‘Vlaamse milieutechnologie is wereldtop’
Keppel Seghers heeft een monstercontract getekend voor de bouw van een afvalenergiecentrale nabij Manchester. Het Willebroekse bedrijf is een wereldspeler in milieutechnologie. “99,9 procent van onze omzet komt uit het buitenland”, zegt general manager Ivan Christiaens.
Keppel Seghers maakt tegenwoordig deel uit van Keppel Corporation. De Singaporese offshore- en mariene vennootschap nam in 2002 het toenmalige SBT, Seghers Better Technology Group, over na een faillissement. Mede dankzij de Aziatische input is Seghers in Vlaanderen ondertussen helemaal rechtgeveerd.
Eind maart sloot Keppel Seghers Belgium een contract van ruim 187 miljoen euro af voor een project met hernieuwbare energie op basis van restafval. Dat is het afval dat overblijft na hergebruik en recyclage. Het gaat om de tweede fase van de bouw van een installatie voor warmtekrachtkoppeling in Runcorn, nabij Manchester. De eerste fase van het project werd in 2009 al toegewezen aan het Willebroekse afvalbedrijf. In totaal klokt de contractwaarde af op 440 miljoen euro. Deze afvalcentrale moet het huishoudelijk afval van 6 miljoen Britten, zo’n 750.000 ton, omzetten in energie. “De opgewekte energie wordt afgenomen door Ineos Chlor, een gigant uit de chloorindustrie die zoveel energie verbruikt als de stad Liverpool”, vertelt Ivan Christiaens (48), sinds vorig jaar general manager van Keppel Seghers. “De hernieuwbare energie uit onze centrale zal 20 procent van hun energieverbruik vervangen. Dat komt overeen met het verbruik van 200.000 gezinnen.”
Afval en de islam
In eigen land bouwde Keppel Seghers ook al een vier afvalverbrandingscentrales, zoals die van Isvag in Wilrijk. Het gros van Seghers’ activiteiten speelt zich echter af in het buitenland. Zo wordt er vandaag volop gebouwd aan een geïntegreerde afvalverwerkingsinstallatie in Qatar. Tegen de zomer moet dit moderne stort dagelijks 1500 ton afval verwerken. Ter vergelijking: dat is driemaal zoveel als de Isvag-centrale. “Bij ons heeft het ook tientallen jaren geduurd voor het nut van recycleren was doorgedrongen bij de bevolking”, vertelt Christiaens. “In heel wat landen, zoals Qatar, is dat nog niet het geval. Daar wordt er gekozen om het afval in z’n geheel op te halen en het te scheiden in een afvalverwerkingscentrale. De installatie die we bouwen in Qatar is dus zowel een afvalscheidingsinstallatie om recycleerbaar afval te schiften, een vergistingsinstallatie voor organisch afval en een energiecentrale voor het restafval. Het is een gigantisch complex in het midden van de woestijn, waar we zelfs een moskee hebben gebouwd. Er verblijven namelijk zo’n 1500 werknemers.”
Ook in Zweden heeft Keppel Seghers een uniek project lopen. In Amotfors bouwde het milieubedrijf een afvalenergiecentrale naast een 30-jarige papierfabriek. De centrale zet dagelijks 220 ton afval om in energie in de vorm van elektriciteit en stoom voor het papierbedrijf. “De papierindustrie heeft een heel hoge energiekostprijs”, legt Christiaens uit. “Hoge energieprijzen veroorzaken dan ook onzekere tijden. Daarom hebben we er een afvalenergiecentrale naast gebouwd. De restwarmte die daarbij vrijkomt, wordt door gezinnen in de stad gebruikt als verwarming.”
Maar het succesvolst is Keppel Seghers vandaag in China. Met vijftien afvalprojecten is het Vlaamse bedrijf marktleider op de grootste Aziatische markt. In 2010 bouwde het een tiental verbrandingsovens verdeeld over drie steden. Het pronkstuk is de Shenzhen Energy Corporation-plant. Een installatie die dagelijks 3000 ton restafval verorbert, ofwel de capaciteit van de Isvag-centrale maal zes. “Seghers is al van halfweg de jaren zeventig bezig met afvalverwerking, toen nauwelijks iemand interesse toonde in die markt”, vertelt Christiaens. “Samen met Zwitserland en Duitsland was België bij de eerste landen die oog hadden voor het afvalprobleem. Zo hebben we een voorsprong opgebouwd die we vandaag te gelde maken op de markt. We hebben eigenlijk enkel concurrentie uit Duitsland en Zwitserland. Maar in pakweg Spanje, het Verenigd Koninkrijk of Frankrijk is er geen eigen technologie en kennis voor de bouw van afvalenergiecentrales. De Duitsers en de Zwitsers concentreren zich dan nog vooral op de Europese markt, terwijl wij focussen op Azië. Al is er ook in Europa nog veel werk. Heel wat landen voldoen nog niet aan de wetgeving voor afvalbeheer. België doet het wat dat betreft goed. Wij leven dus van de internationale markt. Vlaamse milieutechnologie is absolute wereldtop. 99,9 procent van onze omzet komt uit het buitenland.”
Partnerships boven
In eigen land is de hoofdactiviteit vooral het zuiveren van water zodat het kan worden hergebruikt in de industrie of voor irrigatie. In Willebroek heeft Keppel Seghers een onderzoeksproject lopen naar de ontzilting van water door het te laten verdampen met restwarmte.
De internationale groep Keppel Seghers verviervoudigde dan weer haar omzet over een periode van vijf jaar. Die steeg van 33 miljoen euro in 2006 tot 152,8 miljoen euro in 2010. Ook de Vlaamse poot kan flinke groeicijfers voorleggen. Hij dankt die stijging onder andere aan de totaalaanpak. Keppel Seghers construeert niet alleen de centrale, in veel gevallen gaat het ook een partnerschip aan voor de exploitatie van de centrale. Als medeaandeelhouder houden ze de centrales dus ook mee draaiende. “Strikt genomen kunnen ze in Chinese centrales of elders zelf exploitatieteams aanstellen”, aldus Christiaens. “Maar voor hen is dat een gemiste kans, want niemand is zo gespecialiseerd als wij die de centrale hebben gebouwd. Zo’n partnerschip combineert eigenlijk het beste van twee werelden. De lokale mensen zijn veel beter op de hoogte van de wetgeving en de arbeidsmarkt, terwijl wij technologisch beter geplaatst zijn. Waarom zouden we dan op dat vlak geen ondersteuning aanbieden en zelfs mee investeren? Het is een win-winsituatie.”
Keppel Seghers maakt voor zijn centrales gebruik van de Prisma-technologie. Die is het makkelijkst te vergelijken met een immense mixer die de verbrandingslucht goed mengt met de brandstof. Zo wordt een totale verbranding gecre-ëerd met een minimum aan emissies. De residu’s uit de verbranding worden gevangen, geconcentreerd en naar een gecontroleerde stortplaats gebracht. “Vroeger kwam 80 procent van de opbrengst uit verwerking van het afval en amper 20 procent uit de energie die eruit werd gewonnen”, vertelt Christiaens. “Door de verbetering van de technologie zitten sommige van onze nieuwe installaties aan een verhouding van 50/50. Als de energieprijzen blijven stijgen, komen we misschien nog wel op een punt dat we afval gratis kunnen verwerken. Maar zo’n vaart zal het wel niet nemen. Afval blijft nog wel een hele poos een kostenpost voor bedrijven. Ze moeten betalen om er vanaf te geraken, maar meer en meer zullen bedrijven een deel van die kosten kunnen recupereren door in afvalenergiecentrales te investeren. ‘
JOCHEN VANDENBERGH
De internationale groep Keppel Seghers vervier-voudigde haar omzet over een periode van vijf jaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier