Wat zoeken we eigenlijk?
De onderzoekscommissie naar de scheepskredieten is haar derde week van ondervragingen ingegaan. Mooi, maar waar speuren de commissieleden eigenlijk naar? En waarom onderzoeken de parlementsleden liever niét de kosten van curator Frans De Roy?
Het mag al een verrassing heten dat het Vlaams parlement een onderzoekscommissie in het leven heeft geroepen. CVP en SP ketsten in het verleden de verzoeken van vooral huidig VLD-voorzitter Karel De Gucht af. De liberalen kregen in de lente van 1998 uiteindelijk een reeks hoorzittingen. Met de arrestatie van de Antwerpse schepen André Gantman, die toegaf geld te hebben gekregen van topman Tsvi Vered Rosenfeld van rederij ABC Containerline, bekoelde ook hun enthousiasme. Finaal kwam de Aalsterse VU-ID‘er André-Emiel Bogaert met een voorstel voor een onderzoekscommissie op de proppen. Maar verscheidene leden hebben die inmiddels bestempeld als weggegooid geld en een tijdrovend circus dat in vergelijking met de hoorzittingen niets nieuws oplevert.
Onder de huidige noemer scheepskredieten vallen eigenlijk vier verschillende dossiers. Het omvangrijkste is dat van ABC Containerline. Die rederij had zes schepen in de vaart, wist haar kredieten bij de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid (NMKN) op 25 augustus 1992 opgezegd, en bleef desondanks aanmodderen tot Rosenfeld op 6 april 1996 zelf de boeken neerlegde. Bovendien werd een contract niet opnieuw verpand.
In de drie andere dossiers duiken steeds de namen op van Terry Highlands en Jacques Anton “Andy” Lubbe Bakker. Inzake de kabellegger Discovery draait het vooral om het afleiden van huurgelden en een niet-doorgegane verkoop (zie Trends, 1 juni 2000, blz. 11). Van de Navigator, een schip dat op de Boelwerf werd gebouwd, onderzoekt het gerecht of de bouwheer zijn eigen middelen niet door de werf liet betalen, via een constructie met Panamese onderaannemers. Ten slotte zijn er de Petrel en de Pelican II, twee schepen waarvoor een rentesubsidie al dan niet onterecht werd toegekend.
Dat er überhaupt een scheepskredietendossier bestaat, is in niet geringe mate de verdienste van de Antwerpse advocaat Frans De Roy, curator van ABC Containerline en voorlopig bewindvoerder van drie bedrijven uit de groep van Lubbe Bakker.
De Roy kreeg destijds bij het gerecht weinig respons op zijn vraag om de wantoestanden te onderzoeken. Alleen in de Navigator zette de Centrale Dienst ter Bestrijding van Georganiseerde Economische en Financiële Delinquentie (CDGEFID) grondig haar tanden. Uiteindelijk gooide De Roy het hele verhaal in de pers, met een klacht van Lubbe Bakker tot gevolg.
Zeggen dat alle operaties in het maritieme wereldje van destijds koosjer waren, is het zonlicht ontkennen. Liquiditeitsproblemen maakten met name de Boelwerf kwetsbaar voor fraude. Zeker met de wet van 1948, die de reders erg goedkope scheepskredieten toestond. Als er fraude is gepleegd, dan moeten de leden van de werfdirectie er minstens van op de hoogte zijn geweest. Over hen wordt in de commissie echter niet gesproken.
Bovendien bekritiseren steeds meer waarnemers de handelwijze van De Roy. ‘ De witte schipper‘ hecht meer belang aan dure zoektochten naar mogelijke tekenen van fraude, in plaats van zich bezig te houden met zijn job als curator, namelijk het realiseren van de activa. Thierry Van Doosselaere, medecurator van De Roy, vindt die stelling juist en niet juist. “Het is onze taak de boekhouding uit te spitten. Indien daaruit blijkt dat bedragen naar derden verdwenen, dan moeten wij trachten die te recupereren.” Eerste slachtoffer daarvan was Desiré Van den Stockt, de voormalige NMKN-directeur. Later leidde het tot de arrestatie van Gantman. Maar er wordt ook gespeurd in onder andere Australië, de VS en Israël, bij de verschillende dochters van ABC Containerline.
Opvallend genoeg werd in de commissie amper ingegaan op het kostenplaatje van de curatele dat Van den Stockt bekendmaakte. De teller staat inmiddels op 640 miljoen frank. In dat bedrag zit het ereloon van de curatoren: 27 miljoen frank, terwijl een aanvraag voor nogmaals 15 miljoen ter tafel ligt. De verkoop van de zes schepen en de containers van ABC bracht naar schatting 900 miljoen tot een miljard frank in het activabakje.
Gimvindus, het autonome overheidsbedrijf dat sinds 1 januari 1993 de scheepskredieten beheert, liet door de NMKN een bedrijfsrevisor aanstellen, omdat ze vond dat de bank niet voldoende controle uitoefende op de kosten van de curatele. Dat rapport is nog steeds niet klaar. De curatoren verleenden hun medewerking, al deden ze dat pas na ruim een jaar aandringen.
ABC was geen makkelijk faillissement. Enkele van de zes betrokken schepen lagen aan de ketting, wat de waarde sowieso kelderde. Bovendien moesten de curatoren beginnen met het betalen van achterstallige lonen. Van de oorspronkelijke scheepswaarde die brokers vooropstelden – 66,5 miljoen dollar of zowat 2 miljard frank – werd uiteindelijk maar 25 miljoen dollar (ruim 900 miljoen frank) gerealiseerd. Meester Eddy Van Camp, in het verleden ook curator bij scheepsfailissementen en overigens zelf advocaat van Tsvi Rosenfeld, spreekt zich niet uit over de verkoopprijs van de schepen. Achteraf bepalen wat ze hadden moeten opbrengen, is te gemakkelijk, al geeft hij toe dat hij het dossier wellicht anders zou hebben aangepakt. “Ik zou niet in een vliegtuig de wereld hebben rondgereisd. Wat kan je in Australië gaan uitvoeren wanneer je nog moet uitzoeken wie de man of vrouw is die je moet hebben? Ik zou Ahlers of CMB hebben ingeschakeld, zodat je de beschikking krijgt over hun netwerk.”
luc huysmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier