Welke ex krijgt de aandelen van het bedrijf?
U staat aan het hoofd van een bloeiende vennootschap. Plots duiken er echtelijke problemen op. Wat gebeurt er met de aandelen van de vennootschap bij een echtscheiding? Er rijst vooral discussie over de vraag van wie de aandelen zijn en welke waarde ze hebben.
Eerst een misverstand uit de weg helpen. Het is niet omdat aandelen op naam van een van de echtgenoten staan, dat hij of zij ook de enige eigenaar is. In een doktersvennootschap, bijvoorbeeld, staan alle aandelen op naam van de dokter, maar dat betekent niet dat al die aandelen ook effectief zijn eigendom zijn. Hetzelfde geldt voor aandelen aan toonder. Het is niet omdat één echtgenoot de aandelen in zijn kluis heeft zitten, dat die ook alleen van hem zijn. “Je moet een onderscheid maken tussen lidmaatschapsrechten en vermogensrechten,” zegt Jan Roodhooft, advocaat bij De Lat, Wuyts & Vennoten.
– Lidmaatschapsrechten: geven de aandeelhouder bijvoorbeeld het recht om op een algemene vergadering te stemmen. Meestal behoren ze toe aan de echtgenoot op wiens naam de aandelen staan.
– Vermogensrechten: bepalen wie recht heeft op de waarde van de aandelen en hoe de aandelen verdeeld moeten worden bij een echtscheiding.
Huwelijkscontract
“Wie de vermogenswaarde krijgt, hangt in grote mate af van het huwelijkscontract,” merkt Jan Roodhooft op.
– Stelsel vanscheiding van goederen: er zijn twee vermogens (het eigen vermogen van de man en dat van de vrouw). Als de echtgenoot met eigen geld de vennootschap opgericht heeft en de vrouw geen middelen ingebracht heeft, zijn de aandelen van de man.
– Stelsel van scheiding van goederen en gemeenschap van aanwinsten. In dit geval is er niet noodzakelijk sprake van een huwelijkscontract. Echtgenoten die zonder huwelijkscontract huwen, vallen ook onder dit stelsel. Hier geldt het principe: alles wat tijdens het huwelijk wordt verkregen, is gezamenlijk. Maar wat een partner verkregen heeft vóór het huwelijk, blijft hem of haar alleen toebehoren.
Het starten van een vennootschap tijdens het huwelijk gebeurt meestal met gezamenlijk spaargeld om zo de oprichtingskosten te betalen. De aandelen zijn dan gemeenschappelijk, ongeacht of ze op naam van een van de echtgenoten staan en ongeacht of slechts een van de echtgenoten prestaties levert in de vennootschap dan wel beiden. Er bestaat wel een uitzondering: als de ene partner de aandelen al had vóór het huwelijk of als hij die tijdens het huwelijk heeft verkregen door een schenking of testament. Stipt Roodhooft aan: “Ook als het gaat om een herbelegging van eigen goederen, kan er een uitzondering bestaan. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de vennootschap werd opgericht met eigen middelen van een van de echtgenoten. Bij zo’n stelsel kan het dus perfect gebeuren dat een echtgenoot een vennootschap opricht tijdens het huwelijk, hij er alleen in werkt, maar bij een echtscheiding de helft van de waarde van de aandelen moet afgeven aan de andere echtgenoot.”
Snelle regeling
Bij een echtscheiding moeten echtgenoten die gemeenschappelijke aandelen hebben, tot een oplossing komen. Een eerste mogelijkheid bestaat erin dat de echtgenoten uit de echt scheiden met onderlinge toestemming. In dat geval koopt de ene de andere meestal uit.
Komt het tot een echtscheidingsprocedure op grond van fout (bijvoorbeeld overspel) of feitelijke scheiding, dan wijst de rechtbank een notaris aan die moet overgaan tot de vereffening-verdeling van het huwelijksvermogensstelsel. In dat kader moet dus ook een oplossing gevonden worden voor de aandelen. Ook in dat geval is het mogelijk dat de echtgenoten een akkoord bereiken. Is dat niet het geval, dan kan een van de echtgenoten soms de toebedeling vragen. De notaris zou ook kunnen proberen tot een verdeling in natura over te gaan. In het slechtste geval is zelfs een verkoop van de aandelen denkbaar, wat evenwel zelden gebeurt.
De gerechtelijke vereffening en verdeling kan ettelijke jaren aanslepen en leidt wel eens tot de aanstelling van een revisor of accountant. Hij bepaalt de waarde van de aandelen en geeft eventueel aan hoeveel de ene echtgenoot aan de andere als uitkoopsom moet betalen. Die vereffening-verdeling kan als gevolg hebben dat de aandelen uiteindelijk verkocht worden of de zaak zelfs vereffend wordt. Als de afwikkeling van de echtscheiding niet snel gebeurt, is een faillissement zeker niet uitgesloten. Een snelle oplossing is dan ook cruciaal, ook al om de motivatie van de actieve partner op peil te houden. Want werkt u even hard als u weet dat de kans groot is dat een flink deel van de waarde straks naar uw ex gaat?
Bepalen van de prijs
De waarde bepalen van de aandelen die verdeeld moeten worden, is een groot probleem. Wanneer beide echtgenoten een akkoord bereiken over de verdeling en de ‘prijs’ die de ene aan de andere betaalt, is er natuurlijk geen enkel probleem. Anders is het wanneer er een discussie bestaat over de waardering van de aandelen. Er zijn twee scenario’s mogelijk.
– Vereffeningswaarde: de echtgenoten gaan na wat overblijft nadat alles verkocht is en de schulden afgetrokken zijn. Dat lijkt het beste voor de partner die de aandelen inkoopt. Bij een doktersvennootschap of een advocatenassociatie wordt vaak geargumenteerd dat het vereffeningscenario van toepassing is. Bij andere vennootschappen ligt dat wel eens anders en wordt verwezen naar het tweede scenario.
– De waarde going concern: hierbij wordt onder meer rekening gehouden met de toekomstige rentabiliteit van de onderneming. De waarde van een florissant bedrijf met een goed gevuld orderboekje is uiteraard meer waard dan een slabakkende onderneming.
Geraken beide partijen er niet uit, dan zal een deskundige (een revisor of accountant) aangewezen worden die zijn waarderingen erop los- laat. “Er staat echter nergens in de wetgeving hoe de revisor of de accountant de aandelen moet waarderen. Meestal nemen ze het gemiddelde van verschillende parameters. Onderlinge verschillen tussen de revisoren en accountants zijn dan ook niet uit- gesloten,” voegt Jan Roodhooft eraan toe.
‘Verdwenen’ aandelen
Bij een echtscheidingsprocedure is het belangrijk te weten waar de aandelen zich bevinden. Dan kan de echtgenoot tijdig maatregelen nemen wanneer er gevaar bestaat dat de aandelen onvindbaar of vervreemd zouden worden. Dat risico bestaat vooral bij aandelen aan toonder. Hoe kan de echtgenoot zich beschermen tegen malafide praktijken van de partner?
– Vervreemdingsverbod: de echtgenoot kan de rechter vragen om een vervreemdingsverbod op te leggen. Voor beide echtgenoten is het verboden om goederen die tot het gemeenschappelijke vermogen behoren te laten verdwijnen.
– Deponeren: de echtgenoot kan de rechter ook vragen om de aandelen die de partner bezit, te deponeren bij bijvoorbeeld een notaris en ze niet uit handen te geven in afwachting van de vereffening-verdeling. De echtgenoot kan ook vragen om aan die verplichting een dwangsom te koppelen, voor het geval de partner weigert tot afgifte over te gaan.
– Inventarisatie: de echtgenoot kan een inventarisatie vragen bij de notaris om op die manier een beeld te krijgen van de aandelen die de ander heeft. Elk van de partijen moet aangeven welke aandelen hij heeft. Liegt de andere, dan kan hij of zij strafsancties krijgen, want er wordt een valse eed afgelegd. Bovendien loopt hij het risico dat hij zijn rechten in wat hij verborgen houdt verliest.
Verrassingseffect
Het nadeel van de drie vorige werkwijzen is dat de andere echtgenoot door de vraag aan de rechtbank onmiddellijk op de hoogte is van de komende actie. Het is alvast veiliger om een verrassingseffect te creëren. De volgende maatregelen hebben zelfs pas kans op slagen wanneer ze gepaard gaan met een verrassingseffect.
– Verzegeling: bijvoorbeeld van de kluis waarin de aandelen liggen. Als de ene partner weet waar de aandelen zich bevinden, kan hij of zij de verzegeling vragen. Bij de ontzegeling kan een boedelbeschrijving opgemaakt worden door een notaris.
– Sekwester: op vraag van een van de echtgenoten neemt een sekwester (een neutrale derde, bijvoorbeeld een gerechtsdeurwaarder) de aandelen in ontvangst en bewaart ze tot duidelijk is aan wie de aandelen uiteindelijk moeten toekomen.
– Buitenbezitstelling: een echtgenoot die niet weet waar de aandelen aan toonder waarvan hij eigenaar is, zich bevinden, kan zich eventueel beroepen op de wet inzake de buitenbezitstelling van titels aan toonder. “De echtgenoot kan hierbij verzet aantekenen tegen de verhandeling van die titels of de uitoefening van hun rechten,” licht Jan Roodhooft toe. “Dat verzet moet gebeuren bij het speciaal daartoe opgerichte Nationaal Kantoor voor Roerende waarden.”
– Voorlopige bewindvoerder: in het meest extreme geval kan de echtgenoot ook een voorlopige bewindvoerder laten aanwijzen over de vennootschap. “Als je bijvoorbeeld geen toegang meer krijgt tot de vennootschap, niet weet wat er met de vennootschap gebeurt, kun je daarvan gebruikmaken,” aldus Roodhooft. “De voorlopige bewindvoerder staat dan boven de echtgenoot en neemt het bewind van de vennootschap deels of volledig over.”
En wat met de goederen?
Hoewel de vennootschap juridisch een andere persoon is, zullen de echtgenoten in geval van betwisting vaak de vennootschapsgoederen ten onrechte als een deel van het huwelijksvermogen beschouwen. “Veel mensen denken – ten onrechte – dat de goederen van de vennootschap ook van hen persoonlijk zijn,” legt Roodhooft uit. “De vennootschap heeft een winkelpand en drie bedrijfsauto’s en die moeten ook verdeeld worden, zo redeneren velen. Maar zo werkt het niet.”
Bij een echtscheiding mogen alleen de aandelen verdeeld worden tussen de echtgenoten. De rechter kan alleen maar maatregelen treffen met betrekking tot de aandelen. “Toch stel ik in de praktijk vast dat een rechter wel eens aan een echtgenoot – die meestal dan ook nog niets te zien heeft met de zaak – tijdelijk het genot toekent van een goed van de vennootschap, zoals een bedrijfswagen,” weet Roodhooft. “Nochtans kan dat strikt juridisch eigenlijk niet.”
Melanie De Vrieze
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier