Weg van onder moeders vleugels

Wouter Temmerman medewerker Trends

In het najaar van 2008 fuseerden de Colruyt-dochters Dolmen IP en Createch Engineering tot intrion. De systeemintegrator zette een groeispurt in, niet het minst in het buitenland, en investeerde in de ‘ontvlechting’ van het moederbedrijf. Bijna drie jaar na de fusie is intrion klaar om uit de groep Colruyt te stappen.

Dat intrion vanaf midden 2012 of uiterlijk in 2013 uit de Groep Colruyt stapt, is het slotstuk van een beweging die in 2008 werd ingezet. Toen fuseerde Colruyt zijn engineeringbedrijven Dolmen IP en Createch Engineering tot intrion. De gecombineerde omzet van 19,9 miljoen euro schoot door naar 32,9 miljoen in 2009. Vorig jaar klokte intrion af op 26 miljoen euro. Ook het nettoresultaat viel terug van net geen 2,5 miljoen euro in 2009 naar 924.085 euro in 2010. “2009 was een uitschieter dankzij enkele zeer grote projecten”, verklaart general manager Gerard Paulussen de terugval van vorig jaar. “Een aantal andere projecten, die over meerdere jaren lopen, zitten zelfs niet in dat cijfer. De daling in 2010 schrijven we toe aan investeringen. Het voorbije jaar was een sleuteljaar met belangrijke investeringen in ons machinepark, in mensen en in onze ERP-software.”

De fusie richting zelfstandigheid

De wortels van intrion liggen bij Dolmen Automation en Dolmen IP, het bedrijf dat Gerard Paulussen in 1989 met kapitaal van Colruyt opstartte. De Limburgse ingenieur overtuigde CEO Jo Colruyt om een nieuw bedrijf te starten. Met de financiële ruggensteun van Colruyt legde Dolmen IP het accent op de ontwikkeling van slimme besturingen en op projectmanagement. Parallel investeerde Colruyt in Dolmen Automation, een machinebouwer die uitgroeide tot een integrator van robotica. In 1999 kreeg Dolmen Automation een nieuwe naam, Createch Engineering, en profileerde het zich rond end-of-line automatisering voor productiebedrijven. De samenvoeging van de twee dochterondernemingen resulteerde eind 2008 in een fusiebedrijf dat zich opstelt als een onafhankelijke systeemintegrator. De activiteiten van beide dochters waren compatibel en bovendien zag Paulussen het als een stap naar zelfstandigheid. “Een reden voor de fusie was de steeds terugkerende vraag of we nu Colruyt of Dolmen waren”, zegt hij daarover. “Die onduidelijkheid wilde ik wegwerken. Op een bepaald moment ben je sterk genoeg en moet je van de moedermelk af. We waren een volwassen bedrijf geworden.”

Het fusiebedrijf zoekt als integrator naar automatiseringssystemen die het vervolgens samenbrengt tot de beste oplossing voor het probleem van de klant. Daarbij is het niet gebonden aan een producent. De activiteiten strekken zich uit over vijf grote domeinen: end-of-line automatisering, intralogistiek, express parcel, airport equipment, ondersteuning en onderhoud. Daarmee bedient het klanten uit de voedings- en farmaceutische sector, uit de luchtvaart en uit de transportsector (koeriersbedrijven). Voor de retail- en distributieklanten reikt intrion vooral automatiseringen in de gebouwen aan. De diversificatie leverde een bestand op met om en bij 200 klanten; het aantal werknemers steeg in de jaren na de fusie van 80 naar 120.

Buitenlandse groei

De opvallendste indicator van de groei van intrion is het stijgende belang van de buitenlandse activiteiten. Naar eigen zeggen komt om en bij 60 procent van de omzet uit het buitenland. “Onze klanten bevinden zich in een straal van 300 kilometer rond Brussel, maar we gaan met veel klanten mee buiten die zone”, vertelt Paulussen. “We hebben projecten in Ethiopië, Singapore, Mexico, Italië, Rusland, Portugal of Polen. Het belang van onze internationale business zal blijven groeien. Productielijnen van miljoenen euro’s zijn niet voor elke Belgische producent weggelegd. Wel slagen we er vaak in om productiebedrijven dankzij slimme automatiseringen in België te houden. Het wordt immers voor iedereen moeilijker om hier geschikt personeel te vinden.”

De buitenlandse groei zette intrion aan tot het openen van satellieten in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Die zorgen lokaal met elk tien werknemers voor verkoop, ondersteuning en projectmanagement. De vestiging in het Franse Roissy hangt samen met het grootste project dat Dolmen IP/intrion ooit realiseerde. Op de luchthaven Charles de Gaulle zorgde het voor de transport- en sorteerinstallaties waarmee Fed Ex automatisch de vliegcontainers behandelt in zijn 77.000 vierkante meter grote hub. Fed Ex verwerkt per uur 31.500 pakjes en 30.000 documenten. “In 1999 startten we de eerste fase van het project, vorig jaar de tweede en dat verklaart de piek in onze omzet”, aldus Gerard Paulussen.

Om verder te groeien, wil intrion investeren in zowel infrastructuur als personeel, maar vooral dat laatste is een pijnpunt. De Colruyt-filosofie van insourcing en opleiden van eigen mensen volstaat niet om het personeelstekort te compenseren. “We hebben al geruime tijd een tiental vacatures die zeer moeilijk in te vullen zijn”, klinkt het. “We leiden zelf mensen op, maar dat heeft zijn grenzen, want je schakelt je ervaren krachten in om de nieuwkomers te begeleiden. Ingenieurs en technici zijn schaars en bovendien zoeken we gespecialiseerde mensen. Kennis en ervaring zijn noodzakelijk. Een bijkomend nadeel is dat we ten zuiden van Brussel gevestigd zijn, in Huizingen.” Intrion voelt de beperkingen van de vestiging. Die barst met een combinatie van productie en engineering uit haar voegen. Tegen midden 2013 moet een nieuwbouw soelaas bieden. De locatie is nog niet bepaald, maar het is de bedoeling om in de regio rond Halle te blijven.

20 % en meer via Colruyt

Als alles volgens plan verloopt, staat intrion bij de verhuizing naar het nieuwe gebouw al op eigen benen. De eerste grote mijlpaal in de ‘ontvlechting’ van Colruyt is de eigen ERP-software die de integrator sinds 1 juli gebruikt. “Daardoor verlopen zaken als boekhouding, verloning en puntering van werk los van Colruyt”, legt Gerard Paulussen uit. “Als we uit de groep willen stappen, moeten we dat zelf doen. De implementatie van de Navision-software stond inclusief werkuren voor een investering van 400.000 euro. Een enorme stap, maar een absolute must en de basis voor de toekomst.” Sinds 1 juli is Colruyt enkel nog aan intrion verbonden via de aandeelhouders.

Over wie na de uitstap uit de Groep Colruyt zal toetreden tot het kapitaal van intrion, laat Paulussen niet in zijn kaarten kijken. “Alle scenario’s liggen nog open”, zegt hij. “Wat vast staat, is dat we uit de Groep Colruyt stappen en dat we dat willen doen in 2012.” Het is echter de vraag waarom de retailer zijn dochter überhaupt wil loslaten? “Voor Colruyt en zijn aandeelhouders is dat een kwestie van transparantie”, zegt Paulussen. “Wie vandaag Colruyt-aandelen koopt, koopt aandelen van een retailer. Een engineeringbedrijf past minder in dat plaatje. Colruyt zal als supermarktketen de focus op zijn retailactiviteiten kunnen verhogen.”

Voor intrion is de afscheuring dan weer een noodzakelijke stap om verder te kunnen groeien. Prospectie van nieuwe retailklanten dient zich in dat scenario aan, maar toch zal Colruyt belangrijk blijven. “Colruyt is goed voor 20 procent van onze omzet”, verduidelijkt Paulussen. “Dat is met andere woorden een grote klant. Volgend jaar zal dat aandeel zelfs nog een beetje stijgen dankzij enkele grote projecten. We zullen de komende twee jaar bijvoorbeeld hard werken aan een nieuw distributiecentrum voor Colruyt in Ollignies. Dat komt er om de groei bij Colruyt op te vangen. Het gaat om een sterk geautomatiseerd centrum met een hoogbouwmagazijn dat we mee hebben ontworpen. Tegen begin 2014 moet het er staan.”

WOUTER TEMMERMAN

” Het wordt voor iedereen moeilijker om hier geschikt personeel te vinden” Gerard Paulussen

60 procent van de omzet komt uit het buitenland.

Wie vandaag Colruyt-aandelen koopt, koopt aandelen van een retailer. Een engineeringbedrijf past minder in dat plaatje.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content