Apple een hele nieuwe bedrijfstak in de markt zou zetten. Maar de strijd is nog niet afgelopen. Vandaag winnen de ‘apps’, maar over twee jaar zullen er heel wat concurrerende platformen zijn. Of het dan nog economisch is in zo’n versnippering afzonderlijke apps te ontwikkelen, is zeer de vraag.”
Uiteindelijk werd Siruna op 7 juni in vereffening gesteld. “Was er meer geld geweest, hadden we misschien iets kunnen doen in toepassingen. Het geld wordt niet in transcoding verdiend”, stelt Johan Thys, die sindsdien op zoek is naar werk. Het IBBT heeft zijn exclusieve licentie aan Siruna teruggenomen en nam ook de deelname van Siruna aan het Europese Webinos-project over.
Frank Gielen is er helemaal niet van overtuigd dat Siruna geen kans meer had. “We hadden contact met een organisatie die in ontwikkelingslanden mobiele technologie voor onderwijsdoeleinden gebruikt. Zo’n bedrijf wil zeker investeren in het aanpassen van het materiaal aan verschillende toestellen. In Latijns-Amerika of Zuid-Afrika zijn iPhones of Androids nog niet dik gezaaid.”
bruno leijnse
“Siruna was een heel goed idee vijf jaar geleden en binnen drie of vier jaar zal het opnieuw belangrijk zijn”
(Jo Caudron)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier