Ver onder de verwachtingen

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

De Europese plannen om de eigen halfgeleiderproductie te verdubbelen, oogsten veel scepsis. Lichtpunt is wel dat de Europese chipbakkers overwegend voor groeisectoren werken. Dat bleek op het achtste Semi Brussels Forum.

Op 23 mei 2013 publiceerde Europees commissaris voor de Digitale Agenda Neelie Kroes haar ‘Nieuwe Industriële Politiek voor Elektronica’. “Ik wil onze chipproductie verdubbelen tot ongeveer 20 procent van de wereldproductie. Ik wil dat Europa in Europa meer chips produceert dan de VS doen op hun grondgebied”, zei Kroes toen.

Een jaar verder is van die ommekeer niks te merken. “Het probleem van de dalende halfgeleiderproductie in Europa gaat niet weg”, stelde Heinz Kundert, voorzitter van de belangenorganisatie Semi Europe, vorige week op het achtste Semi Brussels Forum, de bijeenkomst van al wie meetelt in de Europese halfgeleiderindustrie.

Het Franse onderzoeksbureau Decision heeft de cijfers. “Europa heeft consistent marktaandeel verloren in elektronische eindproducten, vooral door het instorten van zijn telecommunicatie-industrie. China met zijn gigantische volumes en lage prijzen in massa-elektronica is de duidelijke winnaar, met 5 procentpunt groei in marktaandeel tussen 2010 en 2012”, zei Patrice Vaslot, consulent van Decision. China had in 2012 38 procent van de wereldmarkt voor elektronica, Noord-Amerika 15 procent en Europa 14 procent.

Tegen 2017 verwacht Vaslot een verdere daling in Europa tot 13 procent van de wereldmarkt. Dat is beter nieuws dan het lijkt. “Een daling van 14 naar 13 procent is niet betekenisvol. Tien jaar geleden hadden we nog 20 procent marktaandeel, in 2010 nog 16 procent en in 2012 nog 14. De daling stabiliseert zich.”

Europese groeiers

Europa doet het bovendien goed in de groeisectoren zoals elektronica voor de luchtvaart, veiligheid en defensie, voor industriële en medische toepassingen en voor automobiel (met onder meer het Vlaamse Melexis). De gemiddelde samengestelde groeipercentages zijn in die groepen respectievelijk 4,3 procent, 6,5 procent en 7 procent per jaar tussen 2012 en 2017, volgens Decision. Daardoor stijgt het aandeel van die sectoren in de Europese halfgeleiderproductie van 55,6 naar 64,3 procent tegen 2017.

Ondanks die relatief opbeurende prognose is de Europese elektronica-industrie een kaartenhuis. Onderaan heeft de EU met machinefabrikanten als ASML en Aixtron en substraatleveranciers als Soitec een sterke positie met 20 procent van de wereldmarkt. Bovenaan heeft Europa bijna 30 procent in ingebedde systemen voor de groeimarkten in automatisering, gezondheidszorg en dergelijke. De kwetsbaarheid zit in het midden. De bouwstenen voor die systemen worden nauwelijks in Europa gemaakt. In componenten — de eigenlijke chips — heeft Europa minder dan 9 procent marktaandeel. Dat is precies de laag in de waardeketen waarvoor Neelie Kroes een doel van 20 procent vooropstelt.

Nieuw industrieel beleid

Vorig jaar installeerde ze een Electronics Leaders Group (ELG) van elf CEO’s om een concreet actieplan uit te werken. Luc Van den hove van imec is er lid van. Tegen 30 juni publiceert ze haar gedetailleerde routeplan voor de Europese halfgeleiderindustrie. In februari schetste ze al de eerste contouren van het nieuwe industriële beleid. Om de waarde van de Europese halfgeleiderproductie te verdubbelen tegen 2020-2025, zijn voor “tientallen miljarden euro’s” investeringen nodig in de fabrieken die de benodigde 250.000 wafers per maand moeten maken. De ELG schat de kostprijs van een moderne fabriek die 50.000 wafers per maand kan maken op 6,5 miljard euro. En er zijn dus vijf van die fabrieken nodig.

Het is ook onvoldoende om alleen het aanbod te vergroten, meent de ELG. De Commissie moet de vraag stimuleren in de sectoren waar Europa al sterk is. In opkomende systemen zoals het ‘internet van de dingen’ of alomtegenwoordige intelligentie (‘Smart X’, e-gezondheidszorg, slimme steden en dergelijke) moet Europa 60 procent marktaandeel veroveren. In mobiel, de technologische spits van de halfgeleiderproductie, moet Europa 20 procent van de groei winnen. De ELG wil onder meer grootschalige investeringen in transport-, gezondheidszorg- en wooninfrastructuren. Er moeten inspirerende “vuurtorenprojecten” komen in de sfeer van ‘autonome mobiliteit’ of ‘slimme persoonlijke begeleider’, zonder regelgevende barrières en uitgevoerd op grote schaal.

De sprekers op het Semi Brussels Forum toonden vooral hoelang de weg nog is. André-Jacques Auberton-Hervé van het Franse Soitec vindt dat Europa de financiële infrastructuur mist om de start-ups te lanceren die kunnen profiteren van snelgroeiende markten als het ‘internet van de dingen’. “Voor zulke projecten kan je 100 miljoen dollar ophalen in de VS, niet in Europa. Dat hebben we nochtans nodig voor de innoverende starters die chips in onze fabrieken brengen”, zei hij.

Het Portugese Nanium, een overblijfsel van het faillissement van de Duitse geheugenproducent Qimonda in 2009, is wereldtop in de assemblage en het testen van de kleinst mogelijke chipmodules – precies de modules die nodig zijn voor mobiele toepassingen en het ‘internet van de dingen’. “Wij hebben bijna geen Europese klanten. Onze afnemers zijn bedrijven als Intel, Qualcomm, Marvell en hoofdzakelijk Amerikaanse fabless firma’s”, zei directievoorzitter Armando Tavares. Rob Hartman, een vicepresident van het Nederlandse ASML, de wereldleider in halfgeleiderproductiemachines, zei dat ASML in het jongste kwartaal geen enkele bestelling uit Europa had gekregen.

Versnipperd

Verschillende sprekers onderstreepten dat Europa het zichzelf moeilijk maakt en veel te traag reageert. Een voorbeeld is de versnipperde financiering van het industriële beleid. Voor het nieuwe programma Electronic Components and Systems for European Leadership (ECSEL), dat de technologieontwikkeling in Europa over de komende tien jaar coördineert, moet geld komen van het Horizon 2020-plan van de Commissie, van de Europese onderzoeksprogramma’s, van de lidstaten en van de industrie. Elk van die partijen wil controle over de bestedingen. “Dat leidt tot een situatie waarin we drie budgetterings- en accountingprocedures hebben”, noteerde Andreas Wild, uitvoerend directeur van ECSEL.

Eén consensus viel te noteren: buitenlandse investeringen zijn nodig. Intel investeert alvast 5 miljard dollar (3,66 miljard euro) in zijn Ierse fabriek.

BRUNO LEIJNSE

Europese topbedrijven hebben bijna geen Europese klanten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content