Wie worden de ministers in de nieuwe Vlaamse regering? Jan De Meulemeester blikt vooruit

De Vlaamse regering, Martelaarsplein Brussel. © BELGA

Wie wordt minister in de nieuwe Vlaamse regering en waarom? En hoe wordt dat beslist? Het kan een behoorlijk jonge en zeer vrouwelijke Vlaamse regering worden.

Jan De Meulemeester, Head of Business News van Kanaal Z en politiek analist, blikt in de dagelijkse podcast van Kanaal Z vooruit naar de nieuwe Vlaamse regering die in de steigers staat. Beluister hier vanaf 8:30 of lees onder de podcastaflevering.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Kunnen we al inschatten wie de ministers in de nieuwe Vlaamse regering worden?

JAN DE MEULEMEESTER. “Eigenlijk is dat niet zo moeilijk. Kijk op de foto’s op onze website Trends.be wie er aan de onderhandelingstafel zitten. Dat zijn de architecten van het regeerakkoord. En vaak – als er een akkoord is – worden de architecten ook de ministers die het uitvoeren. Zo zag je van meet af aan Antwerps N-VA-schepen Annick De Ridder opduiken, 45 jaar en al twintig jaar in het Vlaams Parlement. Je kunt dan denken: wat doet de Antwerpse schepen daar? Wel, ze is onderweg naar het ministerschap. Hetzelfde met Caroline Gennez van Vooruit, nu federaal minister van Ontwikkelingsbeleid en na die comeback onderweg naar het Martelaarsplein. Net als Melissa Depraetere van Vooruit en Jo Brouns van cd&v. En bovenal natuurlijk Matthias Diependaele van N-VA: de formateur van wie je mag veronderstellen dat hij de nieuwe Vlaamse minister-president wordt. Althans: dat lijkt de logica.”

“Op die foto’s zie je ook Vooruit-voorzitter Conner Rousseau, maar die gaat voor het burgemeesterschap van Sint-Niklaas. En cd&v-voorzitter Sammy Mahdi, die ook bezig is met de federale formatie en op dat niveau ministeriële ambities heeft.”

Er zijn negen Vlaamse ministerposten, en een heel divers pakket bevoegdheden dat moeten worden verdeeld. Elke partij wil een maximaal aandeel daarvan. Tegelijk moet onder meer de man-vrouwbalans goed zitten. Hoe gebeurt die samenstelling van een Vlaamse regering? Om te beginnen: welke partij krijgt hoeveel posten?

DE MEULEMEESTER. “Daarover beslissen is het prerogatief van de partijvoorzitters – zij zijn de kingmakers – maar het passeert eerst langs een technische berekening die bepaalt op hoeveel posten elke coalitiepartner recht heeft. Daar bestaat geen officiële regel of decreet voor, maar het is de gangbare praktijk dat dit volgens het systeem-D’Hondt gebeurt. Dat is de rekenmethode die het aantal stemmen omzet in het aantal parlementszetels. Dat gebeurt op basis van een quotiënt, dat uitwijst voor hoeveel stemmen een zetel staat. Volgens die berekening gaat de eerste portefeuille naar de partij met het hoogste quotiënt, de tweede dan naar die met het volgende quotiënt, en zo is er een stramien tot de negen posten verdeeld zijn. Soms wijken ze er wel van af. Zo had N-VA in de vorige regering-Jambon vijf ministers moeten hebben en is er voor het politieke evenwicht eentje doorgeschoven naar cd&v. Dus dat technische deel is slechts een uitgangspunt.

Ben Weyts zijn stemmenaantal halveerde ongeveer. Geen meevaller.

“Wat ook in de weegschaal wordt gelegd, zijn de belendende percelen: er moet parallel ook een parlementsvoorzitter worden aangeduid. Er zijn ook de provinciegouverneurs, een gewilde functie. Zes jaar geleden maakte Open Vld nog veel stennis over de Oost-Vlaamse post. En ook het gewicht van de functies is een factor: als een partij uitzicht heeft op de zware post onderwijs, dan kun je misschien leven met een ministerpost minder. Globaal kun je voor deze formatie de volgende inschatting maken: vijf van de negen ambten voor N-VA, twee ministers voor Vooruit, en cd&v eentje minder dan voorheen, van drie naar twee. Een robuuste N-VA-regering dus, met de minister-president en daarnaast met vier ministers in de meerderheid.”

Nadien moet die post ook worden ingevuld. Dat zal deels gebeuren door de onderhandelaars die nu aan tafel zitten. Op basis van wat wordt bepaald wie minister wordt in de Vlaamse regering?

DE MEULEMEESTER. “De electorale score is een doorslaggevende factor. Maar neem in deze formatie het voorbeeld Zuhal Demir: zij was in de vorige ploeg de rijzende ster en op 9 juni in Limburg het stemmenkanon, dat met kop en schouders boven de andere partijen uitstak. Puur electoraal zou je kunnen redeneren: dan moet zij toch de minister-president worden? Nu kijkt iedereen naar Diependaele: hij haalde ook een topscore, maar dan als derde man in Oost-Vlaanderen.

“De score telt dus, maar ook de vaardigheden en de talenten die voor een post nodig zijn. Vooruit wil de partij voor de jongeren zijn. Ze zou Melissa Depraetere viceminister-president kunnen maken. Maar gegeven de ervaring die vereist is voor zo’n functie, kan dat toch beter Caroline Gennez worden? Bij Annick De Ridder zien we ervaring én regionale belangen. Antwerps Havenschepen en schepen van Ruimtelijke Ordening: ziedaar de grote infrastructuurwerken in en rond Antwerpen, de motor van de Vlaamse economie, die zij door en door kent en waar ze als minister over kan blijven waken. Ook dat regionale is dus een belangrijke factor: een partij zal geen twee of meer figuren uit dezelfde provincie casten. N-VA heeft met Demir, Diependaele en De Ridder de kieskringen Limburg, Oost-Vlaanderen en Antwerpen bediend. De volgende zou dus Ben Weyts kunnen zijn, uit Vlaams-Brabant. Maar die zijn stemmenaantal halveerde ongeveer, naar een ruime 30.000. Geen meevaller. Daar heb je dan weer het electorale.”

Lees verder onder de foto

Annick De Ridder. © BELGA

Dat sommigen erbij zijn, lijkt een no-brainer. Tegelijk is het een enorm moeilijke oefening. Je maakt of kraakt als voorzitter carrières. Zo dacht Kristof Calvo destijds minister te worden in de federale regering – hij onderhandelde mee – maar kreeg het toch niet van zijn partij.

DE MEULEMEESTER. “Nee, en die is er lang niet goed van geweest. Voorzitters moeten met zo veel rekening houden. Dat houdt ook in: gevoelens kwetsen, ambities fnuiken, dromen torpederen, en dat ter wille van de hogere, publieke zaak: het partijbelang en de res publica. Tel daarbij morele, maatschappelijke richtsnoeren, zoals voldoende balans tussen mannen en vrouwen in de ploeg. En stilaan – en eindelijk – voldoende diversiteit inzake afkomst. En je moet denken aan wissels op de toekomst. Iemand tot minister kronen is iemand lanceren die de partij op de kaart moet zetten en die hopelijk bij volgende verkiezingen groter maakt. De startende minister van vandaag moet het stemmenkanon van morgen zijn.

“Omgekeerd kan zo’n post krijgen ook tegenvallen. Zuhal Demir heeft vijf jaar geleden openlijk tranen gelaten toen ze de bevoegdheden Energie en Omgeving kreeg: domeinen die haar compleet onbekend waren en waar niet veel mee te scoren viel. Een partij kan ook de ‘Brussel-minister’ opgedrongen krijgen – er moet minstens één Brusselaar bij zijn, dat is een communautaire regeling – maar daar valt electoraal niet veel te winnen. Een kleine post kan wel mooi renderen. Zo wist Ben Weyts te scoren met dierenwelzijn. Vlamingen houden van hun huisdieren. Hij kwam er vaak mee in het nieuws: de grote dierenvriend.”

Al die factoren samen: in welke richting gaat het met die samenstelling van de Vlaamse regering? U noemde al Diependaele als minister-president? Er zijn Brouns, Gennez, Demir, Weyts… Wie is wie straks?

DE MEULEMEESTER. “Inderdaad, een Vlaamse regering onder leiding van Matthias Diependaele, die tegelijk de begroting en financiën kan blijven doen. Wat hij goed kan en graag doet, want hij is een cijferman. Voor cd&v: mogelijk opnieuw Hilde Crevits, de langst dienende in dit kabinet en prima als viceminister-president. Jo Brouns wist in de landbouw- en stikstofkwestie goed te scoren bij de achterban én in Limburg. Om verdere miserie en gekibbel te vermijden zullen ze prefereren landbouw en milieu als portefeuilles opnieuw samen te voegen.

“Bij Vooruit zien we Melissa Depraetere en Caroline Gennez. In het voorzittersdebat van Trends-KanaalZ en Knack lanceerden ze het voorstel van een ‘minister van het Kind’, met een brede bevoegdheid van kinderopvang tot onderwijs. Onderwijs is goed voor een budget van 16 miljard euro, een derde van het Vlaamse budget. Het zou de hoofdvogel zijn. Wellicht te hoog gegrepen voor Vooruit, maar misschien is er voor de partij wel de op één na zwaarste portefeuille met Welzijn en Zorg. Er is ook interesse voor wonen en energie, daar voerden ze stevig oppositie op de voorbije jaren. En dat dan met Gennez als vice-minister-president.

“Als Zuhal Demir geen minister-president wordt, is er de grootste post onderwijs. N-VA moet ook kunnen cashen op de hervormingen die Ben Weyts heeft ingezet. Voor Annick De Ridder, in de lijn van haar Antwerpse ervaring, openbare werken en mobiliteit. Voor Ben Weyts een lichtere portefeuille dan voorheen of misschien Parlementsvoorzitter. Uit Brussel kan de N-VA dan Cieltje Vanachter introduceren. Dat is trouwens de schoondochter van voormalig minister-president Geert Bourgeois: zo blijft het een beetje in de familie.

“Bemerk in deze berekende gok: drie mannen en zes vrouwen. Zes veertigers, een dertiger en Weyts die begin vijftig en Crevits die eind vijftig is. Een jonge en vrouwelijke ploeg!”

Lees ook: het Vlaamse begrotingsevenwicht komt er bijna vanzelf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content