Voor de echte lange termijnbeleggers

Frontiermarkten zijn de opkomende markten van morgen. Er is zeker potentieel, maar geduld is in dit geval een mooie deugd.

Tien jaar geleden waren India en China nog frontiermarkten; vandaag noemen we ze opkomende markten. Kenmerken van frontiermarkten zijn een zeer beperkte liquiditeit, een hoge volatiliteit, een moeilijke toegang tot de markt en een vaak zeer rudimentaire economische ontwikkeling. Het spreekt voor zich dat beleggen in een frontiermarkt veel meer risico’s inhoudt. Maar zoals zo vaak kunnen risico’s veel winst opleveren.

“Ik ben ervan overtuigd dat de frontiermarkten een ongelooflijk potentieel bieden voor langetermijnbeleggers, op de uitdrukkelijke voorwaarde dat ze geduldig en volhardend zijn”, zegt Mark Mobius, beheerder van de emergingmarkets-fondsen bij Franklin Templeton en een van de baanbrekende beleggers in de frontiermarkten.

Geduld is cruciaal voor beleggers die zich wagen op deze markten. Al nemen de fondsen natuurlijk niet eender welk risico in de hoop op een dag megawinsten op te strijken. De risico’s zijn berekend en er wordt nooit lukraak belegd. De landen waarin belegd wordt, kennen een stevige economische groei, wat nodig is om een sterke financiële markt te ontwikkelen.

Want laat ons niet vergeten: het doel van de financiële markten is niet ten koste van alles de aandeelhouders verrijken, maar wel de ontwikkeling van bedrijven te financieren.

Alle ogen op Afrika

Beleggen in de opkomende markten, dat is beleggen in de landen die de sterkste economische groei neerzetten. In 2011 bedroeg de groei van het bbp (bruto binnenlands product) in de Verenigde Staten en Nigeria respectievelijk 2 en 6,9 procent. Ook al zijn de minder ontwikkelde economieën lang niet de meest efficiënte, toch is een aanzienlijk deel van hun economische groei te danken aan de winststijging van hun bedrijven.

Maar niet alle frontiermarkten kunnen over dezelfde kam geschoren worden. De mate van ontwikkeling verschilt soms sterk. Afrika is een fel gewaardeerde frontiermarkt, vanwege het bovengemiddelde groeipotentieel. Een voorbeeld is Nigeria, dat in de meeste frontierfondsen zit die in België worden aangeboden. Olie is de motor van de Nigeriaanse groei. Het land hangt in grote mate af van de export van zijn zwarte goud. Nigeria maakt nu werk van zijn raffinageactiviteiten, zodat het meerwaarde kan creëren op de olie die het exporteert. Tegelijk proberen de Nigeriaanse autoriteiten een lokale industrie te ontwikkelen om de groeiende bevolking te kleden, te voeden en te huisvesten.

Maar er is meer dan Afrika. Ook Azië telt een groot aantal landen in volle bloei. Een mooi voorbeeld is Mongolië. In 2007 stond de beurs van Mongolië op 2031 punten, in februari 2011 klokte ze af op 32.955 punten. Een groei van liefst 1500 procent dankzij de sterke prijsstijgingen van de vele grondstoffen in de Mongoolse ondergrond. Sindsdien is de index van de Mongoolse beurs wel opnieuw gedaald tot 20.000 punten. De regering wil de economie van het land ontwikkelen met de financiële inkomsten uit grondstoffen. Want dat is de uitdaging voor de frontiermarkten: hun prille ontwikkeling consolideren.

KARINE HUET

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content