Wie bedient de pomp?

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Het Franse Total en het Belgische PetroFina vormen samen de vijfde grootste oliegroep ter wereld. Maar dat het grotere Total het kleinere PetroFina overnam, is duidelijk te merken in de machtsverdeling bij Totalfina.

T otal is op zoek naar de laatste aandelen van PetroFina die het nog mist. De Fransen hadden al bijna 95% op zak, maar het openbaar omruilbod van 9 Total-aandelen voor 2 PetroFina’s werd verlengd tot 2 juli om, als het kan, 100% van het Belgische olieconcern in handen te krijgen. Inmiddels moest de spatie in de werkbenaming Total Fina er op 14 juni aan geloven: het werd officieel Totalfina.

Total slokte PetroFina in de eerste plaats op omdat beide ondernemingen elkaar goed aanvullen. Total staat vooral sterk op het vlak van ontginning en reserves, PetroFina is dat in raffinage, distributie en petrochemie. Thierry Desmarest, de PDG van Totalfina, hecht er daarom veel belang aan dat de specifieke vaardigheden van beide groepen aan bod komen in de organisatiestructuur van Totalfina en dat de specialisten van elke bedrijf versmelten tot gemengde ploegen. Om de teamgeest niet te hypothekeren, was Desmarest intelligent genoeg om het kader van Total het volgende mee te geven: “Behandel de mensen van PetroFina zoals u zou behandeld willen worden mocht u in hun schoenen staan.” Die afspraak hoorde wellicht ook bij de deal om Albert Frère, met ruim 30% de voormalige hoofdaandeelhouder van PetroFina, te overtuigen te verkopen aan Total en niet aan de Franse aartsrivaal Elf.

Total domineert

Dat belet niet dat Total stevig de touwtjes in handen houdt van het nieuwe concern. Het is tenslotte Total dat PetroFina overneemt. Bovendien ligt de focus van de groep op ontginning van olie en gas en dat is de expertise van Total. Desmarest moest zelfs persoonlijk de institutionele beleggers uit de VS duidelijk maken dat de overname van PetroFina geen strategische koerswijzing inhield.

Het geraamte van de managementstructuur van Totalfina (zie schema Totalfina) is daarom een doordruk van de oude Total-structuur. Niemand van Total-top ruimt baan; PetroFina-topmensen vullen de structuur gewoon aan en bezetten vijf van de negentien topfuncties. “Total is drie keer zo groot als PetroFina, verhoudingsgewijs klopt deze verdeling dus ongeveer,” zegt Hans Daems, de Belgische woordvoerder van Totalfina. In België was weinig gemor te horen over de hele versmeltingsoperatie.

In het uitvoerend comité, het belangrijkste beslissingsorgaan waar de strategie wordt uitgestippeld, zetelt van Belgische kant enkel François Cornélis, de voormalig gedelegeerd bestuurder van PetroFina. Hij mag er als vice-president wel de tweede viool spelen, achter de onbestwiste nummer één, Thierry Desmarest. De Fransen Alain Madec, Jean-Paul Vettier, Robert Castaigne, Christophe de Margerie, en Jean-Pierre Seeuws zijn de overige leden. Cornélis & Co superviseren ook de vijf directoraten-generaal, zeg maar de business units, die op hun beurt de profit centers overkoepelen. François Cornélis heeft, logischerwijs, al de profit centers van petrochemie, verf en de VS onder zijn hoede.

Het tweede belangrijke machtscentrum van de groep vormt het directiecomité. Dit orgaan coördineert en controleert de verschillende directoraten en de ondersteunende divisies, zoals financiën of aankoop. Naast de zeven leden van het uitvoerend comité zitten hier nog twaalf mensen aan de vergadertafel, van wie er vier van PetroFina komen. Deze vier staan echter vaak iets lager op de ladder van de operationele structuur dan hun Franse collega’s. De vier zijn: Wayne Brenckle, de Amerikaanse directeur-generaal raffinage van PetroFina die nu directeur raffinage van Totalfina is, Axel de Broqueville, bestuurder-directeur petrochemie bij PetroFina en nu directeur petrochemie, Pierre-Marie De Leener, algemeen directeur van verfdochter Sigma, met nu ook Kalon onder zijn hoede en Michel-Marc Delcommune, bestuurder-directeur van PetroFina die nu de Brusselse gemeenschappelijke diensten van Totalfina superviseert.

Dat het beslissingscentrum van Totalfina in Parijs ligt, daar bestaat niet de minste twijfel over. Maar vanuit de Brusselse Nijverheidsstraat worden toch twee van de vijf directoraten-generaal bestuurd: dat van François Cornélis en ook de raffinage- en distributiedivisie van Jean-Paul Vettier. Bijgevolg trokken ongeveer vijftig kaderleden, vooral Totalspecialisten in raffinage en petrochemie, van Parijs naar Brussel. Omgekeerd verkasten ongeveer evenveel PetroFinakaderleden, vooral specialisten in ontginning, naar Parijs.

Le Petit Prince

Thierry Desmarest (53) dirigeert het hele orkest met strakke hand. Le Petit Prince van het zwarte goud voerde op de algemene aandeelhoudersvergadering, waar de overname werd goedgekeurd, een onemanshow op om duidelijk te maken wie de baas is. Deze mijningenieur, zoon van een lid van het Franse Rekenhof, dook na vijf jaar bij de Direction des Mines in Nieuw-Caledonië de Franse kabinetten in. Via dit netwerk van kabinetsmedewerkers stootte Desmarest door, zoals gebruikelijk in Frankrijk, naar het bedrijfsleven en belandde in 1981 bij Total. Desmarest werkte er zich op tot hoofd exploratie en in 1989 tot lid van het uitvoerend comité, als rechterhand van toenmalig topman Serge Tchuruk. In 1995 nam hij het roer over.

Dat hij een volwaardige opvolger was, bewees Desmarest in 1997, toen hij vóór de neus van de Amerikanen in Iran een contract van twee miljard dollar afsloot. Desmarest weet immers heel goed dat de toekomst van Total op lange termijn vooral in het Midden Oosten ligt. Twee derde van de mondiale oliereserves en een derde van de gasreserves zitten er in de ondergrond.

Desmarest verzekerde helemaal zijn plaatsje in de galerij van de Total-groten met de overname van PetroFina. Want zo neemt Total revanche op Elf, dat Total sinds 1985 qua omzet en resultaten had geklopt. Desmarest, ook wel de centrale computer genoemd omdat hij zelden emotie toont, eist van zijn belangrijkste luitenanten dat ze van mening durven verschillen, om zo de problemen te ontdekken. Desmarest luistert, zonder de anderen voor hem te laten beslissen. De PetroFina-mensen spelen dit spel op een constructieve manier mee, vertelde Desmarest al.

Ook François Cornélis dus, de burgerlijk ingenieur met een hele carrière bij PetroFina. Hij werd er in mei 1990 op 41-jarige leeftijd de jongste gedelegeerd bestuurder ooit. Cornélis had steeds veel respect voor zijn baas Albert Frère, wiens visie voor Cornélis (te) vaak evangelie was. Voor Frère was Cornélis dan weer de ideale schoonzoon. Ze kunnen deze relatie verderzetten bij Totalfina, maar dan vanop de tweede rij.

DAAN KILLEMAES

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content