Wat bij vragen uit het buitenland?
Sinds begin juli is het ook voor buitenlandse belastingadministraties veel eenvoudiger om het Belgische bankgeheim te doorbreken. Als zij de Belgische belastingadministratie om inlichtingen verzoeken, kan die zich in de meeste gevallen niet meer verstoppen achter het Belgische bankgeheim.
De nieuwe mogelijkheden om het bankgeheim te doorbreken zijn redelijk revolutionair. Tot voor kort was het bank-geheim, zeker in de fase van het vestigen van de belasting, zo goed als heilig. Enkel in zeer bijzondere omstandigheden kon de belastingadministratie het bankgeheim opzijzetten.
Sinds een drietal maanden blijft daar zo goed als niets van over. Het bankgeheim sneuvelt zodra de fiscus aanwijzingen van belastingontduiking heeft. Of nog, zodra er ernstige redenen voorhanden zijn om de belastingplichtige te taxeren op basis van uitwendige tekenen van rijkdom via de ‘indiciaire taxatiemethode’.
Dat wil niet zeggen dat de fiscus zich om de haverklap tot de bank mag wenden. Integendeel. Het doorbreken van het fiscaal bankgeheim is met verschillende waarborgen omringd. Die moeten er onder meer voor zorgen dat er geen onevenredig hoge aantasting van de privacy is.
Zo mag de belastingadministratie zich niet onmiddellijk tot de bank wenden. Vooraleer ze dat mag doen, moet ze de benodigde informatie eerst bij de belastingplichtige zelf opvragen. Het is pas als die onvoldoende meewerkt, dat de fiscus zich tot de bank kan wenden. Maar ook dan is in een transparante benadering voorzien: op het ogenblik dat de fiscus zich daadwerkelijk tot de bank wendt, moet hij de belastingplichtige op de hoogte brengen. En moet hij hem uitleggen waarom hij een beroep op de bank doet.
Het bankgeheim sneuvelt sinds een drietal maanden ook als een buitenlandse belastingadministratie haar evenknie om een inlichting vraagt. Stel dat bijvoorbeeld de Duitse fiscus meer wil weten over inkomsten die een Duitser genoten heeft. Zijn vraag om inlichtingen aan de Belgische belastingadministratie volstaat voortaan ook om het Belgische bankgeheim te doorbreken.
Opvallend is dat de voorwaarden waaronder het Belgische bankgeheim in dat geval sneuvelt, veel soepeler zijn dan wanneer de Belgische belastingadministratie de bank wil ondervragen over interne Belgische aangelegenheden.
Zoals gezegd, sneuvelt het bankgeheim in een intern Belgische context slechts als er aanwijzingen van belastingontduiking zijn, of als er voldoende aanleiding is voor de toepassing van de indiciaire taxatiemethode. Dat is volledig anders als er vanuit het buitenland een vraag om inlichtingen komt. Men gaat er dan van uit dat er per definitie aanwijzingen van belastingontduiking zijn.
Een ander belangrijk verschilpunt: in een intern Belgische context moet de fiscus eerst een poging doen om de benodigde inlichtingen bij de belastingplichtige vast te krijgen. Pas als dat niet lukt, kan overgeschakeld worden naar de bank.
Bij vragen om inlichtingen die uit het buitenland komen, slaat men die eerste stap over. De Belgische fiscus moet dan niet eerst braaf aan de buitenlandse belastingplichtige vragen of die bereid is de inlichtingen zelf te geven. Hij mag zich rechtstreeks tot de bank wenden.
Nog een ander verschilpunt: op het ogenblik dat de fiscus zich effectief tot de bank wendt, moet hij, zoals gezegd, de belastingplichtige op de hoogte brengen. En hij moet hem uitleggen waarom hij dat doet.
Niet zo zodra een vraag om inlichtingen uit het buitenland komt. Op basis van de oorspronkelijke wetteksten kon daar nog twijfel over bestaan. Maar uit een recent wetsontwerp blijkt dat de fiscus ook deze kennisgeving mag overslaan. De Raad van State vond dat in zijn advies ongehoord. Maar de regering heeft die kritiek naast zich neergelegd. De buitenlandse belastingplichtige moet dus niet op de hoogte worden gebracht, zodra de Belgische fiscus zich op vraag van zijn buitenlandse collega’s effectief tot de bank wendt.
Wedden dat over al deze verschilpunten nog een stevig robbertje voor de rechtbanken uitgevochten zal worden?
De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog. www.fiscoloog.be
JAN VAN DYCK
Het bankgeheim sneuvelt veel sneller als de vraag om inlichtingen uit het buitenland komt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier