Veilingen maken grote sier met geld van de Europese burger
De honderden miljoenen euro’s aan Europese subsidies hebben niet geleid tot betere prijzen voor de boeren. Die hebben het gevoel dat de tuinbouwveilingen (waarvan zij de aandeelhouders zijn) grote sier maken met het Europese geld. Het is dan ook geen verrassing dat het Europees Bureau voor Fraudebestrijding zonet een onderzoek heeft geopend naar misbruiken in de tuinbouwsector.
Ik kan niet leven met een Europese Unie die de helft van het budget besteedt aan landbouw. Europa is alleen geïnteresseerd in het behoud van het bestaande,” sneerde minister van Begroting Johan Vande Lanotte (SP.A) onlangs naar de bobo’s van de agrarische sector. Het legertje tegenstanders van de Europese landbouwsubsidies is er in de loop der jaren zeker niet kleiner op geworden. Misbruiken – vooral in het Zuiden werden nogal wat producten geteeld waar geen vraag naar bestond maar die interessant waren door de gegarandeerde minimumprijs – bezorgden de steunmaatregelen vroeger al een kwalijke reputatie.
Met de invoering van de GMO-subsidies (Gemeenschappelijke Markt Ordening) wou Europa daar komaf mee maken. Sinds 1996 worden directe marktinterventies (waarbij Europa alle overschotten opkocht) afgebouwd en het vrijgekomen geld gaat voortaan naar producten waar vraag naar is. Deze strategie heeft echter niet geleid tot een hogere marktprijs. Dat werd de boeren pijnlijk duidelijk vorig jaar. Toch jammer van die 400 miljoen euro per jaar. Bovendien lijkt er meer aan de hand te zijn. Het Europees Bureau voor Fraudebestrijding, Olaf, opende zopas een onderzoek naar misbruik van Europese gelden in de sector. “Aangezien het onderzoek nog volop aan de gang is, kunnen we geen verdere commentaar geven,” aldus woordvoerder Jorg Wojahn.
Wat doet Procter & Gamble op een tuinbouwveiling?
Om de telers aan te sporen zich te verenigen, kregen de telerverenigingen (lees: veilingen) de taak om de Europese subsidies te beheren (zie ook kaderstuk: België rijft 10 % van Europese subsidies binnen). Vlaanderen is zelfs de enige regio in Europa waar individuele telers volledig worden uitgesloten van de GMO-middelen. Boerenbond-voorzitter Noël Devisch ziet echter geen graten in die manier van werken. “Dankzij GMO is er een nieuwe dynamiek ontstaan op het vlak van promotie en kwaliteitscontrole. Ik ben dan ook een fervente voorstander van het systeem,” aldus de landbouwkundig ingenieur.
Maar bij de Boerenbond lijkt men soms het belang van de veilingen te verwarren met dat van de individuele telers. Bij die telers leeft namelijk het gevoel dat de veilingen, waarvan zij nota bene de aandeelhouders zijn, grote sier maken met het Europese geld dat eigenlijk hen toekomt. Een aantal discutabele projecten versterken die indruk nog. Zo investeert Mechelse Veilingen – met een omzet van 190 miljoen euro de grootste van het land – jaarlijks enorme bedragen in haar infrastructuur. Voor 2005 is er een budget voorzien van ruim 6 miljoen euro, dat voor de helft gesponsord wordt door Europa. Of zulke projecten in het belang van de telers zijn, is niet altijd even duidelijk. In het verleden moesten de Mechelse telers bijvoorbeeld met lede ogen aanzien dat sommige loodsen niet voor de veilingactiviteiten werden gebruikt, maar gewoon aan derden werden verhuurd. “Wij hebben vijf jaar lang twee loodsen op de veilingsite gehuurd om verpakkingsmateriaal te stockeren,” bevestigt Martine Van Campenhout van Procter & Gamble.
Een ander voorbeeld dat vooral bij de preitelers veel kwaad bloed zette, is de investering van Belgische Fruitveiling (BFV), met Europese steun, in onder andere een dure prei-installatie in Sint-Truiden. Prijskaartje: 250.000 euro. Een opvallend initiatief, omdat die streek niet meteen bekend staat als een preistreek. Bovendien is het onbegrijpelijk dat de veiling haar telers stimuleert om prei te produceren terwijl de markt al een tijdje oververzadigd is. Dat de veiling daarvoor kon rekenen op subsidies, is helemaal te gek: daarmee wordt de gevestigde telers oneerlijke concurrentie aangedaan. Guy Lambrechts, diensthoofd op het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de man die het dossier goedkeurde, houdt echter vol dat hij geen extra prei- areaal heeft gesubsidieerd. “Er is daar altijd preiteelt geweest,” zo luidt het op de derde verdieping van een kantoorgebouw in hartje Brussel. De ambtenaar wordt echter tegengesproken door een onverdachte bron: Filip Lowette, directeur van BFV. “Vorig jaar hebben wij 1,5 miljoen kilogram prei verhandeld, dit jaar zal dat oplopen tot 2,5 miljoen kilogram. Voor de streek is het geen klassieke teelt, maar prei is complementair met de aardbeiteelt.”
Toch is het ook diensthoofd Lambrechts niet ontgaan dat de veilingen de grootste moeite hebben om de Europese centen zinvol te besteden. “Er dient gestreefd naar vernieuwing in de initiatieven,” schreef hij in een rapport waarin hij de GMO-periode 1997-2003 evalueerde. “In onze streken hebben de telerverenigingen een lange traditie en logistiek zijn ze al zeer goed uitgebouwd. Ze kunnen niet blijven investeren in nieuwe gebouwen en machines. Om het maximum aan subsidies te bereiken, grijpen de veilingen nogal vaak naar gemakkelijkheidsoplossingen. Zonder sturend of actiegericht aspect.”
Gebrek aan transparantie
Jaarlijks mag elke telervereniging een operationeel programma indienen. Voor elke euro die hij investeert, kan hij rekenen op één euro van Europa. Maar de GMO-pot is niet bodemloos. Europa legde de subsidielat op 4,1 % van de waarde van de verkoop van de telervereniging. De veilingen kunnen bovendien niet alle kosten inbrengen. De investeringen moeten passen binnen de doelstellingen van de GMO, zoals milieuvriendelijke teelten en technieken, de uitbouw van de commerciële structuur en kwaliteitsbewaking.
Door een gebrek aan transparantie bij de veilingen is het voor de telers vaak onduidelijk hoe het overvloedige GMO-manna wordt aangewend. In het novembernummer van het magazine van de Mechelse Veilingen, dat overigens ook kan rekenen op extra subsidies, wordt het GMO-investeringsbudget van 21 miljoen uitgesplitst in amper vijftien regeltjes. En die zijn dan nog nietszeggend. Zo staat er bij de post “milieuvriendelijke technieken op niveau van telervereniging” een bedrag van ruim 6 miljoen euro ingeschreven. Maar wat dat concreet inhoudt, daar heeft de buitenwereld het raden naar.
De onvrede groeit dus, omdat de teler niet meteen een impact op zijn bedrijf voelt. “De meeste projecten hebben in de eerste plaats een indirect effect,” reageert Jo Op de Beeck, financieel en administratief manager bij Mechelse Veilingen. “Maar er zijn ook maatregelen die een duidelijk meetbaar effect hebben. Zo is het commissieloon dat de telers aan de veiling betalen sinds de invoering van GMO gezakt van 3,5 naar 2,5 %. Bovendien moeten ze nu ook geen koelkosten meer betalen.”
Een gebrek aan communicatie, een zekere gelatenheid bij de telers en de slechte prijzen hebben ervoor gezorgd dat de kloof tussen veilingen en telers heel diep geworden is. Dat mag ook blijken uit een enquête die professor Ghislain Houben van het Limburgs Universitair Centrum vorig jaar in de fruitsector liet uitvoeren. “Amper 20 % van de telers voelt zich betrokken bij de verdeling van de GMO-gelden,” constateerde de professor, die zelf ook opgroeide tussen de boomgaarden. Een echte verrassing was dat niet, want eerder voerde ook de Vlaamse gemeenschap zo’n enquête uit. Het leuke aan deze rondvraag is, dat zowel de mening van de veilingen als die van de telers werd gevraagd. De veilingdirecties vonden bijna unaniem dat de GMO een goede zaak is voor de telers. Maar zelf waren de telers daar niet van overtuigd.
Focus op boeren, niet op subsidies
De veiling is niet langer de belangenvereniging van weleer die opkomt voor zijn telers. Het is een autonome economische entiteit geworden, met een eigen agenda. En die loopt niet altijd parallel met die van de telers. Zo focussen de veilingen veel meer op de omzet, die de basis vormt voor toekomstige subsidies, dan op de prijsvorming. Voor de teler is de prijs echter van levensbelang, want verkopen onder de kostprijs kan niemand lang volhouden.
Een ander voorbeeld van het belangenconflict is zelfs vastgelegd in de statuten van de meeste coöperatieve veilingen. Wanneer een aandeelhouder uit de veiling wil stappen, heeft hij alleen recht op het nominale bedrag dat hij bij zijn intrede heeft geïnvesteerd. Niet alleen is er na al die jaren een fameuze verwatering opgetreden, de aandeelhouder ziet ook alle meerwaarden die de veiling dankzij hem heeft gemaakt, aan zijn neus voorbijgaan.
Het systeem waarbij de teler ook aandeelhouder van zijn veiling is, lijkt een leeg begrip geworden te zijn. Professor Houben denkt dan ook dat er zich de komende jaren een belangrijke evolutie zal voltrekken in de fruitsector. Volgens hem is niet langer de teler de spil van de sector, maar wel de veiling en dat boezemt hem schrik in. “Wat zal de veilingen er in de toekomst van weerhouden om hun producten in het buitenland te gaan zoeken?” vraagt hij zich af.
Dirk Van Thuyne
Bij de telers leeft het gevoel dat de veilingen, waarvan zij de aandeelhouders zijn, grote sier maken met het Europese geld dat eigenlijk hen toekomt.
De Mechelse telers moesten met lede ogen aanzien dat sommige veilingloodsen aan derden werden verhuurd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier