Leerkrachten van het basisonderwijs zijn positief over de digitale versnelling als gevolg van de coronapandemie. Dat blijkt uit een jaarlijkse bevraging van de educatieve uitgeverij Van In.
Uit de antwoorden van 1286 respondenten blijkt dat digitale lesvormen een blijver zijn. 73 procent kijkt uit naar de heropstart van het contactonderwijs, maar slechts 10 procent van bevraagde leerkrachten wil liever lesgeven zonder de digitale instrumenten.
De leerkrachten geven aan dat de pandemie een blijvende impact had op de manier waarop ze lesgeven. Een op de drie leerkrachten zegt nu meer gedifferentieerd te werken. Die differentiatie met digitaal oefenmateriaal is een van de troeven van Bingel, het digitale leerplatform van Van In. Dit schooljaar werden 364 miljoen oefeningen gemaakt op Bingel. Dat is 61 procent meer dan twee schooljaren geleden.
Vier op de tien leerkrachten hebben meer vertrouwen in de digitale instrumenten gekregen, terwijl 58 procent bovendien meer digitale opdrachten geeft en 16 procent ook zelf instructievideo’s maakt voor de les. Slechts een op de tien past het principe van flipping the classroom toe, waarbij leerlingen thuis leerinhoud bekijken en die dan in de klas oefenen en uitdiepen wat niet begrepen werd.
Uit de bevraging blijkt voorts dat de ICT-infrastructuur in de scholen beter kan. Het aantal beschikbare tablets en Chromebooks stijgt, maar blijft nog te beperkt. Bovendien is 19 procent van de bevraagden ontevreden over de internetverbinding op school, en zegt 36 procent dat de digitale uitrusting van de school niet is gewijzigd tegenover vorig jaar. Zes op de tien bevraagden hebben geen weet van een ICT-beleidsplan in hun school.
“We zien duidelijk dat de coronaperiode in het basisonderwijs een grote digitale sprong mogelijk heeft gemaakt”, zegt Winfried Mortelmans, de CEO van Van In. “Alleen ontbreekt blijkbaar nog de ICT-beleidsvisie in vele scholen. Het Digisprong-programma van de Vlaamse overheid zet daarop in. Hopelijk zet dat zaken in beweging.”