‘Wie bang is, wordt gebeten door de hond’
Frank Meysman gooit hoge ogen als voorzitter van de raad van bestuur van Thomas Cook. Voor hij bij de Britse beursgenoteerde touroperator aan de slag was, bekleedde hij topfuncties bij de Amerikaanse multinational Sara Lee. Toch blijft hij lokaal verankerd.
Noem eens vijf bekende Belgen. Vroeger bleven de meeste Britse journalisten steken bij vier: Audrey Hepburn, Plastic Bertrand, Jean-Claude Van Damme en Kim Clijsters. Sinds kort rolt moeiteloos een vijfde naam over de tong: Frank Meysman.
Meysman is sinds december 2011 chairman of the board bij Thomas Cook Group. De beurskoers van de touroperator steeg in een jaar van 14 naar 140 pence. Op 5 juni startte een kapitaaloperatie via de uitgifte van nieuwe aandelen voor een bedrag van 425 miljoen pond. Een uitgifte van obligaties voor nog eens 443,5 miljoen pond moet de onderneming definitief uit de gevarenzone van de schuldenfinanciering op korte termijn loodsen. Meysman is overtuigd dat de kapitaaloperatie een groot succes wordt.
Twee dagen per week reserveert Meysman voor de voorzittersfunctie bij Thomas Cook en daarmee werd hij een frequente gebruiker van de Eurostar. Wij ontmoeten Meysman snipverkouden. Het koude weer van eind mei in België deed hem de das om, na een blitzbezoek in een Thomas Cook-hotel aan de warme Turkse Rivièra. Het gesprek wordt geregeld onderbroken door hevig gesnotter en stevige hoestbuien.
U reisde incognito naar Turkije. Is er iets mis met een Thomas Cook-bestemming?
FRANK MEYSMAN. “Thomas Cook is een ijzersterke merknaam met goede producten. We hadden in het vorige boekjaar 23 miljoen reizigers. Toch reis ik af en toe incognito. Ik wil zien hoe het ter plaatse is, want alles begint bij de consument. Mijn hele carrière is gedreven vanuit het standpunt van de consument. Kan het product Thomas Cook nog beter? Ja, zonder twijfel.”
Wat een eufemisme. Het voorbije anderhalf jaar moest u vooral schulden herschikken en het hele topmanagement vervangen.
MEYSMAN. “Toen ik in december 2011 voorzitter van de raad van bestuur werd, moest de onderneming even naar de afdeling intensieve zorg. Het probleem zat in de eerste plaats in het hoofdkantoor in Londen. De top had verkeerde en te dure overnames gedaan en zich diep in de schulden gestoken. Bovendien stond voor de voormalige referentieaandeelhouder, het Duitse Arcandor, de aandeelhouderswaarde centraal. Via hoge dividenduitkeringen werd nog eens cash uit de firma gehaald. Er heerste daarnaast een enorm silodenken. Elk filiaal vond zijn idee het beste. Samenwerken met anderen kon, op voorwaarde dat de eigen ideeën werden overgenomen.”
In België verdween de top van Thomas Cook. Was u niet tevreden over hun werk?
MEYSMAN. “Integendeel. België is een van de betere leerlingen in de klas. Bovendien heeft België nooit geleden onder de financiële perikelen van de moedergroep. Ook dit jaar doet Thomas Cook België het weer uitstekend. Maar de top is meer dan één persoon. In een dynamische organisatie vind je talenten in de hele onderneming. Als iemand een nieuwe wending geeft aan zijn carrière, vind je daaronder talenten die zijn plaats kunnen invullen. Dat is in België gebeurd.”
Nochtans is de nieuwe CEO voor de groep, Harriet Green, een neofiet in de reissector.
MEYSMAN. “Harriet Green is een uitstekende persoon. In het begin werden de wenkbrauwen gefronst, want zij komt niet uit de reissector. Maar dat hoeft ook niet. Bij Thomas Cook werken 27.000 mensen. Er zijn er voldoende die iets over reizen weten. Harriet heeft een enorme technologische kennis en gedrevenheid. Ik denk dat ik haar aanvul over consumentendenken. Harriet Green is de juiste vrouw op de juiste plaats en een bewijs dat glazen plafonds niet bestaan.”
U bent tegen vrouwenquota?
MEYSMAN. “Geen enkel quotum heeft zin. Maar ik ben een zeer grote voorstander van diversiteit. Te veel topmensen zoeken managers die zijn zoals zij, klonen van zichzelf. Dat is een foute benadering. Je moet net kijken naar andere invalshoeken. Maar quota? Die discussie ligt op het verkeerde niveau. Je moet die leggen op het directieniveau. Als je op het directieniveau geen kweekvijver hebt, heb je straks evenmin resultaat in de raad van bestuur. Ik ben benieuwd naar het aantal vrouwelijke CEO’s dat bij de Belgische overheidsbedrijven, zal worden benoemd.
“Je begint bij de CEO. Vrouwen hebben een voorbeeldfunctie voor andere vrouwen. Ik heb Marleen Vaesen bij Sara Lee/DE aangetrokken. Ruim een derde van de topmensen waren vrouwen. Op een bepaald moment hadden we zelfs een probleem in onze Belgische afdeling omdat Marleen bijna uitsluitend vrouwen in haar afdeling had.”
U stond van 1994 tot 2003 zelf aan de wereldwijde top van Sara Lee Corporation. U wilde er zelf mee stoppen, want te lang aan de top is niet goed. ‘Je loopt het risico dat je je gaat gedragen als een zonnekoning’, zei u.
MEYSMAN. “Dat geldt voor iedereen die te lang in een bepaalde functie zit. Ik kende behoorlijk wat mensen die vastroestten in een functie. Dat leidt tot verstarring of niets meer doen. Of je wordt heel autoritair: ‘Zo is het, want ik zit hier nu al tien jaar, en zal het dus wel weten’.”
U viel niet in het beruchte zwarte gat na uw vertrek?
MEYSMAN. “Nee, want ik had toen al heel wat bestuursmandaten. Mijn vrouw zegt altijd dat ik tien jaar te vroeg met alles begon. Vandaag heb ik mandaten bij Betafence, JBC, Picanol, Spadel, Thomas Cook, en Warehouses De Pauw. Ze doen het allemaal goed. Het zijn groeibedrijven en dat was een bewuste keuze. Een goede bestuurder heeft een portefeuille aan bedrijven. Ik heb in geen enkele raad met meer dan tien bestuurders zitting. Het zijn allemaal heel knappe individuele mensen. Ze zijn complementair en iedereen trekt de andere mee omhoog.”
Geldt dat ook voor Axel Miller, de ‘brokkenpiloot’ van Dexia, die nu CEO is bij de beursgenoteerde autogroep D’Ieteren?
MEYSMAN. “Ik geef geen commentaar op individuele CEO’s. Maar Axel Miller is een uitstekende bestuurder bij Spadel. De raad van bestuur bestaat uit mensen die zich aan elkaar kunnen optrekken en op elkaar kunnen bouwen. Baron Jean Vandemoortele, Johnny Thijs, Roland Vaxelaire. We zijn heel divers in denken, maar dat leidt tot een beter bedrijf. Een goede bestuursvergadering is er een waar iedereen zijn mening heeft kunnen zeggen en we achteraf tot de conclusie komen dat we het eens zijn over de te volgen weg. Dat kan beter met een beperkt aantal bestuurders, dan als je met zeventien bent.”
Picanol legde de jongste jaren een opmerkelijk gunstig parcours af. Nochtans opereert de onderneming in een industriële omgeving die in België steeds meer in de verdrukking komt.
MEYSMAN. “Picanol houdt zijn kennis en kunde, onderzoek en ontwikkeling, in België. Je moet er altijd over waken dat je industriële technologie niet op een te gemakkelijke manier wordt geplagieerd en overgenomen in andere landen. Maar onze loonkosten zijn gewoon veel te hoog. Tien jaar geleden was ik vrij negatief over het Mitbestimmungs-model in Duitsland. Maar ik zie nu hoe ondernemingen, waar vakbonden mee in het bad worden genomen, veel sterker uit de recessie komen. Ook de werknemers denken mee. In België wil men veeleer de eieren bewaren die onder de kip liggen. Zelfs al zijn de eieren morgen rot. Zolang die eieren maar bewaard worden. Dat is geen toekomstvisie.”
Duitsland betekent ook laagbetaalde mini-jobs. Open Vld lanceerde een dergelijk idee voor België, maar werd meteen teruggefloten.
MEYSMAN. “60 procent van de Belgen werkt niet. Dan is er iets fundamenteel fout. België moet prioritair kijken hoe het zo veel mogelijk mensen werk kan geven. Het baart me zorgen dat we naar een relatief duale maatschappij gaan. Die duale maatschappij bestaat uit mensen die een baan en kennis hebben, en aan de andere kant mensen die geen baan en geen kennis hebben. Ook vanuit ethisch standpunt moet je mensen stimuleren om te werken. In het Brussels Gewest heb je twee generaties van werklozen. Hoe kan je je kinderen dan de ethiek meegeven dat werken nuttig is voor de economie? Werk verschaffen is dus cruciaal. Hoe je dat doet, maakt minder uit. Voltijds, halftijds of via mini-jobs.”
U klinkt ook pessimistisch over de toekomst van West-Europa.
MEYSMAN. “Het hangt er maar van af door welke bril je het bekijkt. Economie is een kwestie van vertrouwen. En er zijn uiteraard ook de positieve punten. Vlamingen zijn bijzonder creatief. Wij kunnen ons als geen ander inleven in de cultuur van een ander. Voor iemand uit een sterkere cultuur als Duitsland, Frankrijk of Engeland, is dat veel moeilijker. Laten we dat dus gebruiken. Zijn we nog productiever? Ja, maar dat ebt wel weg. Het onderwijs in Vlaanderen is heel sterk. Het begint met kennis, we moeten alles doen om die kennis in huis te hebben. En dan heb je nog onze ligging. Elke grote onderneming in de wereld wil hier een logistiek centrum. Dat is mijn ervaring als bestuurder bij Warehouses De Pauw, de beursgenoteerde verhuurder van logistieke centra.”
U onderschrijft niet de uitspraak van Luc Bertrand, de CEO van Ackermans & van Haaren, ‘Ik ben nog nooit zo bang geweest als vandaag’?
MEYSMAN. “Nee, ik ben niet bang. Wie bang is van de hond, wordt gebeten. Ik kan zijn uitspraak wel duiden. Misschien was ‘bezorgd’ een beter woord.”
Luc Bertrand is niet politiek actief, maar noemde de federale regering marxistisch. U bent al jaren actief in CD&V in uw thuisgemeente Merchtem.
MEYSMAN. “De waarden van CD&V vind ik heel belangrijk. Er is niets wit en er is niets zwart. Er is een middenweg. Maar in onze gemediatiseerde wereld kan je steeds moeilijker een genuanceerde boodschap brengen. Ik vind dus dat je niet negatief kan zijn over het spelbeeld van je voetballers. Dan moet je maar zelf mee gaan voetballen. Goed, we werden niet opgesteld, want de kiezers kozen voor een andere ploeg. We zaten dus in de oppositie, en daaruit trek je conclusies. Maar ik kan mezelf niet verwijten dat ik het niet probeerde. Je kan de principes van goed leidinggeven in de zakenwereld ook meer en meer toepassen op lokaal niveau. We hebben in Merchtem met veel sponsoring een jeugdhuis neergezet.”
Lokale verankering vindt u belangrijk?
MEYSMAN. “Uiteraard. Voor de jaarmarkt van Merchtem, de eerste dinsdag na 15 augustus, neem ik vakantie. Dan zal je me niet zien werken. Je moet eens naar die jaarmarkt komen. Dan kan je over de koppen lopen. Ik ben geen tooghanger, maar dat sociaal weefsel vind ik enorm belangrijk.”
Had u nationale politieke ambities?
MEYSMAN. “Nee, het is de lokale verwevenheid die me interesseert, je kan lokaal veel doen. Voor de nationale politiek moet je geboren zijn.”
In 2006 was u lijsttrekker voor CD&V in Merchtem, met de ambitie om burgemeester te worden?
MEYSMAN. “Ja. Als je voor iets gaat, moet je ook de gevolgen dragen. En dan was ik wellicht vandaag niet bij Thomas Cook. Dan had ik daar geen tijd voor. Maar goed, je speelt niet mee in de meerderheid. Het zij zo.”
WOLFGANG RIEPL, FOTOGRAFIE FILIP VAN LOOCK
“Ik ben een grote voorstander van diversiteit, maar geen enkel quotum heeft zin”
“60 procent van de Belgen werkt niet. Dan zit er iets fundamenteel fout”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier