‘Vermogensbelasting is niet altijd een succes’
Moet er een vermogensbelasting worden ingevoerd in België? De meningen daaromtrent zijn verdeeld. Als we eens kijken naar de voorbeelden in andere landen, dan blijkt dergelijke belasting niet altijd succesvol te zijn.
Een vermogensbelasting is een directe belasting die geheven wordt over het vermogen ongeacht de inkomsten die uit dit vermogen verkregen worden. Verschillende landen kennen (nog) een vermogensbelasting, andere hebben die in een recent verleden afgeschaft.
In Frankrijk
Frankrijk kent misschien de meest zuivere vorm van vermogensbelasting. Bij onze zuiderburen betaalt men op het vermogen de ‘ impôt de solidarité sur la fortune’ (ISF). Hoeveel dat is, hangt af van de omvang van het vermogen. Tot 1.300.000 euro is het vermogen belastingvrij. Wie meer bezit, valt onder progressieve belastingschalen te beginnen van 0,50% tot 1,5 % voor wie een vermogen heeft van meer dan 10.000.000 euro. Het moet wel gaan om netto eigen vermogen. Schulden zijn fiscaal aftrekbaar.
Toch is die vermogensbelasting een belangrijke drijfveer voor fiscale vluchtelingen zoals Gerard Depardieu of Bernard Arnault die hun heil hebben gezocht in landen die geen vermogensbelasting kennen. Dat is ook Pierra Gattaz niet ontgaan. In zijn hoedanigheid van Voorzitter van Medef (de Franse werkgeversvereniging), pleit hij onomwonden voor een afschaffing van de ISF. Volgens hem onderscheidt deze belasting Frankrijk van andere landen (die geen vermogensbelasting hebben) omdat ze de economische groei afremt en tewerkstelling vernietigt en ligt deze belasting aan de basis van de uitverkoop en het verdwijnen van KMO’s in Frankrijk.
In Nederland
Nederland kent de ‘vermogensrendementsheffing’. Sinds 2001 innen onze noorderburen deze belasting op een forfaitair vastgesteld rendement van het netto privé vermogen (na aftrek van alle schulden). De vermogensrendementsheffing veronderstelt een forfaitair rendement van 4% van het netto privé vermogen, en belast dit tegen 30%. Uiteindelijk wordt dus 1,2% (30% van 4%) geheven over het vermogen per 1 januari van het betreffende belastingjaar. Maar daar staat tegenover dat de werkelijke inkomsten uit vermogen niet langer belast worden. Wie een groter rendement haalt, kan zich gelukkig prijzen, want dat kan belastingvrij geïnd worden, maar wie een lager rendement haalt is de pineut. In Nederland is het louter bezit van een kunstcollectie dus een heel dure aangelegenheid, want over de geraamde waarde van de schilderijen moet jaarlijks een belasting van 1,2% betaald worden.
Maar ook in Nederland heeft de invoering van de vermogensrendementsheffing geleid tot een kapitaalvlucht. Een groot aantal Nederlanders hebben een onderkomen gezocht in de grensstreek met België (of in gemeenten zoals Brasschaat). Deze fiscale vluchtelingen hebben zelfs een naam en worden Nederbelgen genoemd…
In Zwitserland
Inwoners van Zwitserland moeten een inkomsten- en vermogensbelasting betalen. Inkomstenbelasting wordt zowel op federaal als op kantonnaal en gemeentelijk niveau geheven. Vermogensbelasting worden alleen op kantonnaal niveau geheven. Het tarief bedraagt 2% als het vermogen groter is dan 250.000 Zwitserse francs. Iemand is, belastingtechnisch gezien, een inwoner van Zwitserland als hij of zij daar een huis heeft en/of daar zijn of haar belangrijkste persoonlijke en arbeidscontacten heeft. Deze inwoners worden in Zwitserland voor hun wereldwijde inkomen belast, behalve voor inkomen uit onroerend goed in het buitenland.
Niet altijd even succesvol
Daarnaast zijn er verschillende landen die een vermogensbelasting hebben gehad, maar ze hebben afgeschaft. Het jaartal van afschaffing is telkens tussen haakjes vermeld. Het gaat concreet om Ierland (1974), Italië (1992), Oostenrijk (1994), Denemarken (1995), Duitsland (1997), Finland (2006), Luxemburg (2006), Zweden (2007) en Spanje (2008).
Hoewel in Duitsland de vermogensbelasting al in 1997 werd afgeschaft moeten, volgens de Duitse Bundesbank, landen met een financieel kritieke toestand toch durven overwegen om een eenmalige vermogensbelasting in te voeren als zo een faillissement kan vermeden worden. Volgens de Duitse centrale bank kan bij een dreigend nationaal bankroet een eenmalige vermogensbelasting de voordeligste oplossing zijn. Maar de Bundesbank wijst meteen ook op de risico’s van een dergelijke vermogensbelasting. Zo is het erg belangrijk dat de eenmaligheid benadrukt wordt. Als mensen hier niet van overtuigd zijn, dreigt immers kapitaalvlucht, zowel in het land in kwestie als in andere landen met een hoge overheidsschuld.
Ook de situatie in Spanje vraagt om een woordje uitleg. De vermogensbelasting is er formeel in voege gekomen in 1977 en het was toen een tijdelijke belasting. Die tijdelijkheid heeft lang geduurd. De belasting werd pas opgeschort op 1 januari 2008. ‘Opgeschort’ wil echter zeggen dat de belasting ten allen tijde kon terugkomen.
(Het volledig artikel leest u in Trends van 11 december)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier