We zijn te provincialistisch bezig
Na twee grote Belgische handelsmissies – naar China en India – is het tijd voor een evaluatie. Niet van de handelsstatistieken op zich, maar wél van de manier waarop we daarmee omgaan. Want het gevaar uit Azië schuilt niet meer alleen in de goedkope prijzen. Azië maakt vandaag gesofisticeerde producten en concurreert op onze eigen thuismarkt. Als we niet willen achteropraken, moeten bedrijfsleiders en beleidsmakers meer dan ooit hun huiswerk maken.
De kenniseconomie verovert de hele wereld. Er komt een strijd om de beste brains en de beste technologie. Volgens de Indiër Ashutosh Sheshabalaya lijken Europeanen minder dan Amerikanen te beseffen dat de mondiale onderlinge afhankelijkheid dwingt tot samenwerking. “Als Europa dat niet inziet, dreigen hele panden van de EU-economie sneller ondermijnd te geraken dan we ooit voor mogelijk hielden” (zie blz. 70).
Uit een rondvraag bij de leden van Agoria blijkt dat slechts 10 % van de bedrijven uit de metaal- en technologiesector de kostprijs als hoofdmotief vermeldt om productie naar het buitenland te verplaatsen, de zogenaamde outsourcing/offshoring. De meeste bedrijven reageren door te automatiseren. 95 % mikt met buitenlandse investeringen hoofdzakelijk op nieuwe afzetmarkten.
In de VS ligt dat anders. Een enquête van het consultancybedrijf McKinsey leert dat vooral prijsdruk, het vinden van personeel met de nodige vaardigheden en operationele slagkracht – in die volgorde – redenen zijn voor offshoring. Recent onderzoek van het Instituut voor Internationale Economie komt tot de slotsom dat de Amerikaanse levensstandaard ruwweg met 10 % is toegenomen dankzij goedkope import, toegenomen concurrentie en nieuwe technologieën. Dat valt niet te ontkennen, maar gemiddelden vertellen niet het hele verhaal. Individuen die door offshoring hun baan verloren of nog maar moeizaam aan de bak komen, staan niet te juichen. Onze scholen en ingenieurs moeten meerwaarde blijven bieden tegenover even competente, maar goedkopere Indiërs, Chinezen en Oost-Europeanen.
Tegelijk valt niet te ontkennen dat jobmigratie van West naar Oost in de ontvangende landen tot hogere levensstandaarden leidt. Daar spenderen de 1 miljard nieuwkomers aan de werknemerspool op deze planeet hun looncheques aan auto’s, draagbare telefoons en bij voorkeur trendy westerse kleding en consumentenproducten. De precieze uitkomst van die mondiale wisselwerking valt niet te becijferen, maar feit is dat de beweging onomkeerbaar is (althans zonder zware brokken te maken door agressieve protectionistische tegenbewegingen).
In dit nieuwe krachtveld wikken en wegen bedrijven creatieve langetermijnstrategieën. Omdat we een land van KMO’s zijn, is het smeden van onderlinge allianties met partners uit eigen land een noodzaak. Alleen zo kunnen we met grotere slagkracht samenwerkingsvormen aangaan met concurrenten uit en in de groeimarkten. Zoekend naar wat Amerikanen innovation blowback noemen of het benutten van nieuwe technologische ontwikkelingen uit landen als India tegen een fractie van de prijs. Zonder daarom aan een uitverkoop te doen van de essentiële eigen kennis en competenties.
Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier