Hij is expert van de cyberbeveiligingsspecialist Trend Micro, maar moet zelf om de zes maanden zijn kredietkaart vervangen. Cyberspace is dan ook al lang niet meer enkel bevolkt door jongeren die virussen schrijven uit verveling, stelt David Perry. Ook criminele organisaties en overheden hebben er brood in gezien.
Wie een passie voor technologie en programmeren heeft, wordt wel eens een computernerd genoemd. Maar mensen zoals David Perry (57), die gepokt en gemazeld zijn in de software-industrie, hebben het over geeks. Aan het woord nerd hangt een negatieve bijklank van sociale onaangepastheid. Geeks daarentegen, zijn gewone mensen die zich zo kunnen verliezen in hun passie dat de wereld kan vergaan zonder dat ze het merken. Die zijn talrijk inde computersector, maar wereldvreemd zijn ze daarom niet.
” Ich bin ein geek“, bekent Perry meteen. “Mijn zakken zitten vol gadgets. Ik lees sciencefiction en ben goochelaar. Ik heb een collectie van 4000 platen, voornamelijk rock-‘n-roll. Elk jaar houd ik ook de Virus Geek Bar-B-Que, een tuinfeest voor kennissen. Ik behoor tot de adel van de geeks. Geen koning zoals Bill Gates of Steve Jobs, maar toch zeker een hertog of een graaf.” ( lacht)
Dankzij mensen als Gates en Jobs is de status van techneuten enorm toegenomen. In plaats van bij een bank te werken, willen jongeren het volgende Facebook oprichten in Silicon Valley.
DAVID PERRY. “Bij de opkomst van computerindustrie werd die streek in Californië bevolkt door een mix van geeks en hippies. Steve Jobs is altijd meer een hippie geweest. In zijn bekende speech op een proclamatie van de Amerikaanse universiteit Stanford gaf hij de studenten het advies ‘Blijf hongerig, blijf onbezonnen’. Dat is een letterlijke quote uit ‘The whole earth catalogue’, zowat de Bijbel van de hippies. De medeoprichter van Apple, Steve Wozniak, was de echte geek. Ieder tijdperk heeft zijn geniën. In het post-industriële tijdperk kunnen generalisten als Jobs toch zo’n status bereiken. Jobs heeft zelfs zijn hogere studies niet afgemaakt.”
U ook niet.
PERRY. “Inderdaad. Ik ben snel gaan werken als docent. Daarna ben ik in de computerindustrie terechtgekomen, in de tech support, de helpdesk waar gebruikers met al hun computerproblemen naar bellen. Het is de jungle voor geeks. Ik heb er geleerd technische problemen in mensentaal uit te leggen.”
U bent al heel lang met computervirussen bezig.
PERRY. “Peter Norton (bekend van Norton Antivirus, nvdr.) heeft me in 1990 gerekruteerd. Hij had mij gevonden op een voorloper van een internetforum, waar ik met andere hackers geregeld discus-sieerde. Hij was zijn antivirusafdeling aan het uitbouwen. Iedereen geloofde toen dat het een hype was. Virussen, dat waren urban legends, zoals alligators in de riolen van New York.”
Sindsdien zijn de virussen steeds complexer en gevaarlijker geworden.
PERRY. “Het gevaar komt al lang niet meer van jongeren die uit verveling virussen schrijven of systemen kraken. Dat is vandalisme. Malware wordt nu meer en meer gebruikt door criminele organisaties. Door innovatie zijn er ongelofelijk veel mogelijkheden, ook voor iemand met slechte bedoelingen. Iemand in Oekraïne kan nu een bankoverval plegen in de VS door de systemen van de bank te kraken. Zelfs overheden gebruiken malware als cyberwapen.”
Onlangs raakten zelfs de computers geïnfecteerd waarmee het Amerikaanse leger zijn onbemande vliegtuigen mee bestuurt.
PERRY. “Dat had je toch zo kunnen voorspellen! Op zo’n moment vraag ik mij af of ze bij het leger geen sciencefiction lezen. Al die doemscenario’s zijn daarin al beschreven. En nu zorgen ze dat die nacht-merries werkelijkheid worden.”
Bent u zelf vaak het slachtoffer van cybercrime?
PERRY. “Niet zo zeer van malware, maar ik moet wel mijn kredietkaart om de zoveel maanden vervangen. Omdat ik veel reis, komt mijn kredietkaartnummer in heel wat databases. Die zijn erg kwetsbaar voor hackers en kunnen gebruikt worden bij fraude. Iedere maand gaan mijn vrouw en ik minutieus onze uittreksels na.”
De Amerikaanse media voeren u vaak op als expert. U adviseerde bijvoorbeeld ook de Amerikaanse regering ten tijde van de millenniumbug, Y2K.
PERRY. “Recentelijk heb ik nog meegewerkt aan een preventiecampagne in opdracht van minister van Binnenlandse Veiligheid Janet Napolitano om Amerikanen veilig te leren surfen. Het belangrijkste is dat we onze impulsen leren te beheersen. Eigenlijk zijn we allemaal aapjes, dat is onze zwakste plek. We hebben een onweerstaanbare dwang om op alles te klikken en dat buiten mensen met slechte bedoeling uit. Daarom zijn we er ook mee gestopt mensen te waarschuwen voor virusmails. Toen een kwaadaardige e-mail met foto’s van ex-tennisster Anna Kournikova de ronde deed, gingen miljoenen mensen doelbewust op zoek naar die mails. Ze belden zelfs naar de helpdesk om te klagen dat ze foto’s niet zagen toen ze de mail openden. Virussen doen coole dingen, dat geloven de mensen.” ( lacht)
STIJN FOCKEDEY, FOTOGRAFIE THOMAS LEGRÈVE
“We zijn er mee gestopt mensen te waarschuwen voor virusmails”