Venezuela onder water

Diepzeeduikers komen tot het besef dat de onderwaterwereld van Venezuela niet moet onderdoen voor befaamdere oorden als Bonaire of de Cayman eilanden.

Venezuela beschikt over dezelfde zeefauna als de Antillen met dat verschil dat het land van Bolivar beschikt over een kustlijn van duizenden kilometers. De mooiste duikplaatsen vindt men in de nationale parken, zoals dat van Morrocoy. Op zo’n kleine 200 km ten westen van Caracas, vindt je deze verzameling eilandjes en koraalriffen, gelegen aan het snikhete en stoffige kuststadje Tucacas, een oude handelspost van de Hollanders. Tucacas heeft nu ook een Belgische ingezetene : André Nahon, een fervente duiker die er in de jaren tachtig neerstreek. Deze avontuurlijke Schotenaar die nooit helemaal heeft kunnen aarden in het kille België, baat nu samen met Mike Osborn, een Guyaner die als eerste het duiken in Venezuela introduceerde, een duikwinkel uit en neemt toeristen mee op uitstapjes voor zo’n 70 dollar per dag. (verhuur materiaal inbegrepen). Een uitstap met Submatur, hun firma, is een hele belevenis. Eerst worden de flessen en zwemvliezen op een kleine pick-up geladen, die tot aan de kleine haven rijdt, waar hun motorboot ligt aangemeerd. Vandaar gaat de trip doorheen het nationaal park langs de mangrovestruiken tot aan één van de paradijslijke eilandjes voor de kust (Cayo Largo, Cayo Sombrero,…)

Het Morrocoy-nationaal park staat bekend als een ideale plaats voor beginnende duikers : een zandige bodem, helder warm water (een wetsuit is niet nodig) en een beperkte diepte (tot dertig meter). Een betere instrukteur als André kan men zich trouwens moeilijk voorstellen : ervaring zat en de rust zelve. Na een kleine introductie over de si’s en de no’s van het diepzeeduiken, neemt André je mee naar de Caraïbische kleurenpracht van anemonen, koralen, papegaaivissen, keizervissen, stekelroggen, trompetvissen, murenen, schildpadden en barracuda’s. Een onvergetelijk schouwspel.

Maar Tucacas is er niet alleen voor duikers : ook vogelwaarnemers komen volop aan hun trekken in Morrocoy en voor wie tijd heeft, kan verder noodwaarts doorrijden naar het prachtige koloniale stadje Coro, één van de eerste Spaanse nederzettingen op het Zuid-amerikaanse kontinent. Onderweg ziet men grote groepen flamingo’s, ibissen, reigers en lepelaars die de moerassen en zoutmeren naast de weg bevolken.

Tucacas is gemakkelijk bereikbaar van uit Caracas (via Valencia), met een taxi (zo’n 50 $) of met de bus (nog geen 100 fr., de benzine kost ook maar 1 fr. de liter in Venezuela). De busrit, waar de Merenge luid uit de boxen schettert, is trouwens een feest op zich. In Tucacas zelf kan men in één van de hotels terecht, ten noorden en ten zuiden van het stadje, leuk is het ook in Andrés lodge, de Submar’Inn, waar achterin rudimentaire gastverblijven zijn gebouwd voor 10 $ de nacht met voorzieningen voor wassen of te barbecuen. Als deze kamers volzet zijn, heeft André misschien nog wel plaats over in één van zijn hangmatten in het woonhuis. Voor wie de gastheer gelukkig wil maken, is er een gouden tip : schenk hem een goede fles rum.

Adres Submatur : Calle Ayacucho nr. 6, Tucacas (edo. Falcon). Tél. (042)84028 in Tucacas of fax (02) 9414939 in Caracas.

Tom Dieusaert

Diepzeeduiken in het Morrocoy nationaal park Ideaal voor beginners.