‘WE MIKKEN OP STRUCTURELE BESCHERMING VAN DE COMPETITIVITEIT’
Vorige week klommen de prijzen op de Belgische stroombeurs Belpex even tot ver boven 200 euro. Dat is het dubbele van in Frankrijk, en vier keer zoveel als in Nederland. Particulieren voelen de impact minder, omdat ze gemiddelde jaarprijzen betalen, maar veel grootverbruikers voelen die hoge prijzen onmiddellijk, weet Peter Claes, directeur van de grootverbruikersfederatie Febeliec.
Zijn er de komende maanden nog zulke pieken te verwachten?
PETER CLAES. “Helaas wel. Dat heeft te maken met verschillende factoren. Onder meer met de evolutie van de vraag, die in de winter traditioneel hoger ligt, zeker in Frankrijk. Ook de industrie doet het vrij goed, wat de vraag nog verder verhoogt.
“Aan de aanbodzijde zijn er problemen met beschikbaarheid van sommige productie-eenheden. In Frankrijk liggen 21 kernreactoren stil voor veiligheidsonderzoeken, in België drie van de zeven (inmiddels is Tihange 3 weer opgestart, nvdr) voor onderhoud. Tegelijk is er de impact van de zon en de wind: met het weer van de voorbije dagen, met mist en weinig wind, wordt er amper groene energie geproduceerd. Voor dit soort weer hebben we permanent beschikbare centrales nodig.
“Ten slotte is er de import, waar Elia vorige week in de buurt kwam van de maximaal beschikbare capaciteit. Al speelt er ook een effect van concurrentie tussen de elektriciteitsstromen. Die worden op basis van een allocatie-algoritme, dat rekening houdt met de maximalisatie van welvaart, sneller naar grotere regelzones gestuurd, in dit geval Frankrijk. Maar daardoor zitten wij wel met hogere prijzen opgescheept.”
Welke gevolgen heeft dat voor de concurrentiekracht van de grootverbruikers?
CLAES. “Verbruikers die rechtstreeks op de beurs kopen of een Belpex-geïndexeerd contract hebben, voelen die prijsstijgingen onmiddellijk. Sommigen kunnen de pieken wel wat vermijden door flexibel te zijn in hun verbruik.
“Maar ook andere verbruikers kunnen de stijgingen voelen, indien ze een prijsformule in hun contract hebben, waardoor die prijzen worden doorgerekend. Op langere termijn zullen uiteraard ook de forwardprijzen (waarmee energie in de toekomst wordt gekocht, nvdr) worden beïnvloed, en dan voelt iedereen de prijsstijging.
“Positief is dat uiteraard niet. De studie van Deloitte die we dit voorjaar presenteerden, toont dat onze industriële grootverbruikers nog altijd 16 tot 40 procent meer betalen voor hun energie. Op sommige vlakken hebben we vooruitgang geboekt, maar helaas zitten onze buurlanden ook niet stil.”
Kan de energienorm een antwoord zijn op zulke piekprijzen?
CLAES. “De energienorm viseert de hele prijs, dus zowel die van het product energie als de belasting en de netkosten. Daarmee mikken we op een structurele bescherming van de competitiviteit. We blijven als industriële gebruikers geloven in het principe van de Energy Only Market, waarin producenten hun geld verdienen door hun energie te verkopen, zonder marktverstoring door subsidies of prijsbeperkingen. De elektriciteitsprijs moet het investeringssignaal blijven, en in die prijs moeten alle elementen worden weerspiegeld, dus ook de kosten voor flexibiliteit. Als er een onevenwicht is tussen de vraag en het aanbod, zal zich dat vertalen in de prijs, en zal al dan niet een investeringssignaal worden gegeven.”
LUC HUYSMANS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier