Wachten tot het licht uitgaat
Wellicht moet eerst het licht uitgaan door een gebrek aan elektriciteit voordat er eindelijk werk wordt gemaakt van een geïntegreerd energiebeleid in dit land.
Febeliec, de federatie van grootverbruikers van energie, bond afgelopen week de kat de bel aan. Aan de hand van een studie van Deloitte berekenden de grote industriële bedrijven van dit land dat ze 12 tot 45 procent meer betalen voor hun stroom dan hun concurrenten in de buurlanden. Luc Sterckx, de voorzitter van Febeliec, noemde dat een bijzonder verontrustende energiehandicap, die voor sommige ondernemingen even zwaar weegt als het loonkostennadeel.
Voor multinationals — en zeker voor die in de petrochemie — komt daar nog bij dat de nieuwe investeringsvoorstellen die de Europese afdelingen naar het hoofdkwartier sturen, moeten concurreren met Amerikaanse projecten. Die kunnen door het goedkope schaliegas profiteren van een drie keer lagere gasprijs en fors goedkopere stroomtarieven.
De Belgische energiehandicap is vooral een gevolg van een tsunami aan belastingen en heffingen. De socialistische energieministers geven absolute prioriteit aan lage energieprijzen voor particulieren, maar liggen — net als de rest van de overheden — blijkbaar minder wakker van de problemen van onze industrie.
Intussen klaagt ook de energiesector steen en been. In ons land sluiten steeds meer met gas gestookte centrales, al dan niet tijdelijk, de deuren. De oorzaak: de elektriciteitsprijs staat zo laag, dat zelfs de afgeschreven gascentrales niet op kunnen tegen de Franse kernenergie, de Duitse hernieuwbare stroom en elektriciteit uit kolencentrales. De Europese markt van de CO2-rechten, die nochtans bedoeld was om het gebruik van goedkope, maar vervuilende brandstoffen als kolen te ontmoedigen, ligt op apegapen.
Staatssecretaris voor Energie, Melchior Wathelet, bouwde in de sector krediet op door de visie die bleek uit zijn Uitrustingsplan, dat hij vorige zomer lanceerde. Hij kondigde een — overigens a priori gecontesteerd — steunmechanisme aan voor de gascentrales, maar sindsdien bleef het stil. Op hernieuwbare-energie- projecten na, zoals de biomassacentrale van Bee, wordt nog amper geïnvesteerd in elektriciteitsproductie. Het spookbeeld van een black-out — het uitvallen van de elektriciteit door een tekort aan stroom — doemt steeds nadrukkelijker op. Dat de politiek de zwartepiet dan zal doorschuiven naar de sector, staat wel vast.
Intussen doet Vlaanderen wat het zelf doet, niet noodzakelijk beter. De bevoegdheid voor de nettarieven die de distributienetbeheerders zoals Infrax en Eandis mogen aanrekenen, verschuift ten laatste in januari 2015 van de federale energieregulator CREG naar de gewestelijke regulatoren. Maar de Vlaamse regulator VREG vreest nu al dat hij in tijdnood komt om die overdracht in goede banen te leiden, en klaagt over een schrijnend gebrek aan middelen.
De complexe structuur van dit land mag geen reden zijn om niet zelf de koe bij de horens te vatten. Het wordt tijd dat de energieministers van dit land een visie voor de toekomst uittekenen, en dat ze ieder op hun niveau alles in het werk stellen om te zorgen dat de energiehandicap verdwijnt en dat er genoeg wordt geïnvesteerd om een black-out te vermijden.
Luc Huysmans
Het spookbeeld van een black-out door een tekort aan stroom doemt steeds nadrukkelijker op.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier