Werf zonder techneuten
De nieuwe economie staat ook in Europa in de steigers. De werken dreigen echter stil te vallen bij gebrek aan geschoolde krachten. De opgelopen achterstand gaat de Belgische economie tegen 2002 150 miljard frank kosten.
Van alle kanten worden we gewaarschuwd. Het onderzoeksbureau IDC zegt: het tekort aan specialisten in de informatie- en communicatietechnologie (ICT) is een kanker die voortwoekert en enkel te genezen is als we er vroeg bij zijn. Het European Information Technology Observatory (EITO) stelt: het gebrek aan informatici remt de groei en zet de concurrentiekracht van de bedrijven op het spel. Ook voor Karel Uyttendaele, IT-manager van werkgeversorganisatie Fabrimetal, is het menens: wie als eerste het tekort kan wegwerken, wint wellicht de concurrentieslag in de nieuwe netwerkeconomie.
De Verenigde Staten, die als eerste massaal in ICT heeft geïnvesteerd, lijkt aan de winnende hand. De groei piekte er op 7,3% op jaarbasis in het laatste kwartaal van vorig jaar. Het bevestigt de these dat de nieuwe economie doordringt tot in elke vezel van het economische weefsel. Goldman Sachs berekende bijvoorbeeld dat business-to-business internethandel alleen al jaarlijks het bruto binnenlands product (BBP) met 0,25% extra kan aandikken. Daar zorgen de op te rapen productiviteitswinsten voor.
Op de top van de Europese Unie in Lissabon droomden de aanwezige ministers dan ook hardop over die nieuwe economie voor Europa. De ICT-markt in Europa groeit tegen 10% per jaar. In België zorgt de ICT-sector nu al voor een toegevoegde waarde van 350 miljard frank of 4% van het BBP, aangeleverd door 2000 ondernemingen en 100.000 werknemers. “Belangijker nog dan de eigen groei is dat de ICT-sector ook de groei in sectoren als chemie of metaal aandrijft,” zegt Karel Uyttendaele. De denktank Datamonitor schat dat productiviteitswinsten tegen 2002 het BBP in West-Europa kunnen aandikken met 1,5% dankzij de inzet van ICT in de economie. Voor België zou dat een extraatje van ongeveer 150 miljard frank betekenen.
Voor het zover komt, moet nog een vraag beantwoord worden: wie zal die nieuwe netwerkeconomie bouwen en onderhouden?
Dat er een tekort is aan ICT-krachten, is genoegzaam bekend. Rapporten spreken echter over steeds grotere lacunes. De jongste schatting van IDC heeft het over een tekort van 1,7 miljoen informatici in Europa tegen 2003, en dat op een totale vraag naar ruim 13 miljoen voltijdse ICT-jobs. België is geen eiland. Dit jaar is er hier werk voor 430.000 ICT’ers, maar het aantal geschoolde krachten blijft steken op 388.000. Dat zijn er dus 42.000 te weinig, tegen 2003 zelfs ruim 70.000.
Het onderwijs kan die tekorten niet opvangen, integendeel. Jaarlijks verlaten ongeveer 2000 ICT’ers de schoolbanken. “Dat is drie keer te weinig,” zucht Karel Uyttendaele. “We schatten dat er jaarlijks minstens 6000 nodig zijn. Bedenk daarbij dat nog veel IT-projecten vandaag in de koelkast belanden omdat bedrijven ervan uitgaan toch geen mensen te vinden. Heel wat ondernemeningen vinden ook in de huidige goede conjunctuur een alibi om zich niet aan te sluiten bij de netwerkeconomie.”
De meest schaarse soort onder de informatici zijn de netwerkspecialisten. Zij hebben handenvol werk omdat internet doorbreekt als hét communicatieplatform tussen bedrijven. IDC verwacht in Europa een vraag van een klein miljoen van deze specialisten, terwijl er maar 750.000 rondlopen. Eén op vier vacatures kan dus niet worden ingevuld. Even alarmerend is de toestand in België. Volgens IDC heeft ons land ook een kwart te weinig netwerkspecialisten: 39.000 gezocht, 29.000 beschikbaar.
“En wat als de 180.000 Belgische KMO’s die vandaag nog niets met internet doen, morgen op de kar springen?” vraagt Karel Uyttendaele zich af. Dat de KMO’s dat zullen doen, is slechts een kwestie van tijd. Bedrijven kunnen voor een aantal netwerk- en softwarediensten wel inloggen bij een zogenaamde application service provider, maar IDC voorspelt dat vooral de KMO’s voor een boom in het gebruik van netwerktechnieken zullen zorgen. De verwachting is dat KMO’s hun investeringen in ICT zullen verdrievoudigen tot 4,5% van de omzet in 2002. Ze hebben ook weinig keus. Mastodonten als General Electric of DaimlerChrysler bijvoorbeeld zijn van plan alleen nog te werken met toeleveranciers met wie ze elektronisch kunnen zakendoen.
Het zijn net de KMO’s die het meest kwetsbaar zijn voor het tekort, net zij die traditioneel voor het leeuwendeel van de groei en de nieuwe jobs zorgen. De opgeklopte lonen voor het schaarse talent maken ICT-medewerkers bijvoorbeeld onbetaalbaar voor kleinere bedrijven. Hen aantrekken impliceert besparen in andere domeinen om de winst op peil te houden. Venture start-ups hebben het moeilijker een bepaald rendement te beloven en raken dus minder snel aan kapitaal.
Datamonitor becijferde
de opportuniteitskost van dat talenttekort. Anders uitgedrukt: welke potentiële welvaart lopen we mis? Het prijskaartje, berekend op basis van de misgelopen lonen, is niet mals. Europa heeft al ruim 4400 miljard frank aan zijn neus laten voorbijgaan sinds 1998. Daar komt nu per jaar nog eens 4000 miljard frank bij. Tegen 2003 loopt de opportuniteitskost voor Europa ongeveer op tot ruim 20.000 miljard frank. Dat is dubbel zoveel als de hele Belgische economie per jaar aan goederen en diensten produceert. Het kost ook de schatkist een flinke duit. Europa mist 2400 miljard frank aan potentiële belastinginkomsten.
Dat dure tekort plaatst een grote verantwoordelijkheid op de schouders van het onderwijs. Een netgeneratie is in opleiding, maar ze blijven te klein in getal. “Het Belgische onderwijs is niet alert genoeg voor de noden van het bedrijfsleven. Dat heeft wellicht te maken met het complexe onderwijssysteem in België. In geen enkel ander land zijn er zoveel verschillende onderwijsnetten,” klonk het verdict van IDC. Kunnen de ondernemingen de nodige opleiding niet zelf aanbieden? Karel Uyttendaele: “Dat is niet gezond voor de bedrijven in een competitieve omgeving. Onderwijs blijft hoofdzakelijk een overheidstaak. De infrastructuur is er, we moeten die alleen efficiënter inzetten. In de VS bijvoorbeeld is het schoolsysteem slechter, want te elitair. Op termijn kan dat een grote handicap voor de Amerikanen inhouden.”
De tekorten op de arbeidsmarkt vallen ook moeilijk te rijmen met een werkloosheidscijfer van nog altijd gemiddeld 10% in de EU. Europa heeft dus nog een een groot vat ongebruikte arbeid. Maar wederom, die arbeidsreserve moet eerst opgeleid worden voor ze in de strijd van een digitale economie kan worden gegooid. “Een eerste cruciale stap voor ons is de programmatie van een graduaatsopleiding ICT-OSP in dertig Vlaamse steden. Werkgevers zijn daarbij bereid tot 30% van de leerkrachten te leveren die in cumulatie willen lesgeven,” zegt Karel Uyttendaele.
Tekorten worden in elk geval niet van vandaag op morgen weggewerkt. Wat te doen in de overgangsperiode? De VS verwelkomt al jaren buitenlandse specialisten met open armen. Ook Duitsland heeft nu een greencard of werkvergunning klaar voor 20.000 buitenlandse IT-specialisten. Een aantal regio’s heeft een overschot aan IT-krachten: Oost-Europa en Rusland, Indië of de Filipijnen. Al ziet bijvoorbeeld Polen zijn talent liever in eigen land dotcommen. De internationale concurrentieslag om beschikbaar hightechtalent woedt steeds heviger. In de netwerkeconomie worden hersenstromen en niet kapitaalstromen de bron van groei. Dreigt België de boot te missen als het niets doet? “Je moet openstaan voor buitenlands talent maar dat talent invoeren is geen wondermiddel,” zegt ALZ-topman en toekomstig VEV-voorzitter Jef Roos. Fabrimetal denkt er hetzelfde over. Karel Uyttendaele: “De culturele verschillen werpen toch een hoge dam op. Wel kan je op die manier het eigen onderwijs en de bedrijven stimuleren wat aan het tekort te doen. We moeten het potentieel hier opleiden.” En hier houden: de hoge aanslagvoeten zijn de beste manier om IT-werkers naar een arbeidsvriendelijker belastingklimaat te jagen.
daan killemaes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier