VLAAMSE BIOTECH MOET AMBITIEUZER ZIJN
Dat deze week in Geel de productie van twee aidsremmers wordt opgestart, is geen toeval. Het is te danken aan de grenzeloze ambitie van het Mechelse biotechbedrijf Tibotec (zie blz. 26). Een van beide producten wordt al een tijdje geproduceerd bij Janssen Pharmaceutica in Geel en zal met wat geluk volgende maand ingaan als het eerste gecommercialiseerde Belgische aidsgeneesmiddel.
Die indrukwekkende prestatie heeft vele bezielers. Toch verdienen drie mensen meer lauweren dan de rest: wijlen dokter Paul Janssen en de twee sleutelfiguren die ooit begonnen met Tibotec-Virco: Paul Stoffels en Rudi Pauwels. De enige dissonant in dit verhaal is misschien wel dat het slotakkoord voller zou klinken als de aandelen van Tibotec-Virco nog steeds in Belgische handen zouden zijn. Of niet?
In 2002 kwam het Mechelse biotechbedrijf in handen van de Amerikaanse multinational Johnson & Johnson. Dat was bittere noodzaak, omdat de kostprijs van de klinische proeven sterk opliep en de beurs als financieringsoptie niet langer open lag. Het bedrijf zelf evolueerde sindsdien wel gunstig. Het aantal werknemers verdubbelde en de productpijplijn groeit omdat Tibotec voor de hele J&J-groep als onderzoekscentrum van infectieziekten fungeert. En toch staat een mens stil bij de simpele vraag: was de return voor Vlaanderen niet veel hoger geweest als de financiers destijds een paar honderd miljoen extra op tafel hadden gelegd om de magere beursjaren uit te zitten? Immers, de jongste tijd is er op de beurs opnieuw een window of opportunity voor biotechondernemingen.
Die recente beursoperaties hebben trouwens ook hun wortels in het lef van het duo uit Mechelen. Galapagos doet het al een jaar goed op de beurs. Het ontstond in 1999 als een joint venture tussen Tibotec en het Nederlandse Crucell. Deze zomer wil ook OncoMethylome Sciences (OMS) naar Euronext trekken. OMS is gespecialiseerd in kankerdiagnostiek en stamt eveneens uit de octrooiportefeuille van Tibotec-Virco. Herman Spolders wist het bedrijf in 2002 los te weken uit de overname van J&J.
De geschiedenis herhaalt zich in Vlaanderen. De Duitse chemiegroep BASF kocht vorige week het Gentse CropDesign op. Halverwege de jaren negentig gebeurde hetzelfde met PGS, dat in handen kwam van Agrevo en later eigendom werd van Bayer, dat andere Duitse chemieconcern. Op het eerste gezicht hoeft dat allemaal geen probleem te zijn. Immers, beter de werkgelegenheid van een winstgevend dochterbedrijf dan de weerslag van een verlieslatende Vlaamse zeepbel. Alleen: de Vlaamse biotechbedrijven zijn geen zeepbellen meer. Onze wetenschappers bewijzen dat ze wel genoeg lef hebben om op lange termijn te denken. Het zijn de financiers die het niet aandurven om een gooi naar het schijnbaar onbereikbare te doen. Zij dwingen onderzoekers te snel in de logica van spreadsheetmanagement.
De ambitie om hier een Shell, Unilever, IBM of eender welk wereldbedrijf op te richten, is kleiner dan de verleiding om op korte termijn investeringswinsten te boeken. Jammer, want in de kenniseconomie is niets zo makkelijk verplaatsbaar als kennis. Met andere woorden: dat steeds vaker elders wordt beslist over de uitbreiding van de kennisjobs hier te lande, is niet gunstig. Misschien is dat ook een reden dat economische groei in België steeds minder leidt tot meer banen?
Roeland Byl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier