Waarom Saudi-Arabië plots de geldkraan dichtdraait voor het buitenland

De Saudische kroonprins en topman van het PIF Mohammed bin Salman. © Bandar Algaloud / Saudi Kingdom Council / Handout/Anadolu Agency/Getty Images
Sebastien Marien
Sebastien Marien Redacteur bij Trends

Het Saudische investeringsfonds PIF geeft aanzienlijk minder uit aan buitenlandse investeringen. Zijn portefeuille Amerikaanse aandelen daalde ook met bijna 15 miljard dollar in een half jaar, blijkt uit cijfers van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission. Door de verminderde productie en de lagere omzet uit olie, focussen de Saudi’s op binnenlandse megaprojecten en nieuwe infrastructuur.

Het Public Investment Fund (PIF) van Saudi-Arabië is de voorbije tien jaar uitgegroeid tot een van de belangrijkste investeringsfondsen wereldwijd. Het fonds groeide van 150 miljard dollar in 2015 tot liefst 925 miljard dollar vandaag. Investeringen in internationale bedrijven en projecten moeten Saudi-Arabië helpen meer in de schijnwerpers te komen op het internationale toneel. De Saudi’s geven daarom al jarenlang grof geld uit waar het het meeste opvalt. Het land hoopt zo een einde te maken aan zijn negatieve imago, dat nauw samenhangt met de olie-industrie en de macht van het oliekartel OPEC. De voetbalwereld en de gamingindustrie zijn de persoonlijke favorieten van kroonprins Mohammad bin Salman, die aan het hoofd staat van het PIF.

Maar verschillende bankiers met wie Financial Times sprak, merken op dat de strategie van de Saudi’s sinds begin dit jaar is omgeslagen. Investeringen in buitenlandse bedrijven en projecten worden verminderd of afgeblazen. Het is ook zichtbaar in de aandelenportefeuille van het PIF. Eind vorig jaar beheerde het fonds 35 miljard dollar aan Amerikaanse aandelen, maar dat bedrag was tegen juni teruggeschroefd tot 20,5 miljard dollar. Het PIF verkocht dit jaar al belangen in het cruisebedrijf Carnival Group, het entertainmentbedrijf Live Nation en de vermogensbeheerder BlackRock.

Lage return on investment

“De voorbije jaren is gebleken dat veel van hun investeringen te weinig hebben opgebracht”, weet Victor De Decker geo-econoom van het Egmontinstituut. “Een duidelijk voorbeeld is de Saudi Pro League, die ondanks de grote voetbalsterren weinig belangstelling kreeg. Dit jaar wordt de competitie kleinschaliger aangepakt. Het land heeft begrepen dat het internationaal wordt aanzien als een soort ezel die langs achteren gouden munten laat vallen. Als useful idiots. Dat imago trekt automatisch nog meer slechte investeringen aan met een lage return on investment, en dat wil Saudi-Arabië absoluut vermijden.”

‘Het land heeft begrepen dat het internationaal wordt aanzien als een soort ezel die langs achteren gouden munten laat vallen. Als useful idiots.’

Victo De Decker, geo-econoom Egmontinstituut

Voorts speelt ook de situatie op de oliemarkt een rol. “De geldzakken van Saudi-Arabië zijn, voor alle duidelijkheid, nog steeds onmetelijk groot, maar hun omzet uit de verkoop van olie is structureel verminderd door aanhoudende productiebeperkingen die de OPEC heeft opgelegd. Daar komt nog bij dat de Verenigde Staten sinds dit jaar de grootste olieproducent ter wereld is geworden. De Verenigde Staten kunnen nu meer wegen op de markten, en dat dwingt de Saudi’s tot meer voorzichtigheid.”

In de gespannen geopolitieke situatie in het Midden-Oosten ziet De Decker geen verklaring, want dat speelt nog eerder in het voordeel van olieproducerende landen.”Die situatie heeft eigenlijk weinig impact op Saudi-Arabië, want het verhindert het land niet olie uit de grond te pompen. Integendeel, de onzekerheid kan de prijs opdrijven. Vooralsnog zijn er dus geen risico’s voor de Saudische economie en ook geen veiligheidsrisico’s voor het land. De ayatollah van primaire rivaal Iran uit af en toe bedreigingen – voornamelijk aan het adres van Israël – maar dat kent ook tot nu toe geen echte gevolgen.”

Geen gezichtsverlies

De Decker ziet dat de nieuwe strategie van de oliestaat er een is van het herverdelen van middelen in plaats van besparen. Saudi-Arabië trekt nog steeds vlot de geldbuidel open voor binnenlandse investeringen. Volgens doelstellingen van het PIF wil het koninkrijk jaarlijks 40 miljard dollar uitgeven aan projecten die een boost geven aan nieuwe industrieën in het land. Plannen die op een directe manier waarde toevoegen aan de oliestaat. Het land richt daarvoor zijn pijlen op onder meer toerisme, sport, gaming, mijnbouw, technologie en de maakindustrie.

Maar die binnenlandse investeringen gaan ook gepaard met hoge uitgaven aan nieuwe infrastructuur. Het land kan er niet omheen, want er staat de komende jaren nog veel op de agenda op het gebied van sport en evenementen. Riaad wordt achtereenvolgens de uitvalsbasis van het Aziatische kampioenschap voetbal in 2027, de Aziatische Winterspelen in 2029 en Expo 2030. Het is voorlopig ook de enige kandidaat om de Wereldbeker voetbal te huisvesten. Bin Salman wil zijn land ook het centrum maken van gaming en e-sports, en dat neemt de kroonprins heel letterlijk. Riaad organiseerde dit jaar de eerste Esports World Cup en Saudi-Arabië wil zelfs een volledig stadsdeel van de hoofdstad wijden aan e-sports, compleet met een speciale arena met 73.000 plaatsen.

Volgens De Decker heeft Saudi-Arabië te veel hooi op zijn vork genomen. “Het zijn allemaal projecten die de komende jaren veel kapitaal vragen, maar waar Saudi-Arabië moeilijk buiten kan. Dat moet je ook zien in het kader van de sterke rivaliteit met Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten. De projecten móeten wel tot een goed einde worden gebracht, want het gaat om prestige. Maar tegelijk spelen interne krachten, die ervoor zorgen dat de middelen nu worden herverdeeld. Hoelang de gewijzigde trend zal spelen, moet nog blijken. Het zal mogelijk gevolgen hebben voor bedrijven die op zoek zijn naar kapitaal.”

Partner Content