Wie Uber bedreigt, bedreigt de welvaart
Wie herinnert zich nog Taxistop? In lang vervlogen tijden begonnen als een sympathiek initiatief waarbij mensen op zoek gingen naar een chauffeur voor verre verplaatsingen of chauffeurs die op zoek waren naar een passagier om de kosten te delen. Taxistop werd vooral beschouwd als sympathiek en authentiek. Zijn moderne variant is het ambachtelijke stadium voorbij en kan vooral bij politici op veel minder sympathie rekenen. Die moderne variant heet Uber.
Met Uber kan een consument via zijn smartphone een taxi bestellen. Op een kaartje van zijn Uber-app ziet hij meteen waar ‘zijn’ taxi zich bevindt. De app laat de Uber-chauffeur ook weten waar hij zijn klant moet ophalen. Voor toeristen in een vreemde stad is het veel makkelijker hun positie in te geven op een smartphone dan in een vreemde taal te moeten uitleggen waar ze zich bevinden. Er komt ook geen cash meer aan te pas, het afrekenen van de rit gebeurt elektronisch. De kredietkaartgegevens van de klant zijn al gekoppeld aan de app. Ook geknoei met wisselgeld behoort tot het verleden: wanneer meerdere mensen samen een rit delen, wordt de rekening netjes én ook automatisch verdeeld onder de verschillende kredietkaarten. Na de rit kan de klant de kwaliteit van de rit, de netheid van de taxi en de vriendelijkheid van de chauffeur beoordelen met een sterrenscore. Door consistent slecht scorende chauffeurs uit hun systeem te weren, houdt Uber de kwaliteit hoog.
De combinatie van alomtegenwoordige smartphones en spotgoedkoop mobiel internet maakt dit soort innovaties mogelijk. Het laat Uber toe om vragers en aanbieders van lokaal particulier vervoer makkelijk én rechtstreeks met elkaar in contact te brengen. Toch hebben politici daar vaak een probleem mee. In Brussel bijvoorbeeld is Uber verboden en hangt potentiële chauffeurs een monsterboete boven het hoofd. Eender welke andere zelfstandige ondernemer zou op nieuwe concurrenten reageren met een betere service, scherpere prijzen en een beter aanbod. Niet zo voor de lobby van de taximonopolisten: zij proberen de concurrentie buiten de wet te laten stellen. Verbazend genoeg gaat de politiek daar nog in mee. Sommige politici lijken vooral oog te hebben voor een kleine gilde van taxichauffeurs die in staat zijn door een blokkade van de invalswegen voor chaos te zorgen. Burgers, pendelaars en toeristen blijven in de kou staan. Nochtans worden uitgerekend zij er dagelijks aan herinnerd dat de taxisector een monopolie is. Heel vaak is de service slecht, zijn de taxi’s vuil en de verplaatsingen duur.
De politieke reactie op een fenomeen als Uber is symptomatisch. Innovatie wordt te vaak gezien als een bedreiging voor een kleine, beschermde groep en te weinig als een vooruitgang voor de samenleving. Gelukkig keken we in het verleden wél naar het algemeen belang en niet in de eerste plaats naar de kleine en beschermde groepen. “De mannen die de gas doen branden” moesten het veld ruimen toen de elektrische straatverlichting zijn intrede deed. Koetsiers verdwenen toen de auto in opmars was. Typistes moesten zich omscholen na de introductie van de kopieermachine. Miljoenen mensen in de landbouw verloren hun job toen landbouwmachines opkwamen.
In de achteruitkijkspiegel van de geschiedenis benoemen we dat vandaag allemaal als ‘vooruitgang’. Toch bestaat die vooruitgang uit zogenaamde creative destruction, een term die de Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter voor het eerst introduceerde. Hij stelde vast dat de dynamiek van een kapitalistische economie rust op het constante verdwijnen en ontstaan van nieuwe bedrijven, sectoren en industrieën. Wie echter het verdwijnen van oude industrieën in de weg staat, verhindert meteen ook de creatie van nieuwe welvaart.
Iedereen wil vooruitgang, maar wanneer de innovatie voor de deur staat, slagen belangengroepen, monopolisten en beschermde beroepen er vaak in politici voor hun kar te spannen om die tegen te houden. Tegen het algemeen belang in. De overheid staat klaar met karrenvrachten subsidies om technologische innovatie te stimuleren. Maar o wee als een ongesubsidieerde Uber met échte disruptieve innovaties komt. Dan wordt die aan banden gelegd omdat hij een bedreiging vormt voor het status-quo. De waarheid is omgekeerd: uitgerekend het status-quo is de echte bedreiging van onze welvaart.
De auteur is hoofdeconoom bij BNP Paribas Fortis.
PETER DE KEYZER
Innovatie wordt te vaak gezien als een bedreiging voor een kleine, vaak beschermde groep en te weinig als een vooruitgang voor de samenleving.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier