Verse bankencrisis, op Italiaanse wijze

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Christine Lagarde gooide begin dit jaar een redelijk profetisch bankenbommetje. De Europese banken, zei de topvrouw van het IMF, zitten op een berg slechte kredieten van 900 miljard euro, en zolang die berg niet afgegraven wordt, kan het oude continent een economisch herstel vergeten. Vooral in Zuid-Europa verstoppen de slechte kredieten de leidingen van het banksysteem en beletten ze dat er groei uit de kraan stroomt. “Het Italiaanse banksysteem produceert te veel bankiers en te weinig krediet”, zegt de Italiaanse premier Matteo Renzi al langer dan vandaag.

Een andere vrij verbijsterende vaststelling is dat sommige Europese grootbanken, zoals BNP Paribas en Deutsche Bank, nog altijd op vrij povere kapitaalbuffers rusten. De bankencrisis sloeg in 2008 hard toe in België, maar die klap heeft geleid tot een strak gereguleerd banksysteem met heel solide kapitaalposities. Anders is het gesteld met de banken en landen die in 2008 enigszins de dans ontsprongen en te weinig hun huiswerk maakten. Sla er de evolutie van de koersen van de bankaandelen van de voorbije tijd maar op na. Deutsche Bank en BNP Paribas bijvoorbeeld verloren de voorbije twaalf maanden respectievelijk 50 en 30 procent van hun marktwaarde. Beleggers vragen zich af of die banken bestand zijn tegen een cocktail van dalende rentemarges, vertragende wereldeconomie, turbulente financiële markten en een overdosis slechte kredieten. BNP Paribas schudde vorig jaar niet voor niets 2 miljard euro kapitaal uit zijn Belgische dochter BNP Paribas Fortis. Bankkapitaal is het nieuwe Belgische exportproduct.

De linke bankensoep wordt het heetst opgediend in Italië. In 2008 ontsprongen de Italiaanse banken nog de dodelijke dans, omdat ze nauwelijks giftig Amerikaans vastgoedpapier hadden gekocht. Italië kende ook geen implosie van de vastgoedmarkt. Het Italiaanse geluk was echter niet van lange duur. Sinds 2008 breekt de Italiaanse economie geen potten en staat de concurrentiekracht van de bedrijven onder druk. Dat komt omdat het groeimodel van seriële devaluaties uit het repertoire geschrapt is, en omdat Italië veel te laat besefte dat deelnemen aan een muntunie een orthodox en gedisciplineerde economisch beleid vereist – een fout die lang niet alleen in Rome gemaakt werd en wordt. De Italiaanse banken betalen het gelag omdat zij geïnfecteerd raken door een groeiende portefeuille twijfelachtige of slechte bedrijfskredieten. De omvang van die portefeuille wordt intussen geschat op 350 miljard euro.

Naast de financiële markten is ook de Italiaanse regering bijzonder nerveus omdat een super-Arco-dossier op het bureau van premier Renzi dreigt te belanden. Kochten in België heel wat mensen voor een beperkt bedrag een spaarproduct dat als veilig werd gesleten maar toch grote risico’s inhield, dan hebben in Italië ook veel mensen dat gedaan, maar voor veel grotere bedragen. De Italiaanse gezinnen zijn vrij fervente kopers van obligaties van Italiaanse banken. Ongeveer 30 procent van de Italiaanse bankobligaties is in hun handen. Zulke obligaties worden gezien als een veilig spaarproduct, maar zijn risicovoller dan gedacht, niet alleen door de fragiele toestand van de Italiaanse banken, maar ook door het nieuwe Europese schema dan van kracht is voor omvallende banken. Niet langer de overheid moet als eerste de banken stutten, neen, de verliezen worden vanaf nu eerst verhaald op de obligatiehouders en spaarders met meer dan 100.000 euro op de rekening. De kans bestaat dus dat de Italiaanse gezinnen zware verliezen lijden op hun veilig geachte spaargeld. De Italiaanse bankencrisis belooft een harde noot te worden, want met een beetje pech wordt de Italiaanse spaarder de dupe van het verhaal, en zal Rome figuurlijk, en misschien ook letterlijk, in brand staan. Eind vorig jaar deelden obligatiehouders in de verliezen bij de redding van de Portugese Novo Banco, wat mee aan de basis ligt van de huidige onrust.

De regering-Renzi zocht de voorbije weken koortsachtig naar een uitweg in overleg met de Europese Commissie. De handboekoplossing, waarbij de overheid de banken uit de wind zet door de slechte leningen genereus over te kopen en onder te brengen in een ‘bad bank’, mag van Europa niet meer, want dat komt neer op staatssteun. De onderhandelingen produceerden een deal die de banken de kans geeft slechte kredieten te verkopen aan private beleggers door ze op te waarderen met een staatsgarantie tegen marktconforme prijzen. Dat ontlokte bij de Italiaanse regering de opwelling dat de overheid er zou aan verdienen. Waar hebben we dat nog gehoord? Het is Europa ten voeten uit. Met halfslachtige maatregelen wordt tijd gekocht en het probleem onder de mat geveegd, waar het elke keer opnieuw ingehaald wordt door de realiteit.

DAAN KILLEMAES

Het is Europa ten voeten uit. Met halfslachtige maatregelen wordt tijd gekocht en het probleem onder de mat geveegd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content