Welkom in een dolgedraaide financiële wereld
KBC past als eerste Belgische bank een negatieve rente toe op kortlopende deposito’s van grote bedrijven. Investeerders betalen de Belgische staat om Belgisch schuldpapier op vijf jaar te kopen. We zijn met beide voeten beland in de bizarre wereld van de negatieve intresten. Welke verrassingen staan ons nog te wachten?
The Twilight Zone, de legendarische tv-serie uit het begin van de jaren zestig, dompelde de kijker onder in een wereld die aanvankelijk normaal leek, maar plots helemaal van slag raakte. De werkelijkheid heeft nu de fictie ingehaald. Sinds enkele maanden bevinden we ons in een vreemde wereld waarin we worden betaald als we geld lenen en waarin sommigen denken dat het beter is geld in een kluisje te bewaren in plaats van het op een spaarrekening te zetten. Welkom in de wereld van de negatieve intresten.
Hoe is het zover gekomen?
Door een combinatie van drie elementen: de vrees voor het uiteenspatten van de eurozone, de dreiging van deflatie en de weerslag van het zeer agressieve beleid van de centrale banken. De vrees voor het uiteenvallen van de eurozone bereikte een hoogtepunt in de vroege zomer van 2012. Op dat moment begonnen de intresten negatief te worden: de investeerders bleken bereid te betalen om hun geld te plaatsen in waardepapier van de sterkste eurolanden.
De ECB kon de markt tegen eind juli 2012 kalmeren, maar de vrees voor een instorting van de euro verdween niet. Het Griekse probleem is nog altijd niet opgelost en de besmetting kan zich nog verspreiden. De ex-voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) Alan Greenspan denkt nu nog dat de uittrede van Griekenland uit de euro “slechts een kwestie van tijd” is.
Daarnaast is er ook de vrees voor deflatie. Alle Europese landen zijn tegelijkertijd beginnen te besparen en dat stopte de groei abrupt. Die stagnatie van de economie leidde tot een stagnatie van de prijzen, die nog verergerde door de daling van de olieprijzen. Intresten worden geacht de investeerders te beschermen tegen de inflatie, maar als de inflatie negatief is – zoals nu – dan kunnen die intresten eveneens negatief worden.
En dan is er nog het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Die heeft haar programma in gang gezet om per maand 60 miljard euro aan obligaties op te kopen. Bedoeling is de langetermijnrente naar beneden te halen en de euro te verzwakken om zo de economie op te peppen. Door die inkopen en omdat de staten niet meer effecten uitgeven, wordt de obligatiemarkt uit evenwicht gebracht. En dat duwt de intresten nog iets meer in de negatieve zone.
Gaat deze toestand nog lang duren?
Ja. We zijn nog voor minstens maanden vetrokken. Opdat de anomalie zou verdwijnen, moeten niet alleen de problemen van de eurozone worden opgelost, maar moet ook het risico op deflatie vervliegen en moeten de centrale banken terugkeren naar een normaal monetair beleid. De ECB heeft gezegd dat ze haar inkoopprogramma zal voortzetten tot de inflatie weer normaal evolueert, wat neerkomt op een prijsstijging van iets minder dan 2 procent. Ze voegde er wel aan toe dat haar inkoopprogramma geacht wordt tot september 2016 te lopen. Volgend jaar wordt immers cruciaal: de ECB ziet de groei weer aantrekken (ze verwacht 1,9 % in de eurozone) en de inflatie weer op gang komen (1,5 %).
Hoe reageert de markt?
Slecht. Nikolay Markov, econoom van de bank Pictet, zegt dat negatieve intresten een macro-economisch ziektebeeld vormen. De markten zijn de kluts kwijt. “We worden geconfronteerd met onconventioneel beleid van de centrale banken. We mogen ons dus ook verwachten aan onconventionele gevolgen”, bevestigt Steven Major, verantwoordelijk voor de studies van het departement fixed income bij de bankgigant HSBC. “Een van de gevolgen is dat obligaties voortaan niet meer verhandeld worden als obligaties, maar als grondstoffen, en dat de investeerders gaan speculeren op de prijzen.” Obligaties die nog een positieve rente bieden, leveren inderdaad geen echte vergoeding meer op. De Duitse rente op tien jaar is teruggevallen op 0,2 procent, onze OLO’s op 0,4 procent.
Niet alleen brengen de staatsobligaties niets meer op, ze worden ook riskant: als de rente weer normaal wordt – stijgt dus -, ziet al wie obligaties tegen negatieve rente kocht de koers van zijn beleggingen instorten. Enkele weken geleden trokken de grote obligatiefondsenbeheerders in Financial Times aan de alarmbel: de obligatiemarkt maakt een speculatiebubbel mee die dreigt uiteen te spatten en heel wat schade kan aanrichten.
Bovendien leidt de ene bubbel naar de andere. Omdat de obligaties van aard veranderd zijn, keren meer investeerders zich naar de beurs, waar de waarderingen ook beginnen toe te nemen tot soms onredelijke grenzen.
Hoe kunnen we dan nog sparen?
Dat is de vraag van 1 miljoen. Een eerste regel is dat men zijn risicoprofiel niet mag veranderen omdat obligaties niets meer opbrengen. Wie allergisch is voor de volatiliteit van de aandelenmarkt moet zichzelf niet dwingen op de beurs te gaan. Regel twee: het is meer dan ooit belangrijk om spaargeld te spreiden. Derde regel: wees nieuwsgierig en interesseer u ook voor alternatieve fondsen die van een uitzonderlijke situatie kunnen profiteren. Vergeet echter niet dat de hefboomfondsen vaak een groot nadeel hebben: hun povere liquiditeit. Het is soms moeilijk om zeer snel van dat soort investeringen los te komen. Vier: Besteed meer aandacht aan specifieke waarden dan aan activaklassen. De Amerikaanse markt kan misschien duur lijken, maar sommige Amerikaanse blue chips in defensieve sectoren verdienen beslist nog aandacht.
Pierre-Henri Thomas en Patrick Claerhout
Lees het volledige artikel in Trends van deze week.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier