“Wij zijn nu de baas in Europa”
Het Leuvense technologiebedrijf Option heeft harde tijden beleefd, maar vandaag blaakt het van gezondheid. Stichter en topman Jan Callewaert kon de strategie van de beursgenoteerde specialist in technologie voor draadloze communicatie tijdig bijsturen. Hoe moet het nu verder?
In zijn niet meer zo prille BMW schuif je naast de kinderzit, waarin hij Laurence (3) naar de kleuterschool brengt. “Sinds Pasen,” glundert Jan Callewaert (48) en hij toont de foto van de blonde krullenbol op zijn bureau. We rekenen drie jaar terug. Was dat niet de tijd dat het management van Option werd versterkt? Of het nu de charme van een driejarige blondine is of niet, sinds 2002 gaat het stukken beter met Option, dat in 1987 startte met 15.000 euro kapitaal – 2500 van Jan Callewaert – om add-ins voor pc’s te bouwen. Sinds de turnaround in 2002 is het aandeel van één dollar naar meer dan twintig euro geschoten. De Leuvenaars herzien nu even routineus hun omzetverwachtingen naar boven als ze die vroeger herzagen naar onder – de teller staat op 100 miljoen euro. Option heeft 45 klanten – hoofdzakelijk mobiele operatoren – en klopt de concurrentie met datakaarten waarop alles staat wat de mobiele professional kan wensen: GPRS, WiFi, UMTS en binnenkort Edge . “Vroeger hadden we achttien maanden nodig om een product op de markt te brengen, nu vier tot zes. Dit jaar hebben we vijf nieuwe producten uit, volgend jaar komen er acht,” zegt Jan Callewaert. Vanuit Leuven dirigeert hij met een stabiele ploeg – ook financieel directeur Frederik Convent is nu al twee jaar aan boord – een proces met prototyperuns bij Jabil Circuit in Hasselt, productie in Italië, assemblage en testing in Ierland, ontwikkeling in Leuven en nog een deel software in het Duitse Adelsried. Option doet wat het preekt: de ontwikkelaars vanuit Leuven kunnen overal live op de minuut bijsturen.
En de resultaten zijn er. “Onze 3G-kaart voor Vodafone was vier maanden voor de deadline af. De Britten waren compleet verrast,” glundert Callewaert. How Hits Happen is een favoriet van hem. “Option moet repetitief innoveren. Niet één blockbuster, maar een reeks blockbusters,” zegt Callewaert, die zichzelf een bedrijvenbouwer noemt. Een paar jaar terug zag het er nochtans niet goed uit voor Option.
TRENDS. In 2001 zei u dat u Option van de beurs zou halen als het 3 dollar stond. Een tijd later zonk het tot zowat 1 dollar, maar u bleef wel op de beurs.
JAN CALLEWAERT (OPTION). “De koers op Easdaq ( Nasdaq Europe) was geen weergave van de waarde van het bedrijf. Er was geen handel in Option en de minste verhandeling gaf zo’n neerwaartse spiraal, dat het geen zin had nog een beursnotering te hebben. Maar van de beurs gaan, zou geen goede stap geweest zijn. We zouden bij een durfkapitalist of een andere firma in een totaal ander verhaal zijn terechtgekomen. Afwachten en de volle energie steken in het huiswerk van het bedrijf zelf was de juiste beslissing.”
Eind 2001 naderde u de bodem. Toch stapten Mercator, Software Holding & Finance, Quest for Growth en anderen zoals Partners@Venture uit Oostende in. Hoe overtuigde u hen?
CALLEWAERT. “In 2001, begin 2002 lag de private equity-markt plat. Private investeerders konden goedkoop in projecten instappen, maar het was niet evident dat ze over drie tot vijf jaar via een beursgang een uitstap konden maken. Ik dacht dat de venture capital community wel eens zou kunnen geïnteresseerd zijn in een beursgenoteerd bedrijf dat opnieuw door een ventureperiode ging. Bij ons konden ze via de beurs uitstappen zonder iemand te moeten lastig vallen. Dataverkeer was ook een interessante groeiroute voor de mobiele operatoren, onze klanten. Na de tweeënhalfgeneratie moest de derde generatie er komen. Ze stapten in tegen 2 tot 4 euro en dachten dat het al mooi zou zijn uit te stappen tegen 7 of 8 euro. Dat werd 18 tot 20 euro. ( lacht) Misschien speelde ook de persoon, de driving force achter het hele verhaal, mee.”
U investeerde de jongste jaren zelf alles bij elkaar 4,2 miljoen euro in Option. Waarvan kwam dat geld?
CALLEWAERT. “Met de beursgang van Option heb ik de kans gekregen om een stuk uit te stappen. Maar ik wist ook dat ik mentaal bereid was om dat opnieuw te investeren als het nodig zou zijn. Vele ondernemers-investeerders laten het dan schieten. Dat heb ik niet gedaan, ook al omdat ik wist dat we móesten doorbreken.”
Uitbesteding heeft u erbovenop geholpen?
CALLEWAERT. “Op advies van de Gartner Group hebben we in 1999 beslist om onze producten niet langer via het informaticacircuit onder eigen merknaam te verdelen. We zijn toen in co-ontwikkeling gestapt met partijen als Handspring (een maker van zakcomputers), Compaq en het Chinese Xoceco, met als enige bedoeling te overleven en onze knowhow en engineeringsteams te versterken. Anders bestonden we al lang niet meer. Daardoor hadden we wel de productie onder eigen beheer, maar niet genoeg zicht op de vraag. Dat betekende bijna de doodsteek van Option. Op een moment was onze voorraad bijna zo groot als de omzet, hoofdzakelijk voor Handspring. Wij waren daartoe bijna gedwongen door de klant, die ons liet geloven dat er een vervolgbestelling zou komen. Dat heeft ons veel geleerd. De uitbesteding van de productie naar Jabil Circuit is voor een groot deel de doorbraak geweest. Daardoor konden we ons werkkapitaal optimaliseren en de facturen van de bestukte kaarten pas betalen als de goederen bij ons toekwamen. Maar je moest daarvoor wel eerst een maandelijkse vraag naar uw producten hebben. En dat hadden we pas toen de vraag naar datakaarten in de tweede helft van 2002 aantrok. Als we, nu we naar 100 miljoen euro omzet gaan, nog steeds alle componenten zelf inkochten en produceerden, zouden we die groei niet kunnen volgen.”
In 1996 wees u een bod van Motorola af en later kwam u zowat elk kwartaal vertellen dat u een alliantie zou aangaan. Waarom kwam die er niet?
CALLEWAERT. “In de periode 2001-2002 werden we benaderd omdat we spotgoedkoop waren. Maar alle aanbiedingen bleven veel te ver af van wat wij er nog in zagen. Ondertussen begonnen we klanten aan te trekken zoals Vodafone. We kregen zelf de troefkaarten in handen.”
Met het uitstappen van de investeringsmaatschappij Gimv stond Option op een keerpunt.
CALLEWAERT. “De Gimv heeft zijn rol goed vervuld, is een geduldig investeerder geweest, maar moest eruit vóór de volgende episode in het bedrijf. De markten wisten goed genoeg dat de Gimv daar ooit uitmoest en dat besef drukte op de koers. Nu zie je het aandeel stijgen. Die aandelen zijn overgenomen door een tiental institutionelen met internationale faam ( nvdr – Schröder kocht meer dan 5 %). We staan nu klaar voor een nieuwe groeifase. We vernieuwen de raad van bestuur na het uitstappen van de Gimv en maken de raad meteen ook internationaler. Option heeft geen enkele bankschuld, genereert cash en heeft voldoende reserves om zijn eigen productontwikkeling te financieren. De uitbreiding van het aantal producten zal automatisch de groei bestendigen in Europa. Vandaag is Option de enige partij die een combinatie van technologieën met producten in de markt heeft en er komt nu ook spontaan vraag vanuit Amerika. Wij zien groei over de oceaan, waar grote groepen zoals T-Mobile International, Cingular Wireless en AT&T Wireless het gsm-kamp steunen. Option gaat zich wereldwijd ontplooien, ook buiten Europa, maar we willen wel stap voor stap vooruitgaan. Wij zijn nu de baas in Europa (we hebben 52 % marktaandeel in UMTS-kaarten), we willen nu de vraag invullen van operatoren in de VS en nadien ook de stap overwegen om technologieproducten te hebben op de Amerikaanse markt, onder andere in de CDMA-technologie ( nvdr – Option heeft ook een licentie genomen op de concurrerende CDMA-technologie van Qualcomm en werkt volgens Jan Callewaert aan een world card). Maar we willen absoluut geen me too-speler zijn op die markt, die al ingenomen is door een Novatel, Sierra en een Sony Ericsson.”
U hebt geen geld nodig om de volgende drie jaar door te komen?
CALLEWAERT. “Om productontwikkelingen te maken, neen. Maar als we geografisch willen uitbreiden en we willen ook lokaal aanwezig zijn in andere markten – dan moeten we dat toch nog eens bekijken.”
De datakaarten van Option lopen als een trein, maar vroeg of laat worden hun functies in de terminals van de grote jongens geïntegreerd. Wat doet u dan?
CALLEWAERT. “Elke drie tot vier jaar zijn de handsets aan vervanging toe. In 2004 hadden we dat effect door de cameramobieltjes. Die kopers gaan volgend jaar geen 3G-toestel kopen. 3G zal dus bij de consument pas een hit worden in 2006, hoewel we daar begin dit jaar nog anders over dachten. 3G haalt vandaag snelheden van 300 kilobit per seconde. In 2006 gaan we nog een factor 10 hoger, tot 3 megabit dankzij high speed down link packet access, een software upgrade op het UMTS-netwerk. Dat maakt ons concurrentieel met ADSL. Het traject van de datakaarten blijft dus een groeitraject. Al is het duidelijk dat we daarnaast nadenken over een soort high speed wireless device, een supersnel draadloos apparaat, onder meer voor videotelefonie. Er komt een grote versnippering van modellen en vormen. De operatoren zullen proberen een exclusief model voor zich alleen te hebben. Dat gaan wij hen leveren.”
U investeerde in de geflopte technologiebeurs Easdaq, maar over Euronext kunt u toch moeilijk ontevreden zijn?
CALLEWAERT. ” Easdaq moest een tegengewicht vormen voor Nasdaq met de bedoeling om aandeelhouderswaarde en liquiditeit te creëren. Vandaag is zo’n tegengewicht er niet. Option heeft een discount van soms 50 % tegenover zijn twee peers in de VS ( nvdr – Sierra Wireless en Novatel Wireless), omdat die op Nasdaq staan. Dat is een vaststelling. Terwijl wij veel meer winst per aandeel draaien. Stel dat wij – en dat is maar één van de mogelijkheden – een fusie aangaan met een Amerikaans bedrijf, dan moet dat bijna uitmonden in een op Nasdaq gefocuste onderneming. Easdaq was een grote ontgoocheling voor mij. Jos Peeters ( nvdr – de éminence grise van Capricorn, die Easdaq overnam en waarvan Jan Callewaert nu zijn lening aan Easdaq van 1 miljoen euro terugeist, met interest) gelooft er nog altijd in. Zijn idee is om het platform te activeren als er weer meer jonge bedrijven naar de beurs willen gaan. Maar de financiële wereld zit vandaag in Londen. Vlaamse starters die kapitaal willen ophalen, gaan naar de Londense AIM, met haar kleine duizend noteringen.”
U nadert de vijftig. Uw bedrijf is een goedlopende machine. Denkt u er niet stilaan aan om wat afstand te nemen?
CALLEWAERT. “U vindt dat ik op een leeftijd gekomen ben om aan mijn pensioen te denken? Dan moet ik u teleurstellen. Mocht ik al afstand nemen, zou ik gewoon een sabbatical nemen, een half jaar met een leeg blad de natuur in en terugkeren met een korf ideeën die kunnen uitgebouwd worden. Chique hotels en sightseeing zijn mooi meegenomen, maar daar streef ik niet naar.”
Bruno Leijnse
“In 2004 hebben we het effect van de cameramobieltjes. Die kopers gaan volgend jaar geen 3G-toestel kopen. 3G wordt pas een hit in 2006.”
“De financiële wereld zit vandaag in Londen. Vlaamse starters die kapitaal willen ophalen, gaan naar de Londense AIM.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier