Wie wordt er Unilin-multimiljonair?
Varkensboeren, schroothandelaars, textielbaronnen en heuse captains of industry – wie zijn de ‘verborgen’ aandeelhouders van Unilin (bekend van laminaatmerk Quick-Step)? Kortom, wie strijkt de 2,2 miljard euro op die het Amerikaanse concern Mohawk op 2 juli bood voor de West-Vlaamse houtgroep?
Het is een pikante boutade in de West-Vlaamse salons. Wie vandaag op een receptie in textielkringen rond- struint, taxeert de aanwezigen in de zaal en begint het aantal miljonairs te tellen. Zelf zijn ze zich meestal van geen kwaad bewust en ze doen hun uiterste best om vooral niet op te vallen. Het torenhoge cliché pour vivre heureux, vivons cachés is nog steeds van tel. “Vandaag zelfs meer dan ooit,” schatert een oude vlasboer het uit.
Toen de houtgroep Unilin, bekend van Quick-Step, op zaterdagnacht 2 juli 2005 zijn handtekening zette onder het verkoopcontract met de Amerikaanse vloerbekledingsreus Mohawk, ging er een siddering door de Vlaamse economie. Niet zozeer het nieuws dat er alweer een kroonjuweel van onze Vlaamse economie in buitenlandse handen verdween zorgde voor die eruptie. Maar het bedrag dat Jeffrey Lorberbaum, de CEO van Mohawk (33.400 werknemers en een marktwaarde van 5,8 miljard dollar), veil had voor Unilin deed velen duizelen: 2,2 miljard euro of 8,7 keer de operationele cashflow is dan ook een offer you can’t refuse. De deal is de grootste overname van een niet-beursgenoteerd bedrijf in België.
Toch was een verkoop niet het initiële idee toen gedelegeerd bestuurder Frans De Cock en de raad van bestuur van Unilin de zakenbank Goldman Sachs onder de arm namen. Hun opdracht bestond erin om “een aantal strategische alternatieven te onderzoeken en uit te werken, waaronder een mogelijke herschikking van het aandeelhouderschap,” zo meldt het jaarverslag van Unilin Holding. “Het management wou in de eerste plaats het aandeelhouderschap vereenvoudigen,” zegt een bron die dicht op het dossier zat. “Er waren doorheen de jaren te veel aandeelhouders ontstaan. Die hielden zich dan wel niet bezig met de operationele kant, de raad van bestuur was hen toch regelmatig verantwoording verschuldigd.”
Doos van Pandora geopend
Frans De Cock had niet alleen een eenvoudiger aandeelhoudersstructuur voor ogen, hij wou in één adem meteen ook zijn handen vrij om een verdere groei van Unilin te realiseren, heet het. Daarbij werd hardop nagedacht over een overname van Trinterio, de houtgroep die de familie Vanden Avenne en Balcaen (Balta) in een joint venture hadden opgezet en die sinds de overname van Balta door Doughty Hanson in de etalage staat. De pistes die daarbij mogelijk bewandeld konden worden, waren een beursgang of een herfinanciering. “Alleen opende De Cock met de aanstelling van Goldman Sachs de doos van Pandora,” zeggen diverse bronnen.
Samengevat komt het hierop neer: de aandeelhouders die rond Unilin zwermden, hadden plots geld geroken, eenmaal de contouren duidelijk werden van het Goldman Sachs-rapport. Tal van kapitaalfondsen en industriële groepen hadden interesse getoond, toen bekend werd dat Unilin een zakenbank in de arm had genomen. En vooraleer de raad van bestuur er erg in had, bleek een flink deel van de aandeelhouders aan te sturen op een exit. “Geef ze eens ongelijk,” zegt iemand uit hun entourage. “Unilin staat op zijn top, het tij kan enkel keren. En wou men verder groeien door overnames, dan moest er een nieuwe kapitaalronde komen. Tezelfdertijd zijn kapitaalfondsen vandaag bereid gekke sommen neer te tellen voor onze bedrijven. De aandeelhouders maakten ook deze bedenking. En hun rekening was snel gemaakt.”
Dé vraag die ondernemend Vlaanderen zich nu stelt, luidt: wat gaat er gebeuren met die verworven miljoenen? Vloeit dat geld terug in onze economie via een financiële boost van de talrijke KMO’s die verbonden zijn met de aandeelhoudersfamilies? Voelen sommigen zich geroepen om als business angel startende entrepreneurs aan kapitaal te helpen? Of – wat natuurlijk ook mogelijk is – blijft men doodgewoon op die berg cash zitten? En, vooral, wie zijn die discreet gehouden aandeelhouders van Unilin? “De identiteit van onze aandeelhouders is een privé-zaak,” zeggen Bernard Thiers en Frans De Cock in koor. “Maar de meeste zijn ondernemende mensen, dus lijkt het logisch dat een deel van dat kapitaal terugvloeit naar onze economie.”
Mystiek van bij de start
De oprichtingsakte uit 1960 – in archaïsche ambtenarentaal – maakt melding van 39 mensen die boven de doopvont van Union de Lin stonden. Slechts een handvol van de protagonisten die tekenden voor een van de lucratiefste aandeelhoudersverhalen uit de Belgische geschiedenis, is vandaag nog in leven, maar hun nazaten zijn uitgezwermd over verschillende geledingen van de Vlaamse economie – van schroothandelaars tot textielbaronnen, van varkensboeren tot heuse captains of industry. Op een enkele uitzondering na bleven ze vrij honkvast rond thuisbasis Wielsbeke hangen.
De inmiddels overleden Aloïs Dewitte, die bij de oprichting van Unilin destijds een terrein van één hectare inbracht, kreeg in ruil 500 aandelen (van de 2460), en was daarmee meteen hoofdaandeelhouder. Al nuanceert Frans De Cock: “Die aandelen waren maar een deel van het verhaal. Er kwam ook nog een converteerbare obligatielening aan te pas die 90 % van het startkapitaal uitmaakte. Verschillende kapitaalverhogingen hebben doorheen de jaren onze groep versterkt.” Leuke anekdote: volgens de toen gangbare wetgeving diende slechts 20 % van het kapitaal volstort te worden, wat naar het schijnt ook zo gebeurde. “Met de eerste winst die vrij snel binnenliep, werd de rest van het kapitaal volstort,” zegt een toenmalige concurrent. “De aandeelhouders hebben er dus van meet af aan vrij weinig eigen middelen moeten instoppen. Hun return daarentegen…”
Toch lijkt er iets vreemds aan de hand bij de oprichting. Het maatschappelijk kapitaal bedroeg 2.525.000 Belgische frank, goed voor 2525 aandelen ter waarde van elk 1000 frank, leert ons de oprichtingsakte. Maar er werden 2460 aandelen uitgeschreven. De aandeelhoudersstructuur was al van bij het begin omgeven met mysteries. Het aantal aandelen bij de verkoop aan Mohawk bedroeg intussen – na splitsingen en kapitaalverhogingen – 737.920. Het aandeelhouderschap zou vrij stabiel gebleven zijn, al werden er onderling wel een aantal verkocht. Maar de meeste van de stichtende families bleven tot op het eind aan boord. Bernard Thiers: “Al kan je je de vraag stellen in hoeverre je nog van families kan spreken eenmaal je toe bent aan de derde generatie en de aandelen verspreid zitten bij neven en nichten.”
In 2001 werd de Stichting Administratiekantoor Cigales (Stak) opgericht in Nederland om het aandeelhouderschap te scheiden van het management bij Unilin. De voltallige raad van bestuur heeft een zitje in Stak, waarvan de jongste Joerie Vanacker (39) is. Hij volgde zijn vader Hugo Vanacker op na diens overlijden. Paul De Fraeye is getrouwd met een Van Canneyt en kreeg zijn zitje in de plaats van Paul Van Canneyt. Lucas Vanhaelemeesch kwam als voorzitter bij Unilin terecht via zijn schoonmoeder, wiens broers Frans en Marcel Verbeke medeoprichters waren van Unilin. Vanhaelemeesch is ook nog bestuurder bij concurrent Beaulieu, maar daar lijkt niemand zich druk om te maken. En dit ondanks de patentenoorlog tussen Unilins succesnummer Quick-Step en Berry Floor van Luc De Clerck.
Families Thiers en Van Canneyt: van vlasboeren tot vastgoedkoningen
De voor de buitenwereld bekendste families van Unilin zijn Thiers, De Cock en Van Canneyt. Zij wegen naar verluidt ook het zwaarste door in het kapitaal, al wordt dit ontkend door Frans De Cock en Bernard Thiers. De drie broers Thiers (Polydor, Roger en Noël) vormden in 1960 samen met de broers Van Canneyt (Jozef, Antoon, Frans en Paul) de grootste tak. Die laatste hadden samen 365 aandelen, terwijl de broers Thiers voor 225 aandelen tekenden. Maurice De Cock, vader van huidig gedelegeerd bestuurder Frans De Cock, startte met 75 aandelen, wat een beetje het gangbare gemiddelde bleek bij de andere aandeelhoudersfamilies. Naast Frans De Cock – die in 1969 aan de slag ging bij Unilin en geprezen wordt om zijn commerciële inzicht – is ook Marc Van Canneyt, de oudste zoon van oud-voorzitter Jozef, als financieel directeur een zwaargewicht.
“Zoals de traditie het wil, is het telkens de oudste zoon die de vader opvolgt”, aldus een familiekennis. De nu 84-jarige Jozef en zijn 75-jarige broer Paul zijn nog kwiek genoeg om het reilen en zeilen van ‘hun’ Unilin met argusogen te volgen. Vooral Jozef stond bekend om zijn doordachte manier van managen. Het was dan ook hij die de leiding in handen nam van elk nieuw overgenomen bedrijf.
Paul Van Canneyt was eerder de strateeg. Hij zou in 1960 huwen met Cecile Dewaele, en bracht zo zijn schoonfamilie in het kapitaal van Unilin. Die splitste de aandelen als erfenis op tussen de kinderen Cecile en Lucien. De twee andere broers Van Canneyt, Antoon en Frans, kwamen allebei om het leven in hetzelfde jaar (1984, de ene door een auto-ongeval, de andere door een hersenbloeding). De diverse takken van de familie Van Canneyt gingen na de vette jaren in het vlas hun eigen weg, en om het risico te spreiden, zochten ze verschillende bedrijfstakken op, zoals onder meer de meubelfabriek De Bosmolens (die in 1989 verkocht werd). Wel participeerden ze alle in elkaars bedrijven. Twee andere zonen van Jozef gingen richting vastgoedsector. Vooral Bernard Van Canneyt gooit vandaag hoge ogen met Château Promotions, dat in kringen van eurocraten een belangrijke klantenportefeuille wist op te bouwen.
Andere gedelegeerd bestuurders in de raad van bestuur zijn de neven Bernard en Paul Thiers, telgen van de tweede generatie. Polydore Thiers stierf in 1995, Roger in 1990. In Zuidwest-Vlaanderen geniet Lieven Thiers, een andere telg, faam als vastgoedpromotor met grote projecten als het Kortrijkse Langhemeere (111 appartementen en winkelruimtes op een oppervlakte van 6000 m2). Andere Thiersen zijn actief in bouwmaterialen (Casa Trend) of houtbewerkingsmachines (Vens & Thiers). Marie-Helene Thiers trouwde met Fernand Kint, van de gelijknamige Waregemse drankengroothandel, die nationale bekendheid geniet door de productie van de ‘plezierige’ huisborrel Wortegemsen.
Familie Vanden Avenne: van strijdmakkers tot strijdende partijen
Bernard Thiers ging aanvankelijk aan de slag bij houtveredelaar Tivapan – dat in 1998 opgeslorpt zou worden door Unilin – maar maakte later de overstap naar Unilin. Tivapan werd destijds opgericht door de families Thiers, Vanrobays en de Waregemse tapijtenproducent Verstraete, die alle medeoprichters én nog steeds aandeelhouders zijn van Unilin. Verstraete levert met schoonzoon Bernard Vandeputte een gedelegeerd bestuurder.
De overname gebeurde niet zonder slag of stoot. Aanvankelijk leek het erop dat de drie houtgroepen Tivapan, Dekaply en Spano zouden fuseren. Dekaply behoorde tot de familie Dekerpel, terwijl Spano in 1963 opgericht was door de ondernemersfamilie Vanden Avenne. Toen Unilin de hand legde op Tivapan, sloten de misnoegde families Dekerpel en Vanden Avenne op kerstavond van 1998, nauwelijks twee weken na die overname, een monsterverbond. Het zou de start zijn van een soms bittere concurrentiestrijd.
Nochtans zaten Joseph en André Vanden Avenne, kinderen van vlasboer René, destijds mee aan tafel bij de oprichting van Unilin (elk voor 65 aandelen). Ze zouden 32 jaar in het kapitaal blijven, maar konden nimmer het laken naar zich toetrekken. Amper zes jaar na hun uittrede uit het Unilin-kapitaal stonden de protagonisten van weleer met getrokken messen tegenover elkaar. Aanvankelijk was de tak van René Vanden Avenne de minst bedeelde, en dienden de kinderen aan te kloppen bij hun neven die met de veevoedertak fortuin maakten. Zij brachten het nodige startkapitaal aan voor de oprichting van Spano, en zijn nog steeds aandeelhouder van de groep Triax (die Spano, Spanolux en Dekaply overkoepelt).
Een ander – opvallend – gegeven daarbij is dat Joël Holvoet eveneens participeert in Triax. Hij is de zoon van Paul Holvoet, die met zijn broer Camiel present tekende aan de oprichterstafel van Unilin. Er zijn nog families die op twee paarden wedden. Naast de clan Vanden Avenne en Holvoet zaten bijvoorbeeld ook de vlassersfamilies Vanneste en Seurynck samen in zowel het kapitaal van Unilin als in dat van vlasveredelaar Lintexco. Die vennootschap werd in 1999 ontbonden, maar zowel Vanneste, als Holvoet en Seurynck bleven aanwezig bij Unilin.
Families Seurynck en Dewitte: veevoeders en varkensboeren
De familie Seurynck zwermde ook uit over diverse ondernemingstakken. De bekendste zijn allicht Voeders Seurynck en het verpakkingsbedrijf Seuropak. Rosa Seurynck is getrouwd met Eric Deman, die met Rolbruggen Deman een gezonde KMO runt, actief in de constructie van hef- en transportwerktuigen.
Een andere ‘bekende’ aandeelhoudersnaam bij Unilin is de familie Dewitte. Rafaël Dewitte – die niets te maken had met Aloïs, die de grond inbracht – tekende destijds voor 25 aandelen. Hij blijkt de patriarch te zijn van Sedia Center. Die vennootschap is beter bekend onder zijn handelsbenaming Meubelen Weba. De huidige generatie van die tak Dewitte vinden we vandaag nog altijd terug bij de aandeelhouders van Unilin. Adhemar Verloo, een vandaag kwieke 83-jarige, stond niet alleen aan het roer van Spano, maar was samen met zijn broer Pierre tevens betrokken bij de oprichting van Unilin. De familiale holding Devermill Invest leidt ons onder meer naar Bloemmolens De Vliegher, via het huwelijk van Godelieve Verloo en Luc De Vliegher. Ook de producent van raamdecoratie en gordijnen, Orbit Textiles uit Waregem, telt met Hilde Verloo een telg uit de familie.
Maar de prijs voor de bijzonderste verschijning in het Unilin-aandeelhouderschap is weggelegd voor Gabriel Verschaeve. Deze wat sjofele schroothandelaar, tevens specialist in oldtimers van voor 1960, oogt allerminst als een potentiële Unilin-miljonair. En dat gaat in zekere mate ook op voor zijn schoonzus en varkensboerin Godelieve Van Haecke, wier vader Henri destijds tekende voor 40 aandelen.
Lieven Desmet
2,2 miljard euro: de grootste overname van een niet-beursgenoteerd bedrijf in België.
“De meeste aandeelhouders zijn ondernemende mensen, dus lijkt het logisch dat een deel van dat kapitaal terugvloeit naar onze economie.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier