Verloren moeite

Karel Anthonissen Gewestelijk directeur bij de BBI

Tijdens onze verhuizing dook een dossier op waarvan ik het bestaan niet kende: het Beaulieu-dossier van BBI-Gent. Gent volgde die zaak op van bij de oprichting van de BBI in 1979 tot tien jaar daarna. Het dossier heeft meer dan een kwarteeuw stof vergaard.

Inspecteur Noël Van Britsom onderzocht de commissies die Beaulieu in het Midden-Oosten betaalde en kwam meestal tot het besluit dat die tot de gebruikelijke praktijken behoorden. Vanaf 1981 betaalde het bedrijf daar een belasting van 20 procent op en dat werd een gunsttarief genoemd. De verstandhouding tussen BBI-Gent en Beaulieu was constructief te noemen, al probeerde het bedrijf onder dat tarief van 20 procent uit te komen.

Collega Van Britsom was nochtans geen gemakkelijke. In de gespecialiseerde pers werd hij beschreven als de ‘schrik van West-Vlaanderen’, een ‘fiscale Alva’ die boekhouders en ondernemers tot razernij kon drijven. Ik ervaar die pers nu als een onderdeel van de framing – een woord dat we toen nog niet kenden – van de vermeende ‘fiscale inquisitie’ van de BBI.

In 1986 mondde die campagne uit in het Charter van de belastingplichtige, een reeks wettelijke bepalingen die de samenwerking tussen de fiscus en de parketten strikt reglementeerde. De strijdlustige reputatie van Van Britsom maakte hem des te meer verdacht in de zaak-Beaulieu. Hij zag daar wel enkele miljoenenproblemen, maar geen miljardenprobleem (in Belgische frank). Nadat hij al met pensioen was gegaan, werd hij in de Senaat door Bert Anciaux beschuldigd van een boycot. Het werd gemeengoed dat hij Beaulieu in bescherming had genomen. In de Financieel-Economische Tijd viel zelfs het woord ‘omkoping’. Zijn zoon was bij het bedrijf gaan werken en dat was zijn zwakke plek. Zijn werkgever nam hem niet in bescherming tegen de stemmingmakerij. Die stijl kennen we.

Het was een tijd waarin Twitter niet bestond en belaagde belastingambtenaren niet werden geacht zich publiek te verweren tegen publieke aanvallen. Noël Van Britsom kon alleen maar stilletjes afdruipen. Laat deze column een eerherstel voor hem zijn, postuum weliswaar. Hij is in 2012 op 86-jarige leeftijd overleden.

In 2009 onderzocht een parlementaire commissie waarom grote fraudezaken zo veel tijd en energie opslorpten en nagenoeg zonder resultaat bleven. Over de Gentse fase van het Beaulieu-onderzoek is niets in het commissieverslag te lezen. Bij nader inzien had de commissie een opmerkelijk verschil kunnen ontdekken. Bij de kasgeldvennootschappen en andere mechanismen in en rond de grote banken bonden de gewestelijke instanties, voornamelijk Gent, Brugge en Antwerpen, de kat de bel aan. De boycot, om het woord van Anciaux te gebruiken, moest gezocht worden in nationale kringen, in Brussel dus. Bij Beaulieu was het net andersom. ‘Brussel’ vond dat ‘Gent’ niet hard genoeg optrad.

Op 7 juni 1988 merkte BBI-directeur-generaal Watteyne op dat “er tot nog toe te veel niet controleerbare verklaringen en te weinig echte stukken en concrete gegevens zijn voorgebracht”. Op 27 december 1988 liet diens opvolger Scheltens weten dat bepaalde commissielonen voor de volle pot belast moesten worden: 135 procent in plaats van 20 procent. Hij schreef: “Ik neem aan dat uzelf (de gewestelijk directeur) en inspecteur Van Britsom dit standpunt zullen delen en dat de inspecteur dan ook onmiddellijk het nodige zal doen opdat de passende aanslagen ten laatste op 30 december 1988 zouden zijn gevestigd.” Tussen kerst en Nieuwjaar deed Van Britsom dat, maar hij bleef bij zijn standpunt. Zijn laatste verslag van 2 mei 1989 werd opnieuw goedgekeurd door zijn directeur.

Hier eindigt het Gentse verhaal en wat volgde, weten we uit de publieke berichtgeving. In 1990 opende het parket van Brussel een onderzoek en vier jaar later rukte onderzoeksrechter Bulthé met een legertje van tachtig rijkswachters op naar Vlaanderen. BBI-Brussel zette een hele afdeling op de zaak. Die zou er zich twee volle decennia mee bezighouden.

De vragen blijven. Waren er bij Beaulieu nu miljarden zwart geld of waren het maar miljoenen (nog altijd in Belgische frank)? Misschien durfde niemand in Brussel nog toe te geven dat de vaststellingen van Noël Van Britsom in grote lijnen klopten. Dat na 160 huiszoekingen, 905 verhoren, 6210 processen-verbaal en 330.077 bladzijden papier. Waarom moest al die geconcentreerde energie in één succesvolle West-Vlaamse boer gestoken worden?

Het is niet te laat om te dromen. Als ‘Brussel’ met al die energie eens voor de eigen deur van Dexia en de rest van de financiële wereld geveegd had. Daar waren tientallen miljarden te vinden (in euro). Die zijn nog altijd te vinden.

De auteur is gewestelijk directeur van BBI-Gent.

KAREL ANTHONISSEN

Noël Van Britsom kon alleen maar stilletjes afdruipen. Laat deze column een eerherstel voor hem zijn, postuum weliswaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content