Wie zijn de revisoren van Belgische topbedrijven?

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

De top tien van bedrijfsrevisoren wordt nog steeds gedomineerd door de Big Four. Maar er zit nog groei in de sector. Alleen jammer dat er steeds minder jong talent te vinden is.

Net als vorig jaar staat Deloitte op de eerste plaats in onze top tien van revisorenkantoren. Met 14,3 % van alle mandaten uit de Trends Top 5000 verhoogt de fusie tussen Deloitte en Andersen zelfs lichtjes de voorsprong (13,7 % in 2005). Ook het marktaandeel van de drie andere internationale auditfirma’s stijgt, zodat de Big Four nu samen al meer dan de helft van de grote ondernemingen in hun portefeuille hebben. In de rangschikking verandert er bijna niets. Onderaan springt alleen Van Passel, Mazars & Guerard opnieuw over Toelen, Cats, Morlie & Co.

In 2005 realiseerde Deloitte Belgium een geconsolideerde omzet van 223 miljoen euro, inclusief fiscaal advies, boekhouding en managementadvies. Ludo De Keulenaer, managing partner van Deloitte: “Ons voordeel is dat wij nog altijd een geïntegreerde dienstverlening aanbieden. In tegenstelling tot de collega’s hoeven wij extern dus geen knowhow te kopen. Bovendien houden de grote ondernemingen sinds de wet over corporate governance steeds meer rekening met de opmerkingen van de bedrijfsrevisor. Ze zijn bereid te investeren in de uitbreiding van de interne en externe controle. De situatie ligt wel enigszins anders bij de kmo’s. Daar liggen ze niet wakker van deugdelijk bestuur.”

Toch zit er nog altijd groei in de sector. Uit een studie van het handelsinformatiebureau Graydon blijkt dat een op de vier bedrijven die verplicht zijn een revisor aan te stellen, dit jaarlijks niet doen. Maar de jaarrekeningen van de 16.500 ondernemingen die zich wel aan de wet houden, geven grotendeels wel een getrouw beeld van de economische werkelijkheid (93,85 %). Slechts in 6,15 % van de gevallen stelt de revisor een negatief rapport op. Dat percentage zakt jaarlijks (6,4 % in 2003). Maar een afwijzing wijst op ernstige moeilijkheden. Niet minder dan 17,6 % van de bedrijven die in 2003 een afkeurende verklaring kregen, gingen op de fles.

Verwijtende vinger

André Kilesse (BDO Atrio), voorzitter van het Instituut van Bedrijfsrevi-soren (IBR): “De conclusie van dit onderzoek is dat het commissarisverslag een nuttig instrument is voor het bepalen van de solvabiliteit van een onderneming. De geleidelijke vermindering van het aantal negatieve oordelen, inclusief voorbehoud, is een goed signaal. Bedrijven volgen dus steeds beter de raadgevingen van hun revisor op. Ook blijkt dat onze opmerkingen de uiteindelijke verliezen van een vennootschap in moeilijkheden beperkt. Wij spelen dus wel degelijk een maatschappelijke rol.”

Maar de gemiddelde belegger en burger wijst bij financiële schandalen, zoals Lernout & Hauspie of Picanol, met een verwijtende vinger naar de rol van de bedrijfsrevisor. “Dat is deels te wijten aan de ontoereikende communicatie van het IBR zelf,” zegt Pierre Berger (KPMG), ondervoorzitter van het IBR. “Onze hoofdtaak bestaat uit de verificatie van de financiële informatie. Daarnaast kunnen wij ook in ondergeschikte orde als knipperlicht voor fraude fungeren. Maar daar staat een kostprijs tegenover. Gemiddeld schommelt het ereloon van een Belgische revisor tussen 700 en 1500 euro per dag. Dat ligt een pak lager dan in onze buurlanden. Uit een studie van Marleen Willekens, professor Accountancy aan de KU Leuven, blijkt dat onze verdiensten tussen 1999 en 2001 niet gestegen zijn. Willen de klant en de publieke opinie een grotere dienstverlening, dan zal de vennootschap daar meer moeten voor gaan betalen. Maar het bedrijfsleven en de aandeelhouders in ons land zijn daar nog niet echt rijp voor.”

Ondertussen stijgt wel het aantal claims tegen revisoren. Zij kregen het dus steeds moeilijker hun aansprakelijkheid te verzekeren. Dankzij bemiddeling van de Hoge Raad voor Economische Beroepen kon economieminister Marc Verwilghen (VLD) de beroepsaansprakelijkheid van revisoren beperken tot respectievelijk 3 en 12 miljoen euro (naargelang van de grootte van het bedrijf). Dat liet het IBR in juli 2005 toe een collectieve polis af te sluiten voor de dekking van deze aansprakelijkheid. Kilesse: “Deze drempels liggen driemaal hoger dan in Duitsland. Bovendien zijn de bedragen hoger dan de hoogste schadevergoeding die een rechtbank in ons land ooit aan een revisor heeft opgelegd. De stakeholders – inclusief de schuldeisers – zijn dus gedekt. Wat deugdelijk bestuur betreft, zijn we de eerste van de klas in Europa. Onze wetgeving over corporate governance dateert al van augustus 2002. Niet minder dan zeven verschillende diensten zijn verboden.”

Weinig vers bloed

Ook mag het percentage non-audit nooit hoger zijn dan audit. Berger: “Daarom hebben de meeste kantoren – uitgezonderd Deloitte – hun activiteiten gesplitst. Zo daalt sinds vorig jaar voor de eerste maal het aandeel van fiscaal advies – een wettelijk toegelaten activiteit voor de revisoren – in de omzet van de kantoren. Wij mogen ons cliënteel namelijk niet vertegenwoordigen in betwistingen met de fiscus. Hiervoor moeten de klanten een beroep doen op een advocatenkantoor. Zij voelen er dus steeds meer voor om twee adviseurs in te schakelen voor hetzelfde probleem.”

Deze verschuiving op de markt legt wel een nieuw knelpunt bloot: het groeiende tekort aan vers bloed in de auditsector. Berger: “Enerzijds wordt het zakenleven steeds complexer. Anderzijds willen de jonge talenten meer dan alleen maar verifiëren. Creatief advies geven, is veel boeiender. Nu valt die combinatie steeds meer weg en kiest de jeugd steeds vaker voor andere beroepen dan het revisoraat.”

Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content