Wat na de pc?
Twintig jaar geleden verdrong de pc de tekstverwerker. Nu ook de consumenten- elektronica digitaal wordt, komen de grenzen van deze duivel-doet-al in zicht.
Net nu hij universeel lijkt te worden, is de pc op zijn retour. De gratis computers in ruil voor reclame, de introductie van de 400 dollar-pc… het zijn tekenen aan de wand. De groei in eenheden bedraagt nog 15% dit jaar – maar de groei in waarde gaat de oude industrieën achterna: een magere 5% voorspellen analisten.
Niet dat de pc zal verdwijnen. Integendeel, hij wordt aangevuld door een wolk van gespecialiseerde apparaten: set-topboxen, slimme kaarten, GSM’s die als organisers doubleren, denkende auto’s, surfende telefoons… Volgens marktonderzoeker International Data Corporation worden in de VS in 2001 al meer niet-pc info-“apparaten” verkocht dan pc’s.
De automatiseringsmarkt van de toekomst ligt niet langer in het bedrijfsleven, maar bij de consument. En daar schiet de pc tekort.
1. Gebruiksgemak primeert
De pc is boven zijn krachten uit gegroeid: onoverzichtelijk, complex, een droom voor supportbedrijven. “Pc’s zijn niet bedoeld om door amateurs te worden geïnstalleerd, ook al wil men u dat doen geloven,” stelt Peter Sterck van het Leuvense PS Testware, een specialist in het testen van software. “De pc heeft niet de mobiliteit en de beheersbaarheid die een optimaal Internet-gebruik vereist,” zegt algemeen directeur voor Europa Roland Andersson van National Semiconductor. Zijn bedrijf, de overnemer van processorproducent Cyrix, presenteerde vorige week op Cebit het prototype van de WebPad, een vlak aanraakscherm van 25 centimeter diagonaal, dat draadloos communiceert met het Internet via Dect of via de 2,4 Ghz spread-spectrumtechnologie die ook in huisnetwerken wordt gebruikt. Alcatel begint tegen 15 april met veldtesten van zijn WebTouch, een telefoon met aanraakscherm die als een probleemloze Internet-terminal wordt geafficheerd. Belgacom en andere operatoren en dienstenleveranciers zoals Amazon.com werken samen om aan de WebTouch een heel gamma diensten te koppelen en het toestel tegen september tegen een betaalbare prijs te distribueren.
De toekomst is aan de schijnbare eenvoud: apparaten die hun complexiteit verbergen en met een grote betrouwbaarheid een beperkt aantal functies zeer goed vervullen. “Vijfentwintig jaar geleden was er één computer per duizend werknemers, nu gaan we naar een tijd dat er misschien honderd computers per persoon zullen zijn,” zegt Herbert Kircher, directeur van IBM Deutschland Entwicklung.
2. Geen grens aan miniaturisatie
Er is iets eigenaardigs aan de gang op de pc-markt. Terwijl meer en meer mensen genoegen nemen met de minder-dan-allersnelste pc’s, vergen de apparaten van de toekomst juist een enorme rekenkracht om eenvoudig te kunnen zijn in het gebruik. Maar dat is geen probleem. Dit jaar komen bedrijven als Intel, Compaq (zie ook blz. 138) en IBM met processoren op de markt die aan 1000 megaherz werken (een miljard klokcycli per seconde). “We werken aan een 2 gigaherz-processor met een miljard transistors op een chip,” zegt Herbert Kircher. De densiteit van geheugenchips stijgt met een factor vier elke drie jaar. Volgend jaar willen IBM en Siemens de productie starten van 1 gigabit Dram-geheugenchips. Kircher: “In 2008 maken we chips van 16 gigabit” ( nvdr – het equivalent van 2 miljard karakters). Het opslaan van 1 megabyte op een harde schijf kostte in 1980 nog 100 dollar, vorig jaar 10 dollarcent en in 2000 nog 2 dollarcent. Kicher: “Het is niet zo sexy als snelle processoren, maar voor de consument wel een sleuteltechnologie.” IBM maakt in zijn fabriek in Mainz een microschijf van anderhalve kubieke centimeter, die 340 megabytes kan bevatten en 20 gram weegt. Bij de introductie deze zomer zal de schijf nog 350 dollar kosten, maar over een paar jaar minder dan 100 dollar, denkt men bij IBM. Ze zal in het begin vooral worden gebruikt in digitale camera’s en handcomputers. “Binnen tweeeneenhalf jaar zetten we één gigabyte op zo’n schijf,” belooft Kircher. Zijn overtuiging: “Er staat geen limiet op de miniaturisatie in de volgende tien, vijftien jaar.”
3. Alles onderling verbonden
Momenteel vormt de pc de lijm tussen apparaten: printer, fax, scanner, cd-lezer, digitale camera, gamestick. Maar in hoog tempo verschuift die rol naar de netwerken, het Internet op kop. International Data Corporation stelt dat nu nog 94% van de Internet-toegang via pc’s verloopt. In 2002 zou dat nog 64% zijn. De rest gaat naar set-top-boxen en apparaten als minitels en elektronische agenda’s. Of naar faxen zoals de Panasonic DX-1000 Internet-fax, waar je geen faxnummer, maar een e-mailadres intikt. Toepassingen schuiven ook weg van de kantooromgeving. “Elke autofabrikant werkt eraan om zijn auto’s met het Internet te verbinden,” stelt Herbert Kircher. Bosch voorspelt dat in 2002 30% van de waarde van een auto uit elektronica zal bestaan. Met interessante toepassingen op gebied van timing van onderhoudsbeurten, onder meer. Kircher wijst op de evoluties in gadgetgretige Japan, waar energie- en communicatiebeheer in “intelligente huizen” hoog op de agenda staan. IJskasten die bestellen wat je nodig hebt, zijn geen sciencefiction meer, vindt hij.
Hoewel het Internet op zichzelf al veel mogelijkheden biedt, voegen recente ontwikkelingen er daar nog aan toe. Jini, een protocol dat door Sun Microsystems is gepubliceerd, laat apparaten zichzelf “aankondigen” op het netwerk. Het profiel dat ze daarbij rondsturen, helpt toepassingen om hen correct te adresseren. Op die manier kan u een e-mail schrijven in Word, die toch nog leesbaar is op een webfoon of op een aangepaste manier – bijvoorbeeld via de text-to-speech-technologie van Lernout & Hauspie Speech Products – ontvangen wordt op GSM. Er komt dus ruimte voor een heel gamma netwerkdiensten, die verkeer tussen deze apparaten gaat “vertalen”.
Nu de computer op weg is naar de consument, zullen informaticareuzen als Intel, Microsoft, Dell of Compaq te maken krijgen met horden nieuwe concurrenten. Er zijn de meelopers uit de computerindustrie, zoals National Semiconductor, die nu nieuwe kansen zien. Er zijn de start-ups als webfoonfabrikant Aplio en set-top box- en dienstenleverancier TiVo, die vanuit de nieuwe technologieën vertrekken. Er zijn de Philipsen, Sony‘s en de Matsushita‘s met hun knowhow in consumentenelektronica en merknamen en hun wereldomspannende productie- en distributieapparaat (en in tegenstelling tot Microsoft en Intel zijn ze ook al vele jaren gewend aan voortdurend krimpende marges). En er zijn dienstenleveranciers als America Online, die hardware (laten) distribueren om de consument een gemakkelijk toegangspakket te bieden tot hun diensten. Wie uit dat gevecht als leiders tevoorschijn gaan komen, is onzeker. Want evenmin als Philips en Sony totnogtoe brokken hebben gemaakt in de pc-markt, kan het Wintel-front een palmares voorleggen in de consumentenelektronica. Zeker is dat het accent verschuift van hardware naar diensten en dat de pc-producenten hun marketingpraatje zullen moeten herzien. “Over tien jaar praat niemand nog over de performantie van microprocessoren,” verwacht Herbert Kircher.
BRUNO LEIJNSE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier