Welke ultraportable moet u kiezen?
Als u vaak op reis bent, voldoet uw gewone laptop misschien niet meer. U kunt overwegen een ‘ultraportable’ te kopen, een draagbare pc van minder dan twee kilo. Hij is een beetje duurder, maar des te praktischer. Trends deed de test.
De meeste draagbare computers reizen niet zo goed als ze zouden moeten. Dat is een beetje de schuld van de gebruikers, die de voorkeur geven aan grote schermen (15 duim en meer). Zo neemt de omvang en het gewicht van de computer toe. Een gemiddelde laptop voor op kantoor weegt dus makkelijk drie kilo. Voeg daar het gewicht aan toe van de speciale tas waarin u hem moet vervoeren, samen met uw documenten en uw eventuele handbagage, en u moet al gauw vier of vijf kilo meezeulen.
Zodra u er vrede mee neemt om op een kleiner scherm te werken, opent zich een geheel nieuwe wereld: die van de ultraportables. Die hebben drie kenmerken:
Gewicht: 1 à 2 kilo. Een traditionele laptop kan tot vijf kilo wegen en zelfs meer als het scherm groot is. Hij is dan niet zozeer ‘draagbaar’ dan wel ‘vervoerbaar’.
Scherm: 12 duim. Dat is zowat het minimum in het universum van de draagbare pc’s. De beeldkwaliteit is vergelijkbaar met die van de andere modellen.
Batterij: minstens 3 uur. Daarom moeten intensieve reizigers ook een reservebatterij bij zich hebben.
Deze toestellen zijn soms nauwelijks dikker dan een plak chocolade en passen makkelijk in de handbagage. Prijs: zo’n 1800 euro.
De fabrikanten pakken steeds vaker uit met modellen in deze categorie, want de vraag is groot. Alle producenten hebben zo hun eigen ultralichte modellen. Toshiba heeft zijn Protégé, Sony zijn Vaio (met een scherm dat tot 11,1 inch verkleind werd), Dell zijn Latitude X1 van 1,14 kilo. Dan is er nog Fujitsu-Siemens met zijn jongste aanwinst, de LifeBook Q 2010 met een ingebouwde verbinding met het gsm-netwerk van de derde generatie (voor toegang tot het internet), en HP met zijn NC 4200. Acer pakte onlangs uit met zijn jongste ultraportable, de Travelmate 3010, die 1,5 kilo weegt. Ook Apple ontsnapt niet aan de heersende tendens en biedt twee compacte modellen aan: de iBook G4 en de PowerBook met 12-duimsscherm. Beide modellen wegen net iets meer dan twee kilo. Ze bevatten allemaal een wifi-aansluiting (lokaal draadloos netwerk voor internettoegang) en meer en meer ook een Bluetoothverbinding (draadloze standaard voor accessoires zoals een printer).
Acer versus Apple
Voor dit artikel hebben we twee modellen getest: de Travelmate 3010 van Acer en de PowerBook G4 van Apple.
Vanuit een esthetisch oogpunt is de PowerBook G4 veruit het meest geslaagd, met zijn zuivere lijnen en fraai metalen omhulsel. Zijn prijs is redelijk (met een harde schijf van tachtig gigabyte kost hij 1629 euro, met BTW). Het is natuurlijk wel een Macintosh. U moet dan ook al een gebruiker zijn van dat merk of bereid zijn om de overstap te wagen. Deze computers maken gebruik van specifieke programma’s die geschikt zijn voor het besturingssysteem MacOS X. De documenten zijn echter compatibel met zowel Macintosh als Windows-pc’s, wat de zaken wel wat vereenvoudigt. De overstap van een Windows-pc naar Macintosh vergt slechts een kleine aanpassing.
Het opstarten verloopt vlot. De draadloze koppeling aan het internet neemt bij de opstart slechts enkele seconden in beslag, de tijd die nodig is om die functie zichtbaar te maken in de menubalk. Dit model wordt binnenkort overigens opgevolgd door een computer met een microprocessor van Intel, die in principe sneller moet zijn.
De Acer Travelmate 3010 is beduidend lichter dan de PowerBook G4 (een halve kilo om precies te zijn) en oogt iets moderner. Hij is uitgerust met een Dual Coreprocessor van Intel en een camera die ingenieus net boven het scherm ingebouwd zit en als webcam en fotocamera (1,3 megapixels) kan dienen. Het toestel is ook dunner omdat de cd-dvd-lezer niet is ingebouwd. Die wordt bijgeleverd als extern accessoire. De Travelmate 3010 is dus meer geschikt om mee te nemen op reis. Het opstarten van de computer wordt vergemakkelijkt door een programma dat Acer Empowering is gedoopt. Daarmee wordt vermeden dat u in het controlepaneel moet gaan spitten, bijvoorbeeld om het draadloze wifinetwerk op te starten. Hij kost 1899 euro.
De prestaties van beide computers zijn vergelijkbaar met wat een middelgrote portable moet kunnen. De gebruiker die voor een toestel van dit type kiest, hoeft nauwelijks toegevingen te doen. De harde schijf heeft een even grote capaciteit als de andere modellen (tachtig of honderd gigabyte). De grootste toegeving zit in het scherm en het toetsenbord, die kleiner zijn.
Vier opties
Om de best aangepaste ultraportable te kopen, moet u een aantal opties overwegen.
1. ‘Normaal’ model of tablet-pc? Als u een frequent reiziger bent die bovendien graag notities neemt, is het misschien niet onnuttig de aankoop van de tablet-pc te overwegen. Die term slaat op pc’s die u kunt gebruiken als blocnote omdat u met een stilet op het scherm kunt schrijven. Dat soort computer is nog weinig verspreid (amper meer dan 1 % van de portablemarkt), maar hij biedt wel serieuze voordelen. De handgeschreven notities worden opgeslagen in de computer, die overigens werkt als een ‘normale’ pc, met een toetsenbord en de gebruikelijke programma’s (Word, PowerPoint…). HP biedt een Compaq TC 4200 tablet-pc aan vanaf 2000 euro. Lenovo, Acer en Fujitsu-Siemens verkopen eveneens modellen van dat type.
2. Cd-dvd-lezer ingebouwd of los? Het voorbeeld van de Acer Travelmate 3010 toont aan dat er op het gewicht en de dikte bespaard kan worden door van de cd-dvd-lezer een extern accessoire te maken. Voor regelmatig gebruik is dat echter niet erg praktisch. In dat geval doet u er beter aan een computer te kiezen met een ingebouwde drive, zoals de PowerBook G4. De afweging tussen lager gewicht en ingebouwde lezer kan echter vermeden worden, maar dan moet u kiezen voor een supercompact model dat honderden euro’s meer kost. De Sony Vaio VGN TXI HP is een voorbeeld van zo’n model. Hij weegt slechts 1,1 kg, met een lezer die ingebouwd werd in het minuscule chassis. Prijs: 2419 euro.
3. Extra batterijen? De ultraportables bieden doorgaans een comfortabele autonomie, zo’n drie uur of meer. Dat is goed, maar onvoldoende voor lange reizen (VS, Azië) waardoor u acht uur of meer doorbrengt in het vliegtuig, plus de wachttijd in de luchthaven. Het is ook maar net genoeg voor een retourtje Brussel-Parijs (een uur en 25 minuten in elke richting met de Thalys) of Brussel-Londen met de Eurostar.
Het is dan ook sterk aan te raden een bijkomende batterij te kopen, die vaak als optie aangeboden wordt. De Dell Latitude X1, die verkocht wordt voor prijzen vanaf 2000 euro, biedt een autonomie van bijna drie uur (volgens PC Magazine) met een basisbatterij met drie cellen. Als reserve kunt dezelfde batterij kopen (72 euro, met BTW) of een uitvoering met zes cellen, die dus ook een dubbele autonomie oplevert (97 euro). HP vraagt iets meer dan 150 euro voor een extra batterij voor zijn tablet-pc TC 4200. Dat type van computers, die ook als notitieblok gebruikt kunnen worden, vereist een langere autonomie. Geen decennia zoals een schrift, maar toch voldoende voor een hele werkdag.
4. Ingebouwde gsm? De meest recente functie op draagbare pc’s is de toegang tot draadloze datanetwerken van het type gsm. Op dit ogenblik bieden bijna alle draagbare computers een wifitoegang, maar het wordt stilaan ook interessant om een verbinding te kunnen maken met gsm-netwerken. Niet om te telefoneren, maar om overal te kunnen aansluiten op het internet. De telecomoperators bieden op dat vlak interessante prestaties aan: meer dan 300 kilobytes per seconde op het UMTS-netwerk en tegen eind dit jaar nog een stuk beter dankzij de eerste HSDPA-upgrade van UMTS. Het is de bedoeling om op die manier hetzelfde gebruiksgemak te halen als met wifi thuis. Het is echter nog enkele maanden wachten op computers die met die schakeling uitgerust zijn, tenzij u een externe kaart koopt zoals Proximus en andere die aanbieden.
Robert van Apeldoorn
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier