Welkom in de groene leefmachine
Een eco-huis dat eruitziet als een hypermoderne loft? De Britse architect Bill Dunster bewijst dat niets onmogelijk is.Surrey (Groot-Brittannië)
Surrey (Groot-Brittannië)
B ill en Sue Dunster wonen in Hope House, een grijsgekalkt houten gebouw met veel glas. Een huis dat eruitziet als een grote loods annex serre aan het uiteinde van een doodlopend voorstedelijk straatje in het Britse Surrey. Buiten staat een elektrisch aangedreven, witte Citroën-bestelwagen zich op te laden aan tien fotovoltaïsche zonnepanelen.
Het is een frisse morgen, maar binnen is het lekker warm en licht, ondanks de afwezigheid van radiatoren tegen de muren. “Een koolstofvrije levensstijl is slechts een probleem als je denkt dat het er een is,” zegt architect Bill Dunster in zijn driedubbel beglaasd kelderkantoor. Op zijn bureau staat een schaalmodel van de Beddington Zero Energy Development (BedZed), een project dat gezien wordt als Groot-Brittanniës eerste grootschalige ‘eco-verkaveling. Het heeft bijna 12 miljoen pond gekost en mengt gezinswoningen met woon-werkmodules.
Bankiers en acteurs
BedZed toont aan dat ook een ‘groene’ levensstijl ‘cool’ kan zijn. De appartementen zien er magnifiek en origineel uit, met prijzen die beginnen vanaf 163.000 euro voor een studio met een slaapkamer (een huis met drie verdiepingen in de stad kan tot 407.500 euro gaan). Ondanks die prijzen heeft het niet lang geduurd voor de eerste kopers zich aanmeldden. Het ging vooral om architecten, bankiers, musici en acteurs “De meeste mensen komen naar BedZed omdat het er goed uitziet,” zegt een verkoopmanager. “Misschien 20% onder hen zijn door de wol geverfde milieujongens.”
Een van de eerste gebouwen die u ziet als u de wijk binnenkomt, is wat Dunster de ‘leefmachine’ noemt. Eigenlijk is het een combinatie van een verwarmings- en elektriciteitsinstallatie die de 82 woningen en 20 werkruimten in de wijk van al hun energiebehoeften voorziet. De installatie draait op gerecycleerde houtspaanders, en op de eerste verdieping staan tanks gevuld met rietstengels en orchideeën, die zullen gedijen op het afvalwater van de wijk.
De bewoners worden aangezet om hun auto’s via een carpoolsysteem met elkaar te delen en er staan oplaadpalen voor al wie bereid is met elektrisch aangedreven wagens te rijden. De wekelijkse boodschappenmand zal aan de deur afgeleverd worden in metalen kratten door plaatselijke kleinschalige bio-boerderijen. Voorts komt er een buurtwinkel die organische producten zal verkopen.
Hoog in de lucht, in de daktuin van een van de flats, die bereikbaar is via een gedeelde voetbrug, leer je pas het hoogstaande idealisme van het project appreciëren. Op de verfijnde gebogen lijnen van de daken, afgeboord met vetkruid, staan een aantal felgekleurde windkappen te draaien in de bries. Ik telde er 66 en ze zijn meer dan zomaar een snuggere oefening in merkbekendheid. Door verse lucht voor de woningen aan te zuigen en de verbruikte lucht eruit te halen, pakken ze het probleem van de warmterecuperatie rechtstreeks aan.
De ruimten werden ontworpen om in te wonen, in te werken of beide. Ze zitten volgepropt met energiebesparende ontwerpen en zien er tegelijk open en modern uit. Het is alsof de bewoners het modernisme hebben ontdekt en feng shui hebben toegepast op hun serre. “We trachten weg te geraken van het geitenwollensokkenimago,” geeft Dunster toe.
Wat weerhoudt nog méér mensen ervan om zijn visie te delen? “Een kwestie van smaak, veronderstel ik,” antwoordt hij wat slapjes. Hij wijst daarbij naar een modern, conventioneel huizenblok met de uitstraling van een bakstenen fort. “Wat sommige mensen niet beseffen, is dat de basisconstructie van een eco-huis dezelfde is als van een gewone woning.”
Dan Synge [{ssquf}]
Copyright: Financial Times.
Het is alsof de bewoners feng shui hebben toegepast op hun serre.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier